DON DER])AG 30 NOVEMBER 1905.
181
«Ondergeteekende heeft de eer aan den Raad voor te stellen,
»aan G. Riethoven, eervol ontslagen stoker bij de Stedelijke
«Gasfabriekeen pensioen toe te kennen van 'ja van zijn pen-
»sioengrondslag."
Verder refereer ik mij aan hetgeen de heer Sijtsrna gezegd
heeft.
De Voorzitter. Ik zal beginnen te beantwoorden, hetgeen
het laatste door den heer Sijtsma gezegd is, n. 1., dat men
de eisehen, die men stelt, niet op een goudschaaltje moet
wegen. Dat is een systeem, waar ik me niet in kan vinden.
Juist waar het geldt het naleven van de pensioenverordening,
moeten die eisehen stipt worden nagekomenwant indien
men, om het in den gemeenzamen zin uit te drukken, daar
mede de hand gaat lichten, dan weet men wel waar het
begin, maar niet waar het einde is.
Wanneer men de eisehen niet op een goudschaaltje weegt,
dan zal het resultaat zijn, dat de gemeente voor veel zwaarder
uitgaven, het pensioenfonds voor veel hooger uitkeeringen
te staan komt, dan in de rekening past van dengene, die het
systeem der pensioenverordening heeft in elkaar gezet, dat
dit dus wordt een misrekening.
Het advies van de dokters is niet aangevallen, maar is in
dien zin geïnterpreteerd, als zou daardoor bewezen zijn, dat
de ziekte een gevolg is van den dienst en in den dienst ont
staan. En wat staat in dat advies te lezen? Dat het zeer
goed door den dienst kan zijn, en dat het zelfs vrij waar
schijnlijk ismaar daarmede hebben wij niet noodig, daaraan
hebben wij niet genoeg. Wij moeten, waar wij deze verorde
ning toepassen, waarbij toch een betrekkelijk belangrijke som
wordt toegestaan, voor art. 3d de zekerheid hebben, dat een
ongeval, een ziekte, werkelijk in en door den dienst is ontstaan.
Zoo is de vraag, die altijd in dergelijke gevallen door ons
gesteld wordt. Voor dergelijke vrijgevige bepalingen kan men
niet in het onzekere blijven, want dan zet men de deur
open voor een zeker niet gering aantal personen, die even
eens zullen meenen op hooger pensioen aanspraak te hebben.
Waarom is deze verordening tot stand gekomen? Omdat
voordat zij er was, telkens bij het gemeentebestuur werd
aangeklopt om bijstand door personen, die door ziekte of on
geval hun werk niet langer konden waarnemen. Nu eens werd
een hoogere dan weer een lagere som voor dit doel beschik
baar gesteld, tot eindelijk besloten is een pensioen verordening
vast te stellen met vaste regels.
Hierbij werden wij geadviseerd door een zeer bevoegd des
kundige, die ook de hand heeft gehad in de redactie van de
verordening. Waar deze nu, op grond van zijn wiskunstige
berekeningen, tot de conclusie komt, dat niet een zelfde sys
teem voor elk geval kan gelden, daar komt het mij zeer
bedenkelijk voor, in deze af te wijken van de gemaakte onder
scheidingen en het stelsel der verordening omver te werpen.
Ik herhaal, als men toepassing vraagt van litt. d. van art. 3,
dan moet door deskundigen met zekerheid kunnen worden
aangetoondop dat oogenblik is door het werk en in het
werk ontstaan een ziekte, waardoor een persoon zijn werk
zaamheden niet verder kan verlichten. Aangezien dat hier
niet gebleken is, kunnen wij ook de beschouwing over de
levenservaringen van Riethoven niet al te zeer laten wegen.
Indien deze echter van meerdere zijden wordt bevestigd, dan zou
dat een aanleiding kunnen zijn om dit punt aan te houden.
Maar wijl bij daarover niet heeft gesproken tegen zijn dokter,
bestaat bij ons allerminst de zekerheid, dat werkelijk de toe
stand zoo is geweest als hij den heer Sytsma heeft gezegd.
Want ik zeg met nadruk, dat wanneer Riethoven die mede-
deelingen ook aan de dokters had gedaan, dan zou dat mede
zijn overwogen en uit het rapport blijken.
Daarom begrijp ik nog niet, waarom hij die mededeelingen
ook niet aan anderen heelt gedaan.
De heer Meuleman. M. d. V. Ik ben tot mijn spijt niet in
de gelegenheid geweest de stukken in te zien, maar waar ik
een verklaring lees dat »de lichamelijke gebreken, waarvoor
G. Riethoven is afgekeurd, ontstaan in zijn dienst, ook zeer
goed door den dienst ontstaan kunnen zijn," en dat «zelfs
vrij waarschijnlijk is aan te nemen, dat dit het geval is,"
daar durf ik te zeggen, dat dit een pertinente verklaring is
voor een chronische ziekte. Er is geen enkele medicus te
vinden, die meer doen zal. Elk geneeskundig onderzoek zou
dan geheel overbodig zijn, daar men toch «waarschijnlijk" moet
blijven zeggen. Een pertinente verklaring zullen wij niet ont
vangen.
De Voorzitter. Ik moet opmerken, dat wij toch verschei
dene geneeskundige verklaringen hebben, als door u onmo
gelijk geacht. Er staat hier: «het is vrij waarschijnlijk," en
dat is iets, dat niet kan leiden tot de conclusie, dat het vast
staat op grond van medisch adviesdat de ziekte in en door
den dienst is verkregen.
De heer Juta. Ik heb met verbazing van den heer Sijtsma
gehoord, dat Riethoven toen bij minder geschikt voor zijn
werk als stoker werd en bij wijze van medelijden als terrein
werker werd aangesteld om kans op meer pensioen te hebben,
dat hij toen voor het dragen van zware lasten werd gebruikt,
waardoor, zooals ik meen gehoord te hebben, zijn kwaal tot
tweemaal toe verergerd zou zijn.
Het bevreemdt mij dit te vernemen. Ik heb met den Direc
teur der gasfabriek gesproken over het verzoek van Riethoven,
maar de Directeur heeft mij niets gezegd van de bijzonder
heden, hier door den heer Sijtsma medegedeeld, zoodat ik de
juistheid daarvan moet betwijfelen. Het is uit een soort van
medelijden, dat wij Riethoven nog eenige jaren licht terrein-
werk hebben laten verrichten en nu hoor ik tot mijn ver
bazing, dat zijn kwaal daardoor verergerd zou zijn. Om de
juistheid daarvan beter te kunnen onderzoeken, zou ik het
wel van belang achten deze zaak tot een volgende vergade
ring uit te stellen.
De Voorzitter. Ik stel nu namens Burg. en Weth. voor
deze zaak tot een volgende vergadering te verdagen.
XXII. Voorstel tot het rooien en verkoopen van boomen.
(Zie Ing. St. no. 285.)
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
XXIII. Verzoek van J. van der Spek e. a. om de veemarkt
gedurende de maanden DecemberMaart te z»s uur te doen
aanvangen.
(Zie Ing. St. n°. 273).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming afwijzend op beschikt.
XXIV. Verzoek van de firma Guldemond en Zn. om vergun
ning tot verbreeding van de Mallegatsbrug onder Noord
wij kerhout.
(Zie Ing. St. n°. 282).
De heer Bots. Een enkel woord, M. d. V., niet om aan
merking te maken op de zaak zelve, maar omdat ik meen,
dat in dergelijke gevallen als dit, wanneer de Gemeente een
particulier elders ter wille is, het billijk zoude zijn, dat aan
de Gemeente eenige betaling gedaan werd voor de kosten
van toezicht op de uit te voeren werken.
Deze zaak is nu reeds te ver gevorderd en zoude het voor
adressante een onaangename surprise zijn, maar ik zoude aan
Burg. en Weth. wel willen verzoeken om te overwegen, of er
geen termen zijn, om in het vervolg, bij dergelijke vergun
ningen iets te bedingen als restitutie der kosten van toezicht.
De Voorzitter. We zullen uwe opmerking in overweging
nemen. Tegen het voorstel zelf hebt u dus geen bezwaar?
De heer Bots. NeenM. d. V.
De heer Korevaar. M. d. V. Ik sluit mij aan bij Uw
voorstel tot overweging van deze opmerking, maar ik wil
den heer Bots toch opmerken, dat die kosten zoo miniem
zijn, dat het bijna niet de moeite waard is om er een
conditie van te maken. Het verbreeden van die brug duurt
2 of 3 weken en de opzichter komt er toch met de fiets
langs, aangezien de weg aan ons behoort. Ik weet niet, welke
extra kosten daaruit voort zouden kunnen vloeien.
De heer Bots. M. d. V. Ik heb met mijn verzoek niet
bepaald dit geval op het oog, maar meer in het algemeen
eenige betaling voor de kosten van toezicht op dergelijke
uit te voeren werken, vooral als die wat verafgelegen zijn
en er ook reiskosten voor den opzichter bij komen. Ik geef
toe, dat dit werk per fiets kan bereikt worden, doch daar,
naar ik meen, de eigendommen der gemeente strekken tot
Halfweg, zoo kan het zeer goed voorkomen, dat dit een ander
maal niet het geval is.
De beraadslaging wordt gesloten.
Op het verzoek wordt zonder hoofdelijke stemming gunstig
beschikt.
XXV. Voorstel tot onderhandsche verhuring van drie loka
len in het Caeciliagasthuis aan A. J. den Hollander.
(Zie Ing. St. n°. 283).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
XXVI. Voorstel om een stukje grond aan den Maresingel
kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over
te nemen.
(Zie Ing. St. n°. 28i).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.