GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
77
OOEKOME$ STIJKREJf.
No. 173. Leiden, 9 Juli 4906.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenkingen heeft tegen de begrootingsrege-
lingen, behoorende bij de voordrachten van Burgemeester en
Wethouders, opgenomen onder de Nis. 154, 165 en 166 der
Ingekomen Stukken.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N". 174. Leiden, 11 Juli 1906.
Van verschillende zijden werd er onze aandacht op gevestigd
dat de Rembrandtfeestviering hier ter stede grootendeels bui
ten de groote burgerij omgaat..
De onthulling toch van het gedenkteeken kan wegens de
beperkte ruimte op het terreinwaar deze zal plaats hebben
slechts door betrekkelijk weinigen worden bijgewoond en ook
van de opening der tentoonstellingen kan slechts een beperkt
aantal personen getuige zijn. Evenmin zijn de verschillende
concerten voor de geheele burgerij toegankelijk. Zoo blijft dan
alleen het avondfeest op het Galgewater over waarvan de ge
heele Leidsche bevolking zal kunnen genieten.
Het kwam ons daarom wenschelijk voor aan dit feest alsnog
eenigen meerderen luister bij te zetten, door daaraan van ge
meentewege een schitterend vuurwerk te verbinden.
Mitsdien stellen wij u voor, door vaststelling van nevens-
gaanden staat van af- en overschrijving, een bedrag van
ƒ600.voor dit doel te onzer beschikking te stellen.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
f 3895.62* beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 175. Leiden, 11 Juli 1906.
Bij Raadsbesluit van 29 Juni 1871 werd aan J. J. Knotter
tot wederopzeggens vergunning verleend tot het maken van
een keldergat in de stoep vóór het perceel Haarlemmer
straat 78. Dit perceel, gelegen op den hoek van de Donkersteeg,
is thans eigendom van B. J. P. de Koning.
Het keldergat zal thans moeten verdwijnen. Door Uwe
Vergadering werd n.l. besloten, dat in de Haarlemmerstraat
aan de zijde der oneven perceelen, tusschen de Hartebrug
en de Dullebakkerssteeg, een trottoir zou worden gelegd en
weldra zal met dit werk een aanvang worden gemaakt.
Mitsdien geven wij U in overweging ons te machtigen de
destijds verleende vergunning tegen 21 Juli a. s. op te zeggen,
omdat, hoewel krachtens de thans geldende verordening op
het gebruik van gemeente-werken en eigendommen vergun
ningen, als hier bedoeld, door ons college worden gegeven,
het ons toch regelmatiger toeschijnt dat een door Uwe Ver
gadering tot wederopzeggens verleende vergunning ook weder
krachtens besluit Uwer Vergadering worde opgezegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 176. Leiden, 20 Juli 1906.
Onder verwijzing naar het advies van de Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en het bericht van den
Inspecteur, beide in de Leeskamer ter inzage neergelegd, heb
ben wij de eer u de volgende aanbevelingslijst aan te bieden
voor de benoeming van een leerares in handteekenen en
kunstgeschiedenis aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
lo. Mej. M. H. Nederburgh, onderwijzeres aan een bijzon
dere lagere school te 's-Gravenhage
2o. Mej. C. J. A. J. Pilaar, idem te Rotterdam, en
3o. Mej. J. Ulfers, volontaire, eveneens te Rotterdam.
Wij geven U in overweging thans tot een benoeming over
te gaan, maar stellen u tevens, overeenkomstig het advies
van de Commissie van Toezicht en van den Inspecteur van het
M O., voor de benoeming voorloopig slechts voor één jaar te
doen, dus tot 31 Augustus 1907, aangezien geene deraanbe-
volenen (en ook geen der overige sollicitanten) thans werk
zaam is in een betrekking, als zij hier eventueel zou be-
kleeden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 177. Leiden, 10 Juli 1906.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
J. de Groot om eervol ontslag als onderwijzer aan de open
bare school der 3de klasse No. 6 bestaat bij ons geen bezwaar.
Onder overlegging van het daaromtrent ingewonnen bericht
van het Hoofd der School geven wij Uwe Vergadering mits
dien in overweging aan den heer J. de Groot, op zijn ver
zoek, met ingang van 1 September a. s., eervol ontslag uit
zijn betrekking te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 Juli 1906.
Hiermede heb ik de eer aan Burgemeester en Wethouders
te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat, om aan den
Heer J. de Groot, onderwijzer aan de O. L. School 3de klasse
No. 6 op zijn verzoek met ingang van 1 September a. s.
eervol ontslag te verleenen.
Het hoofd v. School III6
A. UlTTENBROEK.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 3 Juli 1906.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Edel Achtbare Heeren,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
de ondergeteekende, J. de Groot, onderwijzer aan de Open
bare Lagere School der 3e klasse n°. 6, alhier,
dat hij, wegens zijne benoeming tot onderwijzer 2de klasse
bij het Openbaar Lager Onderwijs te 's-Gravenhage, met
ingang van 1 September a. s. eervol ontslag verzoekt.
't Welk doende, enz.
UEdel Achtb. dw. dn.
J. de Groot.
N°. 178. Leiden, 16 Juli 1906.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej. A. M.
Hoek om eervol ontslag uit hare betrekking van onder
wijzeres aan de openbare school in de Heerenstrant bestaat
bij ons college geenerlei bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering, onder overlegging
van het daaromtrent ingewonnen advies van het Hoofd der
School, in overweging aan Mej. A. M. Boek, op haar ver
zoek, met ingang van 1 Septemper a. s. eervol ontslag uit
hare betrekking te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Aangaande Mej. A. M. Hoek, onderwijzeres aan mijne
school, heb ik de eer UEA. te berichten, dat zij hare plichten
steeds trouw en ijverig heeft vervuld, zoodat er in dit opzicht
geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van het door haar
aangevraagde eervol ontslag.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
UEAs. d. v. dienaar,
Th. De Van.
Leiden 11 Juli 1906. h. d. s. a/d. Heerenstraat.
Leiden, 7 Juli 1906.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de onder
geteekende Anna Marie Hoekdat zij door verandering van
werkkring, met ingang van 1 September a. s. eervol ontslag
verzoekt uit hare betrekking van onderwijzeres aan de open
bare lagere School aan de Heerenstraat,
dat zij, indien eventueel mocht blijken, dat haar nieuwe
werkkring niet aan de verwachtingen beantwoordt, het ver
trouwen uitspreekt, bij sollicitatie naar een onderwijsbe-
trekking in deze gemeente, weer in aanmerking te mogen
komen.
't Welk doende,
A. M. Hoek.
No. 179. Leiden, 20 Juli 1906.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. M. J.
Sparnaay en van de daaromtrent door den Directeur der
Kweekschool en den Districts-schoolopziener uitgebrachte
adviezen, geven wij U in overweging aan Mej. M. J. Sparnaay
op haar verzoek met ingang van 1 September a.s. eervol
ontslag te verleenen uit hare betrekking van leerares in de
nuttige handwerken aan de Kweekschool voor Onderwijzers
en Onderwijzeressen alhier.