W. v. R. du Chattel.
DONDERDAG 21 JUNI 1906.
99
Kitting van Donderdag 21 Juni 1906,
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Voorstel tot:
a. vaststelling van de instructie voor den Commissaris
der gemeente bij de Leidsche Duinwater-Maatschappij.
b. vaststelling van de bezoldiging van den Commissaris
der gemeente bij de Leidsche Duinwater-Maat
schappij. (139)
2° Benoeming van een Commissaris der gemeente bij de
Leidsche Duinwater-Maatschappij.
3° Benoeming van een onderwijzer aan de openbare school
der 2e klasse voor jongens. (144)
4° Benoeming van een leeraar in de Wiskunde, Werktuig
kunde en Cosmographie aan de tloogere Burgerschool voor
Jongens. (147)
5° Benoeming van twee leden van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting. (146)
6° Verzoek van H. D. Fritsma om eervol ontslag als onder
wijzer aan de openbare school der 4e klasse No. 1. (141).
7o Voorstel tot continuatie van de huur van een stukje ge
meentegrond aan de Rembrandtstraat aan G. J. Couvée
te Arnhem. (145)
8o Voorstel tot kosteloozen afstand aan het Rijk van een
strookje grond aan het einde van het Bagijnehof.(142 enl49).
9o Rekening, dienst 1905, van de Vereeniging tot bevordering
van den bouw van werkmanswoningen. (130, 143 en 150)
10° Voorstel tot een aangaan van een 3a percents geldleening
groot 890.000.(138 en 148)
11° Verzoek van het Bestuur der afd. Leiden en omstreken
van de Vereeniging «Vergunning" om een commissie te
benoemen ten einde van advies te dienen bij de behan
deling van de bezwaarschriften tegen aanslagen in het
vergunningsrecht. (117)
12° Voorstel tot:
a. verbreeding van de Paardensteeg
b. het verleenen van machtiging ter verkrijging door
middel van onteigening van de perceelen Paardensteeg
nis. 3, 5/7 en 9. (140).
Tegenwoordig zijn 23 leden, als de heeren: Bosch, Bots,
A. Mulder, van Tol, Fockema Andrese, van der Eist, Vergouwen,
Reimeringer, Sijtsma, de Boer, van der Lip, Hasselbach,
Witmans, Zwiers, Le Poole, Eerstens, Korevaar, P. J. Mulder,
van Hamel, Meuleman, van Gruting, Fokker en Juta, alsmede
de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: van der Vlugt, de Vries, Zaalberg,
Driessen en Timp wegens uitstedigheid, Paul wegens verhin
dering, Aalberse wegens vergadering der 2e Kamer en de
Goeje wegens ambtsbezigheden.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 7 Juni worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Mededeeling van Curatoren van het Gymnasium, dat zij
zich vereenigen met het door hen overgelegd advies van den
Inspecteur der Gymnasia, tot toekenning van tractementsver-
hooging aan den leeraar H. J. Cohen.
2°. Missives van G. Blok en A. Sjouw, houdende dank
betuiging voor hunne benoeming tot onderwijzer, respectieve
lijk aan de school 3e kl. no. 1 en 3e kl. no. 3.
3*. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de Verordening
van '17 Mei j.l, op het rijden met motorrijtuigen en rijwielen
en van die van 7 Juni j.l. tot wijziging van de Verordening
op de Straatpolitie.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten
a. tot verhooging der begrooting, dienst 1905, ten behoeve
van de uitkeering der schadeloosstellingen, toegekend aan de
eigenaren van 4 in de onteigening voor de uitbreiding der
veemarkt begrepen perceelen
b. tot verhooging van het op de begrooting, dienst 1906,
uitgetrokken bedrag tot voorziening in de behoefte aan kasgeld
c. tot verhooging der begrooting, dienst 1906, ten behoeve
van de aanvulling van het bedrijfskapitaal der Stedelijke
Gasfabriek;
d. tot verhooging van eenige begrootingsposten van het
dienstjaar 1905, waarvan de raming te laag is gebleken.
5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde rekening der dienstdoende schutterij dezer gemeente,
dienst 1905.
6°. Mededeeling van Mej. B. C. G. Numan, dat zij de benoe
ming tot Directrice van de Hoogere Burgerschool voor meisjes
aanneemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van C. Osinga om betaling van een door hem
aan den Commandant der Brandweer ingediende nota van
geleverde brandstollen ten dienste van de beide stoomspuiten
bij gelegenheid van den brand bij Gebr. Palm.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 1 Juni 1906.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren!
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
Cornelis Osinga, brandstoffenbandelaar, Apothekersdijk 16,
Leiden
Dat hij bij den onlangs plaats gehad hebbenden brand bij
de firma Gebr. Palm aan het Galgewater alhier den geheelen
avond en nacht voorzag in de behoefte aan steenkolen voor
de beide stoombrandspuiten
dat hij daarna zijne rekening indiende bij den commandant
der brandweer;
dat tot nog toe echter de voldoening zijner vordering achter
wege bleef;
dat hij een pas gevestigd jong patroon is, die alle krachten
moet inspannen om aan de concurrentie het hoofd te bieden
en, zooals begrijpelijk is, de betaling zijner leveranties hoog
noodig kan gebruiken.
Redenen waarom hij beleefd verzoekt om voldoening zijner
vordering, groot f 37.40 (zeven-en-dertig gulden en 40 cents).
't Welk doende
Uw onderdanige dienaar
C. Osinga.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Rekening, dienst 1905, van de Stads Bank van Leening.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
3°. Missive van het Bestuur der vereeniging «Leidens Belang"
houdende mededeeling van een in de openbare vergadering
van 24 April j.l. aangenomen motie inzake «vervroegde
winkelsluiting".
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden 13 Juni 1906.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Het Bestuur der Vereeniging «Leidens Belang" alhier, heeft
bij dezen de eer, Uedelachtb. mede te deelen, dat in de
openbare, druk bezochte Vergadering van bovengenoemde
Vereeniging op Dinsdag 24 April 1906, met algemeene stem
men een motie is aangenomen van den volgenden inhoud:
«De Openbare Vergadering, belegd door de Vereeniging
«Leidens Belang" den 24en April 1906,
gehoord het pleit, door den Heer W. van Rossum du
Chattel voor een vervroegd sluitingsuur voor winkels gehouden,
gehoord de daarop volgende debatten;
Overwegende:
1°. dat een vervroegde winkelsluiting een noodzakelijkheid
moet worden geacht;
2°. dat deze niet bereikbaar is door particulier initiatief;
3°. dat deze alleen door een wettelijke regeling mogelijk is;
draagt het Bestuur van «Leidens Belang" op, zich in
dezen geest met een adres tot den Gemeenteraad te
wenden en alle overige stappen te doen, die kunnen
leiden tot verbetering van dezen toestand."
Het Bestuur van «Leidens Belang"
W. Pera, Voorzitter.
C. v. d. Most van Spijk.
H. E. van der Heide.
W. J. Martinot.
L. G. van Dorp.
G. de Vink.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
4°. Verzoek van het Bestuur der vereeniging «Leidens
Belang" om den sluitingstijd van winkels bij verordening te
bepalen.
G. B. Z. SCHLATMANN.