GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
Aug. L. Reimeringer,
89
IKGGKOHEH STUKKE»'.
N°. 210. Leiden, 31 Augustus 1906.
Wegens het overlijden van den heer F. de Stoppelaar, die
op 1 Juli j.l. aan de beurt van aftreden was, hebben wij de
eer U ter aanvulling van het getal leden van het Bestuur
buiten den Raad, het volgende dubbeltal aan te bieden
de Heer W. F. VERHEIJ VAN WIJK,
ür. TH. W. VAN LIDTH DE JEUDE.
Het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting
H. C. Juta,
Voorzitter.
Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 211. Leiden, 1 September 1906.
In overleg met den arrondissements-schoolopziener en na
ingewonnen bericht van het hoofd der school, hebben wij de
eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden
voor de benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofd
akte aan de openbare school der 2e klasse voor jongens, ter
vervulling van de vacature, ontstaan tengevolge van het met
ingang van 1 Juli jl. verleend eervol ontslag aan den heer
J. P. F. Kosters.
1°. H. G. A. VERKAART, hoofd eener school te Haaks
bergen
2°. F. A. SCHILTHUIZEN, onderwijzer aan de Jongensschool
2e klasse;
3°. J. HUGE, onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggenverzoeken wij U thans tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 212. Leiden, 4 September 1906.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering de volgende voor
dracht aan te bieden voor de benoeming van een onder
wijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare school der
3e klasse N°. 3 ter voorziening in de vacature, onstaan dooi
de benoeming van den heer J. Huge tot onderwijzer aan de
Jongensschool 2e klasse.
1°. IJ. HOLTROP, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse N°. 2
2°. G. BOSSCHA, onderwijzer aan de openbare school in de
Heerenstraat
3°. J. HEEMSTRA, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse N°. 5.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge
wonnen bericht van het hoofd der school, en dat de des
betreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, geven
wij IJ in overweging alsnu tot eene benoeming over te te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 213. Leiden, 4 September 1906.
Ter vervulling der vacature, ontstaan door het aan Mej. D.
A. Dobbe verleend eervol ontslag als onderwijzeres met ver
plichte hoofdakte aan de openbare school in de Heerenstraat,
hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht
aan te bieden:
1*. G. BOSSCHA, onderwijzer aan de openbare school in de
Heerenstraat;
2°. J. HEEMSTRA, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse N°. 5;
3°. W. WOLDA, onderwijzer aan de openbare school der
3e klasse N°. 5.
Onder mededeeling, dat deze voordracht is opgemaakt in
overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge
wonnen bericht van het hoofd der school, en dat destukken
in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, geven wij U in
overweging tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 214. Leiden, 7 September 1906.
Krachtens het loopende huurcontract is het ijkkantoortje
aan de Lammermarkt van 1 Sept. 1904 tot 1 Sept. 1907 aan
het Rijk verhuurd.
Aangezien evenwel geen der beide partijen ten minste 1 jaar
vóór de expiratie van het contract, alzoo vóór of op 31 Augustus
van dit jaar de huur heeft opgezegdis deze ingevolge de
bepalingen van hetzelfde contract weder voor denzelfden tijd
en onder dezelfde voorwaarden verlengd.
Intusschen is door den Inspecteur van het IJkwezen vóór
31 Augustus de wensch te kennen gegeven, dat in het nieuw
op te maken contract in plaats van den éénjarigen, een twee
jarige opzeggingstermijn zou worden opgenomen, opdat het
Rijk, indien c. q. de gemeente niet tot verlenging van de
huur bereid mocht worden bevondenvoldoende tijd zou
hebben om voor de inrichting van een ander ijkkantoor te
zorgen.
Onzerzijds bestaat hiertegen geenerlei bezwaar, zoodat wij
U in overweging geven te besluiten het ijkkantoor aan de
Lammermarkt, alhier, met ingang van 1 September 1907 weder
voor den tijd van 3 jaar aan het Rijk te verhuren, tegen
een huurprijs van f 300per jaar en overigens onder de
bestaande voorwaarden, met deze uitzondering alleen, dat
voortaan in de overeenkomst de bepaling zal worden opgenomen,
dat de huur zal geacht worden weder voor denzelfden tijd
en onder dezelfde voorwaarden te zijn verlengd, indien niet
ten minste twee jaren voor de expiratie van het contract
een van de partijen de huur heeft opgezegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 215. Leiden, 7 September 1906.
Krachtens uw besluit van 12 April 11. werd Mej. Hoestra,
ten gevolge van het aan Mej. Engelmann verleend ontslag,
van 15 April tot 15 Augustus van dit jaar met de leiding
der Hoogere Burgerschool voor Meisjes belast. (Zie Ingek.
Stukken n°. 73).
Mej. Hoestra heeft zich evenals in 1903 ook ditmaal weder
op uitnemende wijze van de haar opgelegde taak gekweten
en wij achten het daarom met de Commissie van Toezicht
op het Midd. Onderwijs wenschelijk en billijk, dat haar, over
eenkomstig het gebruik in dergelijke gevallen, voor de door
haar bewezen buitengewone diensten ook een buitengewone
belooning worde toegekend.
Mitsdien geven wij U, in overeenstemming met het advies
der Commissie van Toezicht, in overweging aan Mej. Hoestra
als erkenning van de goede diensten door haar als waarnemend
Directrice der Hoogere Burgerschool voor Meisjes bewezen,
eene gratificatie toe te kennen van ƒ250.--.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
f 2795.62® beschikbaar. Den desbetreffenden staat van af- en
overschrijving bieden wij U hiernevens ter vaststelling aan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 216. Leiden, 11 September 1906.
Zooals Uwe Vergadering bekend is, werd tot dusverre niet
voorzien in de vacature van 2den geneesheer aan het gesticht
Endegeest, ontstaan door de benoeming van den heer van der
Kolk tot Geneesheer-Directeur. De commissie van beheer
deelde ons nl. bij schrijven van 23 Januari mede, dat naar
hare meening voorloopig zeer voldoende in den dienst kon
worden voorzien door den Geneesheer-Directeur en den aan
het gesticht verbonden 3den geneesheer. Dezen zou dan echter
in verband met zijn gewijzigde positie, met ingang van het
jaar 1907, een verhooging van wedde van f 500.moeten
worden toegekend.
Op de thans door de commissie ingediende concept-begrootirig
voor het volgende dienstjaar is dan ook de wedde van Dr.
Janssens op ƒ2000.uitgetrokken.
Onzerzijds bestaat daartegen geenerlei bezwaar. Integendeel
achten wij die verhooging alleszins billijk Waar evenwel inge
volge het bepaalde bij art. 9 van het Reglement op het beheer
en bestuur van de gestichten »Endegeest" en »Rhijngeest" de
jaarwedden van de geneesheeren door den Raad op een daartoe
door ons college, na raadpleging der commissie, te doen