112 DONDERDAG 12 JULI 1906. zijn gebleken, om daaruit de kosten te bestrijden van eene feestviering, waaraan ook het groote publiek op 14 Juli a. s. iets zal hebben. Daarom moet m. i. de gemeente thans bijsprin gen om te zorgen, dat de kleine burgerij niet behoeft te zijn een zoogenaamd »kantlid", dat weinig of zoo goed als niets van de heele feestviering te zien krijgt. Ik zal daarom stemmen vóór het voorstel van Burg. en Weth. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel, in stemming gebracht, wordt aangenomen met 17 tegen 9 stemmen. Voor stemden de Ileeren: de Boer, Bots, de Goeje, Paul, Zaalberg, Driessen, A. Mulder, Reimeringer, Zwiers. Hassel- bach, Eerstens, de Vries, P. J. Mulder, Meuleman, Le Poole, van Hamel en van der Lip. Tegen stemmen de heeren Bosch, Fokker, Witmans, Sijtsma, van der Eist, van Tol, van Gruting, Timp en Vergouwen. De Voorzitter. De heer Sijtsma heeft te kennen gegeven, dat hij omtrent punt 6 van de agenda, betreflende de benoeming van eene leerares in de handwerken aan de Hoogere Burger school voor Meisjes een vraag tot Burg. en Weth. wenscht te richten. Aangezien het hier eene persoonlijke kwestie geldt, zal zij in geheime zitting behandeld moeten worden. De openbare vergadering wordt geschorst en veranderd in eene zitting met gesloten deuren. Na heropening der openbare vergadering, verkrijgt de Heer Fokker het woord. De heer Fokker. M. d. V. Voor tot de benoemingen wordt overgegaan, heb ik de eer een voorstel te doen, n.l. om de benoeming van eene leerares als bedoeld bij punt VI van de agenda niet te doen plaats hebben zooals wordt voorgesteld, doch slechts voor den tijd van één jaar. Het komt mij voor, dat, indien eene der sollicitanten eene eventueele benoeming zal aannemen, het met het oog op het bijzondere soort onderwijs, dat zij zal hebben te geven, wen- schelijk is, dat zij benoemd wordt voor den tijd van één jaar. Men kan dan zien, of zij voldoet aan de eischen, die aan eene goede onderwijzeres kunnen worden gesteld en of zij opge wassen is tegen de moeilijkheden, die deze werkkring mede brengt. Ik heb derhalve de eer voor te stellen, de benoeming voor den tijd van één jaar te doen plaats hebben. Het voorstel van den heer Fokker, wordt voldoende onder steund en, in stemming gebracht, aangenomen met 15 tegen 11 stemmen. Voor stemmen de heeren: de Boer, Bosch, Fokker, de Goeje, Witmans, Sijtsma, Paul, Zaalberg, Driessen, van der Eist, Reimeringer, Zwiers, Hasselbach, P. J. Mulder en van Hamel. Tegen stemmen de heerenBots, A. Mulder, van Tol, Eerstens, de Vries, Meuleman, van Gruting, Le Poole, Timp, Vergouwen en van der Lip. Alsnu is aan de orde: II. Benoeming van eene onderwijzeres aan de openbare school 3e klasse N°. 4. (Zie Ing. St. n°. 169). De Voorzitter. Mag ik voor de thans aan de orde zijnde benoemingen de heeren de Goeje, van der Lip, van Tol en de Boer uitnoodigen het stembureau te willen uitmaken? Indien de Vergadering er niets op tegen heeft, stel ik voor de benoemingen bij punt X op één biljet te doen plaats hebben dat zal heel wat stemmingen uitwinnen. Aldus wordt besloten. Benoemd wordt mej. S. C. W. Bader met 16 stemmen, terwijl 10 stemmen waren uitgebracht op mej. G. üverdiep. III. Benoeming van een onderwijzer aan de openbare school der 4e klasse No. 1. (Zie Ing. St. n°. 171). Wordt benoemd de heer R. Wisman, met algemeene (26) stemmen. IV. Benoeming van eene 4e onderwijzeres in de handwer ken aan de openbare school der 4e klasse N°. 2. (Zie Ing. St. n°. 172). Wordt benoemd met algemeene (26; stemmen, mej. J. van der Stel. V. Benoeming van een leeraar in de Wiskunde, Werktuig kunde en Cosmographie aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n°. 147). Wordt benoemd de heer B. M. van Dalfsen, met 21 stemmen, terwijl 5 stemmen waren uitgebracht op der, heer Gouwentak. VI. Benoeming van eene leerares in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. N°. 162). Wordt benoemd mej. E. C. M. Aewerdonk, met 15 stem men, terwijl 11 stemmen waren uitgebracht op mej. Pen. De Voorzitter. Deze benoeming is thans geschied voor den tijd van één jaar overeenkomstig het zooeven door den Raad genomen besluit. VII. Voorstel tot continuatie van H. H. Breuning als tijde lijk leeraar in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. n®. 151). Wordt gecontinueerd de heer H. H. Breuning met alge meene (26) stemmen. VIII. Verzoek van Dr. P. C. T. van der Hoeven om conti nuatie in de betrekking van Stadsvroedmeester. (Zie Ing. St. n°. 163). Wordt gecontinueerd Dr. P. C. T. van der Hoeven, met algemeene (26) stemmen. IX. Verzoek van Mej. B. Alter—de Jong om continuatie in de betrekking van Stads vroed vrouw. (Zie Ing. St. n°. 153). Wordt gecontinueerd Mej. B. Alterde Jong, met 25 stem men, terwijl 1 biljet van onwaarde is. X. Benoeming van 3 leden der commissie tot het instellen van een onderzoek omtrent de bezwaarschriften tegen aan slagen in het vergunningsrecht. (Zie Ing. St. n°. 157). Worden benoemd de heeren: A. J. Witmans Mzn, met 24 stemmen, J. Bosch met 25 stemmen en J. A. Bots met 24 stemmen, terwijl 1 stem was uitgebracht op den heer Ver gouwen en 4 biljetten van onwaarde waren. De drie heeren verklaren zich bereid de benoeming te aan vaarden. De Voorzitter. Aangezien thans geen benoemingen meer te doen zijn, dank ik de leden van het stembureau voor de genomen moeite. XI. Verzoek van Mej. E. P. Loeber om eervol ontslag als 'le onderwijzeres in de handwerken aan de openbare school der 3e klasse N°. 4. (Zie Ing. St. n°. 167). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming eervol verleend. XII. Verzoek van Mej. S. C. Hanselaar om eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare school der 3e klasse N°. 5. (Zie Ing. St. n°. 170). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming eervol verleend. XIII. Rekening, dienst 1905, van het krankzinnigengesticht »Endegeest" en het sanatorium »Rhijngeest." Zie (Ing. St. n°. 156). (De heeren de Vries, Meuleman, van der Lip en de Voor zitter verlaten de Vergadering, terwijl het presidium tijdelijk wordt waargenomen door den heer van Hamel). De heer Vergouwen. M. d. V. Ik wil alleen even hierop wijzen, dat onderaan het rapport van de Commissie van Financiën over de rekening van de Stedelijke Gasfabriek welke na dit punt aan de orde komt eene opmerking wordt gemaakt waaruit blijkt, hoeveel de zuivere winst voor de gemeentekas bedraagt. Een dergelijke opmerking komt ook steeds voor bij de rapporten inzake de rekening van het Openbaar Slachthuis. Maar nu bij deze rekening van de gestichten »Endegeest" en »Rhijngeest" staat in het rapport van de Commissie van Financiën daarover, vermeld»Sluitende met een batig saldo van 26853,80". Wanneer men dat zoo oppervlakkig leest, komt men allicht tot de gedachte, dat er sprake is van de zuivere winst, die beide gestichten voor de gemeentekas opleveren. Bij het nazien van die rekening echter, bevond ik, dat het hier betreft het batig saldo zonder aftrek van de rente en aflossing van het geleend kapitaal. Ik zou daarom in overweging willen geven steeds bij de vermelding van het batig saldo tegelijk op te geven, hoeveel er af moet voor rente en aflossing van de leening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1906 | | pagina 4