DONDERDAG 16 XVII. Voorstel tot aankoop van het perceel Prinsensteeg No. 2. (Zie lng. St. n°. 180 en 190). Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XVIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de verbouwing van het Raadhuis. (Zie lng. St. n°. 182 en 190). Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XIX. Voorstel tot levering van gas aan de gemeente Voorschoten. (Zie lng. St. n°. 183). Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XX. Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar '1905 op dat van 1906 van de benoodigde gelden voor de voldoening van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot voldoening van die gelden uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van 1906. (Zie lng. St. n°. 187 en 190). Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XXI. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1905. (Zie ing. St. n°. 189). Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. (Bij de behandeling van dit laatste punt worden deheeren Wethouders geacht zich van stemming te hebben onthouden). AUGUSTUS 1906. 123 De Voorzitter. Hiermede zijn de aan orde gestelde onder werpen afgehandeld. Verlangt nog een van de leden het woord? De heer Fokker. M. d. V. Met verlof der vergadering zoude ik U gaarne eene vraag willen stellen, waartoe ik in de nalezing van het stenographisch verslag der vorige vergadering van dezen Raad aanleiding heb gevonden, nl. deze: In welke vergadering van het College van Burg. en Weth. is besloten tot het indienen aan den Raad der voordracht onder n°. 174 der Ing. St. tot het beschikbaar stellen van f 600— voor een vuurwerk van gemeentewege af te steken op 14 Juli j. 1.? Mijne bedoeling is, M. d. V., den datum van die vergadering te vernemen. De Voorzitter. Ik heb Uw vraag gehoord en wensch in deze gebruik te maken van art. 37 van ons reglement van orde en de vraag over te brengen in het college van B. en W. Uw vraag zal dus in eene volgende vergadering behandeld worden. Intusschen kan het toch wenschelijk zijn, om de be raadslaging in het College van Burg. en Weth. vruchtbaarder te doen zijn, en om meer te beantwoorden aan de bedoeling van de vraag, dat U omtrent de strekking van Uw voorstel nog eerst eenige mededeeling doet. Natuurlijk kunt U aan dit verzoek al of niet voldoen. De heer Fokker. In het belang van de zaak acht ik het niet wenschelijk om aan Uw verzoek, mijnheer de Voorzitter, thans te voldoen. Ik heb alleen gevraagd naar den datum van de vergadering van Burg. en Weth., waarin besloten werd tot het doen van het voorstel. Het is eene eenvoudige vraag, die op even eenvoudige wijze kan worden beantwoord. Op dit oogenblik acht ik het niet wenschelijk uitvoeriger op de quaestie in te gaan. Niemand verder het woord verlangende, wordt de verga dering gesloten. Gedrukt bij J. J. GROEN ZOON, te Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 5