DONDERDAG 16 AUGUSTUS 1906.
119
Sitting van Donderdag 16 Augustus 1906.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer H. C. JUTA, waarnemend Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Verzoek van Mej. M. J. Sparnaay om eervol ontslag als
leerares in de nuttige handwerken aan de Kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen. (179)
2° Benoeming van eene leerares in handteekenen en kunst
geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. 176)
3° Benoeming van eene leerares in de nuttige handwerken aan
de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (185)
4° Benoeming van eene onderwijzeres met verplichte hoofdakte
aan de openbare school der 2de klasse voor meisjes. (188)
5° Vaststelling eener opgave van personen ter benoeming tot
zetter van 's Rijks directe belastingen. (191)
6° Verzoek van J. de Groot om eervol ontslag als onderwijzer
aan de openbare school der 3e klasse n°. 6. (177)
7° Verzoek van Mej. A. M. Hoek om eervol ontslag als onder
wijzeres aan de openbare school in de Heerenstraat. (178)
8° Verzoek van P. C. G. A. Wijkmans om eervol ontslag als
onderwijzer aan de openbare school der 3e klasse n°. 3. (192)
9° Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1905, van het R. Kath. Wees- en Oudeliedenhuis. (195)
10° Rekening, dienst 1905, van de Stads-Bank van Leening. (197)
11° Rekening, dienst 1905, van de Stedelijke Werkinrich
ting. (194)
12° Suppletoire staat van begrooting, dienst 1905, van het
H. G. of arme Wees- en Kinderhuis. (198)
13° Staat van af- en overschrijving op de begrooting dienst
1905, van het H. G. of arme Wees- en Kinderhuis. (198)
14° Voorstel tot wijziging van art. 12 der Verordening van
25 Januari 1894, «regelende de inwendige inrichting der
scholen, de toelating en het ontslag der leerlingen."
(Gem. BI. n°. 5). (184)
15° Verzoek van de Leidsche Tuinders Patroonsvereeniging
om wijziging van de verordening houdende aanwijzing
van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de
verschillende markten en van veilingen van groente, ooft
en aardappelen. (181)
16° Voorstel tot verhooging van de voor de uitvoering van
de Woningwet toegestane gelden. (193 en 199)
17° Voorstel tot aankoop van het perceel Prinsensteeg n°. 2.
(180 en 190)
18° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de verbouwing van het Raadhuis. (182 en 190)
19° Voorstel tot levering van gas aan de gemeente Voor
schoten. (183).
20° Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1905 op dat
van 1906 van de benoodigde gelden voor de voldoening
van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot vol
doening van die gelden uit den post voor Onvoorziene
Uitgaven van 1906. (187 en 190)
21° Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente
over het jaar 1905. (189)
Tegenwoordig zijn 25 leden, als de heeren: Bosch, van Tol,
Sijtsma, Le Poole, Hasselbach, Timp, de Boer, van der Lip, van
der Eist, de Goeje, Vergouwen, A. Mulder, Witmans, Bots, Reime-
ringer, Zwiers, Fokker, Zaalberg, Driessen, Kerstens, Korevaar,
P. J. Mulder, Meuleman, de Vries en Juta, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Fockema Andrese, van der Vlugt,
van Gruting, van Hamel en Paul wegens uitstedigheid, Aal-
berse wegens verhindering.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 12 Juli worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Beschikking van den Commissaris der Koningin, waarbij aan
den Burgemeester verlof wordt verleend om zich van 6 Augs5
September buiten de gemeente op te houden.
2°. Mededeeling van Gedeputeerde Staten dat de, volgens
art. 1 der Wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad no. 156) over
het loopende jaar uit te keeren som is vastgesteld op
f 161941.31.
3°. Mededeeling van Dr. B. M. van Dalfsen, dat hij de be
noeming tot leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor jongens
aanneemt.
4°. Mededeeling van R. Wisman dat hij de benoeming tot
onderwijzer aan de school 4e kl. no. 1 aanneemt.
5°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van een uittreksel
uit het Kon. Besluit van 4 Juli j.l. No. 53, waarbij wordt
goedgekeurd de verordening van 17 Mei 1906 tot wijziging
van de verordening van '11 December 1902, regelende de heffing
van belasting en voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis
te Leiden.
6°. Mededeeling van Mej. E. C. M. Aewerdonk, dat zij de
benoeming tot leerares in de handwerken aan de Hoogere
Burgerschool voor meisjes aanneemt.
7°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed-
fekeurde raadsbesluiten tot verhooging der begrooting, dienst
906,
a. ter voldoening van de kosten van rechtskundige hulp
in zake de onteigening ten behoeve van de Veemarkt;
b. voor de kosten van inrichting van de nieuwe veemarkt en
tot wijziging der begrooting, dienst 1906, ten behoeve van de
aanstelling van een ambtenaar ter Secretarie.
8°. Mededeeling van den Minister van Binnenl. Zaken dat
de benoeming van Dr. B. M. van Dalfsen tot leeraar aan de
Hoogere Burgerschool voor jongens wordt goedgekeurd.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adhaesie-betuiging van de afd. Leiden van den Nederl.
Bond van Handels- en Kantoorbedienden «Mercurius" met
den inhoud en de strekking van het door de Vereeniging
«Leiden's Belang" ingezonden adres in zake «vervroegde
winkelsluiting".
2°. Verzoek van de Voetbalvereeniging «Door oefening sterk"
om een der gemeentelijke terreinen te mogen gebruiken tot
beoefening van het voetbalspel.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Rekening, dienst 1905, van het Pensioenfonds voor
weduwen en kinderen van gemeente-ambtenaren.
4°. Verslag omtrent de wijze waarop het subsidie, toegekend
aan de Vereeniging «Schoolkindervoeding", over 1905 is
besteed.
Zijn in de Leeskamer ter lezing nedergelegd.
5°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen
aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1906.
6°. Verzoeken van verschillende personen om afschrijving
van de plaatselijke directe belasting, dienst 1906.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
7°. Missive van den Arrondissements-schoolopziener naar
aanleiding van de door den Wethouder van Onderwijs, in de
raadsvergadering van 12 Juli, j.l. gedane mededeelingen.
Dit stuk luidt als volgt:
Oegstgeest 13 Augustus 1906.
Ik heb de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen.
De Wethouder van Onderwijs heeft goedgevonden in de
vergadering van den Raad der Gemeente Leiden, den 12 Juli
1906 gehouden, op eene desbetreffende vraag van uw medelid,
den heer Zwiers eenige inlichtingen te geven. Reeds was mij
daarvan iets bekend geworden door een verslag en eene
beschouwing daarover in het Leidsch Dagbladdoch ik
wachtte het officieel verslag liever af, eer ik kon aannemen,
dat de heer van Hamel zich alzoo had kunnen uitlaten.
Ik moet tegen die uitlatingen op de meest krachtige wijze
protesteeren. De voorstelling door den Wethouder van Onder
wijs gegeven is beslist onjuist.
Het komt voor dat iemand van zichzelf en van zijne wijze
van werken eene al te «optimistische" voorstelling heeft en
daarom is het wel goed, dat hij den blik eens terugslaat
en zich nog eens rekenschap tracht te geven van zijn optreden.
Zoo heb ik mij de niet geringe moeite getroost nog eens na
te gaan al de behandelde voordrachten ter benoeming van
onderwijzend personeel gedurende de afgeloopen ruim vijf
jaren. En ook op grond daarvan de data van ingekomen
N°. 247.
Onderwerp.
Mededeelingen van den
Wethouder van Onderwjjs
in de vergadering
van den Gemeenteraad van
den 12 Juli 1906.