DONDERDAG 21
DECEMBER 1905.
191
Eist, Zwiers, Witmans, Sijtsma, de Boer, van Tol, van Gruting,
Fokker, Zaalberg, van Hamel en Meuleman.
Tegen stemmen de heerenDriessen, Fockema Andreae, Bosch,
Bots, A. Mulder, Hasselbach, Le Poole, Juta, P. J. Mulder,
Korevaar, en de Vries.
De heer Fockema Andrew. Het kan zijn nut hebben, dat
ik, nu ik weet, dat U van plan is nog andere stukken te
laten drukkenin uw handen stel eenige amendementen, die
de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen wil voor
stellen. Wanneer U die misschien zoudt willen laten drukken
zou mij dat zeer aangenaam zijn. Als ik daarvan dan een
proef mocht hebben, zou ik dat aan de andere leden van de
Huishoudelijke Commissie kunnen laten zien.
De Voorzitter. Wij zullen gaarne aan Uw verzoek voldoen.
De heer Fockema Andrew. Een van mijn medeleden maakt
er mij op attent, dat wij over deze zaak toch zullen moeten
vergaderen. Dan zal het nog gemakkelijker zijn, dan kunnen
wij over de amendementen spreken en kan alles zoo gauw
mogelijk gaan.
De Voorzitter. Heeft een van de heeren voor deze ver
gadering misschien nog iets in het midden te brengen?
De heer Witmans. M. d. V, lk wensch slechts een vraag
te doen en wel over een pensioenkwestie. Er is mij dezer dagen
medegedeeld, dat een beambte van de stoomspuit, de machinist
Bouter, met 1 Januari a.s. eervol wordt ontslagen en dat die
man niet in het genot zal worden gesteld van pensioen. Die
man moet er nu uit, omdat hij 60 jaar is. Die man heeft, en
dat is waar ik op neerkom, een vast traktement gehad. Nu
komt het mij voor, dat die man had moeten staan op de lijst van
personen, die gerechtigd zijn in het pensioenfonds te deelen.
Ik wilde nu vragen, of we daarin niet in tegemoet kunnen
komen, door dien man, die 32 jaar een traktement eerst van
f25.later van f50.genoten heeft, in het genot te stellen
van een gratificatie of pensioen.
De Voorzitter: lk kan tot mijn spijt niet ingaan op het
geen U gezegd hebt, want de toepassing van de pensioen
verordening is bij Burg. en Weth. Als bet besluit eenmaal
genomen is, kunt u nog altijd zoodanige stappen nemen, als
U meenen mocht dat noodig kunnen zijn.
De heer Witmans. Dan hoop ik daarop te gelegener tijd
terug te kunnen komen.
De heer van der Elst. M. d. V. Nu we toch zooveel tijd
over hebben, zou ik gaarne willen weten, of Burg. en Weth.
er bezwaar tegen hebben iets mee te deelen omtrent den
stand van de Electrische Centrale.
De heer Juta. Daarop wil ik wel even dit antwoorden,
M. d. V., dat de Commissie voor de gasfabriek een rapport
heeft doen opmaken, welk rapport reeds aan Burg. en Weth.
is verzonden.
Daar niets meer aan de orde is en niemand meer het
woord verlangt, wordt de vergadering door den Voorzitter
gesloten.
Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.