DONDERDAG
27 JULI 1905.
107
Zitting van Donderdag 27 Juli 1905.
Geopend des namiddags te 2 uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Benoeming van een lid der commissie voor het Stedelijk
Museum. (164)
2° Rekening, dienst 1904, van het Krankzinnigengesticht
«Endegeest" en het Sanatorium «Rhijngeest". (166)
3° Verzoek van de Leidsche Katoenmaatschappij, voorheen de
Heijder Co., om vergunning tot het bouwen van een
houten loods op het terrein der stoomweverij, kad. bekend
Sectie A. No. 1080, gemeente Leiden. (171)
4° Verzoek van den Majoor, Eerstaanwezend Ingenieur bij de
Genie, om vergunning tot het maken van een houten
afdak en een houten loods op het terrein van de Doelen
kazerne, kad. bekend Sectie F. No. 856 en A No. 641,
gemeente Leiden. (172)
5° Voorstel tot het verleenen van machtiging aan Commis
sarissen der Stedelijke Gasfabriek om zeven in de gemeente
Oegstgeest gelegen perceelen aan de gasleiding aan te
sluiten. (165)
6° Verzoek van E. A. T. Vermond om continuatie van de huur
van het stuk teelland, genaamd «het Galgeveld", gelegen
onder de gemeente Oegstgeest. (167)
7° Vaststelling van de verordening, regelende de heffing
van eene belasting onder den naam van «Liggeld" in de
gemeente Leiden. (174)
8° Vaststelling van de verordening, regelende de invordering
van de belasting onder den naam van «Liggeld" in de
gemeente Leiden. (174)
9° Vaststelling van de verordening, regelende de heffing van
eene belasting onder den naam van «Havengeld" in de
gemeente Leiden. (174)
10°. Vaststelling van de verordening, regelende de invordering
van de belasting onder den naam van «Havengeld" in de
gemeente Leiden. (174)
11° Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om
goedkeuring van den aanleg van een nieuwen filter. (173)
12° Verzoek van J. Botermans c. s., om verbetering te brengen
in den vervuilden toestand van de sloot langs de
Aloëlaan. (169)
13° a. Verzoek van T. J. Bousie om bestendiging van het ge
bruik van een stukje grond aan de Zwijnshoornsteeg, kad.
bekend Sectie F. No. 891, gemeente Leiden. (128 en 168).
b. Voorstel om over te gaan tot den openbaren verkoop
van dat stukje grond. (168)
14° Verzoek van J. en H. Bots om het gebruik van een strook
gemeentegrond, gelegen vóór de perceelen aan den Hoogen
Rijndijk, kad. bekend Sectie M. n^ 2408 en 2409, gemeente
Leiden. (170)
Tegenwoordig zijn 16 leden, als de heeren: Vergouwen,
Bots, Driessen, A. Mulder, van der Eist, Timp, Witmans,
van Gruting, van Tol, P. J. Mulder, Aalberse, Hasselbach,
Meuleman, de Vries, Kerstens, Bosch, alsmede de Burge
meester, Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Le Poole, Sijtsma, Paul, Korevaar,
van Hamel, van der Vlugt, Fockema Andreae, van Hoeken
en de Goeje wegens uitstedigheid, Juta wegens ongesteldheid,
Verhey van Wijk wegens verhindering, van der Lip, van Lidth
de Jende en Pera.
Er is ééne vacature.
De Voorzitter. Van den heer Verhey van Wijk is bij zijn
bericht van afwezigheid gevoegd een schrijven, dat ik den
Secretaris zal verzoeken voor te lezen.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 27 Juli 1905.
Zeer geachte Voorzitter.
Door andere bezigheden verhinderd heden in de zitting van
den Gemeenteraad tegenwoordig te zijn en een woord tot
afscheid te spreken, wensch ik langs dezen weg U, mijnheer
de Burgemeester, den Heeren Wethouders en overigen leden
van den Raad, alsmede den Secretaris, mijn besten dank te
betuigen voor de welwillende ontvangst in uwen kring en de
vele betuigingen van vriendschap die ik heb mogen ondervinden.
Moge, waar verschil van gevoelen, in eene vergadering als
het vertegenwoordigende lichaam eener groote gemeente, niet
kan uitblijven, de hoffelijke en aangename toon bij uwe ver
gaderingen, als voorheen, steeds blijven voorzitten,
doch mogen vooral de besluiten die genomen worden bevor
derlijk zijn aan den verhoogden bloei en de toenemende wel
vaart van onze goede stad.
Verhey van Wijk.
Den Heer Burgemeester, Voorzitter van den Gemeenteraad.
De Voorzitter. Ik geloof geheel in den geest van U allen
te spreken, wanneer ik den heer Verhey van Wijk dank
voor zijne vriendelijke woorden en goede wenschen en daarbij
tevens uitspreek de erkentelijkheid van den Raad voor de
vele diensten door hem aan de gemeente bewezen als lid van
den Raad en als lid van verschillende Commissiën, waarvan
hij deel uitmaakte. Ik geloof dat wij allen den heer Verhey
van Wijk met onze beste wenschen vergezellen.
Toejuiching
De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 13 Juli worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Missives van de heeren Dr. J. G. van der Sluys, (H. W.
Tieleman en F. de Stoppelaar, houdende mededeeling dat zij
de benoeming tot lid van het Bestuur der Stedelijke Werk
inrichting aannemen.
2°. Missive van G. J. B. A. Janssens, houdende mededeeling
dat hij de benoeming tot 3en geneesheer aan het Krankzin
nigengesticht «Endegeest", onder de gestelde voorwaarde,
aanneemt.
3°. Missive van Mej. J. Mossel, houdende mededeeling, dat
zij de benoeming tot onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e kl.
aanneemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van Mej. J. E. Labree, om eervol ontslag als
3e onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e kl. No. 4.
2°. Verzoek van Mej. L. A. E. van Nouhuijs, om eervol
ontslag als onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e kl.
3°. Verzoek van H. P. Schim v. d. Loeff, om vergunning
tot het bouwen van een houten bergplaats voor tuingereed
schappen enz., in den tuin van het perceel Hooigracht n°. 67.
4°. Verzoek van D. M. Koetser om afschrijving van plaat
selijke directe belasting, dienst 1905, van wijlen zijn vader
A. Koetser.
5°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hun
nen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1905.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
6°. Begrooting, dienst 1906, van de dienstdoende schutterij.
Wordt gesteld in handen van de Comm. van Financiën.
7°. Verzoek van H. J. Slegtenhorst, om eervol ontslag als
onderwijzer aan de school der 3e kl. No. 5.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
8°. Verzoek van A. J. Servaas om alsnog het stukje grond
aan de Zwijnshoornsteeg ondershands te mogen huren of koopen.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den EdelAchtbaren Heer Burgemeester der
gemeente Leiden.
Geeft met den meest verschuldigden eerbied te kennen,
Servaas, Antonius Jacobus, van beroep schoenmaker, wonende
Groenhazengracht n°. 29 in Uwe onderhoorige Gemeente, dat
hij naar aanleiding der Officieele kennisgeving in het Leidsch
Dagblad, van de te houden Gemeenteraads Vergadering op
Donderdag a. s., UEdelAchtbare beleefdelijk wilde verzoeken,
alsnog een poging te mogen aanwenden, tot het in huur ver
krijgen van het stukje grond aan de Zwijnshoornsteeg, kad.
bekend Sectie F n°. 891
dat hem, de huurprijs van den laatsten huurder bekend
zijnde; requestant daarentegen genegen is een hoogere huur
prijs te willen betalen en ingeval van onderlinge verkoop,
eveneens genegen is een hoogeren koopprijs te betalen, als
tot nu toe door eventueele koopers werd geboden en door U
werd gesommeerd.
Redenen, waarom requestant UEdelAchtbare eerbiedig wilde
verzoekengoedgunstig over bovenstaand verzoek te willen
beslissen.
'tWelk doende
Leiden, den Juli 1905. A. J. Servaas.
Zal worden behandeld bij punt 13 der agenda.