190
DONDERDAG 21
DECEMBER 1905.
dat beslist mag worden overeenkomstig het eerste advies van
het college van stadsgeneesheeren.
Ik geloof, dat het om nuttelooze discussie te besparen, 't
beste is de behandeling aldus in te richten. De oorspronkelijke
voordracht van Burg en Weth. eindigt op blz. 82 in eenige
conclusies
1°. dat van gemeentewege geneeskundig toezicht zal worden
uitgeoefend op de leerlingen der bovengenoemde scholen voor
on- en minvermogenden; namelijk al de O. L. scholen 3een
4e soort en 5 bijzondere scholen.
2°. dat dit toezicht zich in hoofdzaak zal beperken tot de
leerlingen, welke lijdende zijn aan besmettelijke huid-, oog-
en keelziekten;
Het is nu gewenscht ons bij de algemeene beschouwingen tot
die conclusies te bepalen en daarin tevens te begrijpen de punten
1 en 2 van de voorstellen van de heeren Fokker en Meuleman.
Die heeren wenschen, dat van gemeentewege, bij wijze van
proef, gedurende den tijd van één jaar, onbeperkt geneeskundig
toezicht wordt uitgeoefend op de leerlingen der scholen voor
onvermogenden en ook op de schoollokalen en dat dit wordt
opgedragen, aan één schoolarts. In de derde plaats hebben
wij het voorstel van den heer van Gruting (ril. de eerste punten
daarvan), die verder wil gaan en wenscht: »dat van gemeente
wege onbeperkt geneeskundig toezicht van de leerlingen van
alle lagere scholen plaats vindemet facultatieve vrijstelling
der bijzondere scholen.
Voorts hebben wij nog de motie van de heeren Sijtsma en
Van der Eist. Als wij ons tot deze beide punten bepalen, nl.
dat er geneeskundig toezicht zal zijn en in welken omvang,
dan geloof ik, dat wij ook met betrekking tot de motie veel
overtollige discussies kunnen voorkomen. Dan zouden eerst
de beginselen van de verschillende voorstellen in omvraag
gebracht kunnen worden en daarna zal men zoo noodig tot
behandeling van het voorstel van B. en W. kunnen overgaan.
De heer Zwiers wenscht, dat de behandeling van de voor
stellen betreffende de schoolartsen wordt uitgesteld tot een
volgende vergadering. Voor dat voorstel is, meen ik, toch
geen grond. Het is nu eerst half vier en we kunnen dus nog
genoeg in 't algemeen discussiëeren, voordat wij tot de ver
ordening komen.
De heer Zwiers. Mag ik even het woord daarover hebben
De Voorzitter. Zeker, mijnheer Zwiers, IT hebt het woord.
De heer Zwiers. M. d. Vik heb het voorstel gedaan om
de discussies over de schoolartsen te verdagen, omdat we
hier een betrekkelijk onvoltallige vergadering hebben: er
ontbreken zeven leden. En in de tweede plaats komt daarbij,
dat een groot aantal amendementen en nieuwe voorstellen
eerst heden of gisteren, kort geleden althans, op schrift
zijn meegedeeld. Het leek mij beter, voordat we de discussies
over de verschillende voorstellen aanvangen, dat iedereen
die bekijkt, ze naast elkander kan leggen en het voor
en tegen van elk voorstel kan overwegen. Daarvoor heeft
mij althans de tijd ontbroken.
Nog weer bij de opening van deze zitting vond ik een nieuw
voorstel in druk op mijn plaats hier liggen, en wilde ik de
noodige aandacht aan de discussie's kunnen schenken, dan
was het mij ondoenlijk, dat voorstel a tête reposée te overwegen.
Ik zie dus geen mogelijkheid om met kennis van zaken al
de verschillende voorstellen thans te waardeeren en het voor
en tegen van elk zoo goed mogelijk na te gaan. We kunnen,
dunkt mij, de volgende 14 dagen uitstekend gebruiken, om
al de nieuwe voorstellen eens kalm te overwegen.
De Voorzitter. Het spijt mij, dat ik het niet met U eens
kan zijn. Wij hebben nu nog 2 uur voor de borst. Dat die
voorstellen te laat zijn ingediend, dat is toch werkelijk niet
de schuld van Burg. en Weth., dat komt voor rekening van
de heeren, die de voorstellen zoo laat hebben ingediend. Wij
hebben de ondervinding opgedaan, bijv. met het voorstel be
treffende de arbeidsbeurs, dat als wij de behandeling verdagen,
wij toch kort vóór de zitting weer nieuwe voorstellen krijgen,
ik geloof dus, dat wij door uitstel van de zaak het belang
van de Gemeente werkelijk niet dienen. Daar zijn zaken, die
eindelijk tot een beslissing moeten komen. Deze zaak is nu
5 jaar aanhangig geweest en de voordracht van Burg. en Weth.
is reeds in Juli ingediend. Wij zijn nu in December en vóór
het einde van het jaar mochten wij waarlijk deze zaak wel
beëindigen. De algemeene beschouwingen kunnen nu een be
hoorlijken tijd innemen, zoodat in de volgende vergadering
dan gelegenheid is, om de beraadslagingen over de onder-
deelen voort te zetten. Om er nu niet een begin mee te maken,
zou ik, lettende op den tijd, dien wij nog voor ons hebben,
niet willen aanraden.
De heer van der Elst. M. d. V. Mag ik naar aanleiding
van uwe opmerking even zeggen, dat U toch niet ontkennen
zult, dat, ofschoon er verscheidene stukken reeds een tijdlang
zijn ingediend, in elk geval het belangrijke rapport van de
Gezondheidscommissie eerst Maandag is ter visie gelegd. En
naar aanleiding van dat rapport is de heer van Gruting ge
komen met zijn voorstel; hij is lid van de Gezondheidscom
missie en dat lag dus voor de hand, terwijl aan den anderen
kant de heer Sijtsma en ik hebben afgewacht, totdat wij het
voorstel van de heeren Meuleman en Fokker onder de oogen
kregen, waarvan we wisten, dat het in voorbereiding was.
Wat nu het voorstel van den heer Zwiers betreft, ben ik
bereid met hem mee te gaan laten we nog 14 dagen
wachten; misschien is een week al voldoende.
De Voorzitter. Ik moet U opmerken, dat toch het advies
van de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen on
mogelijk voor ons een motief kan zijn, want dit gaat juist in
beginsel met ons mee. Het advies van de Gezondheidscommissie
heeft op de Leeskamer ter visie gelegen en in de voordracht van
Burg. en Weth. is daaromtrent reeds veel meegedeeld. Het rap
port van de Gezondheidscommissie is al eenige maanden geleden
in onze voordracht verwerkt. Als men zich dus van het rapport
van de Gezondheids-commissie had willen op de hoogte stellen
had men zich ter secretarie kunnen vervoegen. Maar als
men nu altijd blijft wachten, tot zoo'n rapport op de Lees
kamer ter visie komt te liggendan kan dat soms wel eenige
maanden duren. Maar bovendien is de voordracht reeds eenige
maanden geleden ingediendzooals ik daareven reeds opmerkte.
Ik voorspel, dat wij hetzelfde zullen zien gebeuren als wat
wij met de arbeidsbeurs hebben gehad. Toen is ook op
verzoek van een der leden de zaak uitgesteld en op den
dag der behandeling zelf zijn toch weer gewijzigde voor
stellen ingediend. Toen was er ook geen gelegenheid die
nader te ontwikkelen en te bestudeeren. Laten wij er dus
in vredesnaam in ieder geval mee beginnen.
De heer van Gruting. Mag ik even het woord, M. d. V.
De Voorzitter. Zou ik mogen weten waarover, mijnheer
van Gruting?
De heer van Gruting. Over een onjuiste opmerking, die U
gemaakt hebt. U hebt gezegddat het onze schuld is, dat we
zoo Iaat de motie hebben ingediend. Het heeft mij echter
verwonderd, dat toen de eerste maal ons advies in zake
schoolartsen is gekomenhet ontwerp nog niet bij de Gezond
heidscommissie was geweest. Ik, als lid van de Gezondheids
commissie, verbaasde mij, dat het onderwerp daar nog niet
was besproken. Dat is later pas gebeurd. Daarom is het
door U den vorigen keer uitgesteld geworden, dus omdat
het nog niet bij de Gezondheidscommissie was geweest.
Het tweede gedeelte van uw memorie van toelichting in zake
schoolartsen en daarbij het rapport van de Gezondheids
commissie hebben we eerst Zaterdagavond gekregen. Daarom
heb ik ook nu pas die motie ingediend, anders had ik dat
veel vroeger gedaan. Ik dacht echter, dat U uw voorstel
hadt teruggenomen en dat U met een geheel ander zoudt
zijn gekomen.
De Voorzitter. Nu blijkt toch voldoende, dat de heeren
van het rapport van de Gezondheidscommissie ten volle op
de hoogte zijn. U is zelf lid van de Gezondheidscommissie,
dus u zult wel kunnen zeggen, wat daarin staat, en hadt de
motieven, daarin vermeld, kunnen meedeelen.
De heer van Gruting. Ik herhaal, dat ik dacht, dat U het
voorstel teruggenomen zoudt hebben en dat U dan een geheel
ander voorstel te berde zoudt hebben gebracht, na met het rap
port van de Gezondheidscommissie kennis gemaakt te hebben.
De Voorzitter. Dat sluit toch niet uit, dat men kennis had
kunnen nemen van het advies van de Gezondheidscommissie.
Ik herhaal: De zaak is reeds eenige maanden aan de orde en
het dient nu toch nergens toe, om, omdat er eenige amende
menten zijn ingediend, die zaak nu aan te houden. Ik begrijp
dat niet; wij zuilen nu maar over het voorstel van den Heer
Zwiers stemmen.
De heer Fokker. M. d. V. Uit deze discussies blijkt duidelijk,
dat het wenschelijk zou zijn, bij een belangrijke zaak de leden
in de gelegenheid te stellen op hun gemak thuis van de stuk
ken kennis te nemen. Dat zou kunnen door de stukken bijv.
te vermenigvuldigen door drukken of met een cyclostyle, of
op andere wijze.
Ik wil Burg. en Weth. de ernstige vraag stellen, dat voor
een volgend geval te overwegen en wanneer daar bijzondere
kosten aan mochten verbonden zijn, den Raad uit te noodigen
de daarvoor noodige gelden toe te staan.
De Voorzitter. Ik zal het voorstel in stemming brengen
van den heer Zwiers, om niet met de behandeling van de
voorstellen omtrent de schoolartsen te beginnen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van den heer Zwiers, in stemming gebracht,
wordt met 13 tegen 11 stemmen aangenomen.
Voor stemmen de heeren: Vergouwen, van der Lip, van der