DONDERDAG 20 APRIL 1905.
41
10°. Missive van Gedeputeerde Staten, d.d. 10/18 April j.l.,
houdende mededeeling, dat door den Raad van Toezicht op
de spoorwegdiensten voorschriften zijn vastgesteld tot vermin
dering der maximum-snelheid op sommige punten van den
tramweg den HaagLeiden ten behoeve van de veiligheid
van het verkeer over dien weg.
Dit stuk luidt als volgt:
's-Gravenhage, den 10/18 April 1905.
In verband met het onderwerp, waarop betrekking had uw
schrijven, d.d. 2 December 1904 N°. 10/255, hebben wij de eer
U mede te deelen, dat door den Raad van Toezicht op de
spoorwegdiensten bij beschikking van 5 April 1.1. D. T. N°. 1108,
ten behoeve van de veiligheid van het verkeer over den stoom
tramweg den Haag—Leiden op sommige punten van dezen
weg krachtens art. 39, lid 3 van het tramwegreglement 1902
voorschriften zijn vastgesteld tot vermindering van de maximum
snelheid, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, welke
voorschriften in werking zijn getreden vijf dagen na den datum
der beschikking.
Voor zooveel Uwe gemeente betreft, is ten aanzien van het
spoorweggedeelte van de ambachtsschool tot het eindpunt der
lijn in het Noordeinde en omgekeerd de maximum-snelheid
der treinen bepaald op 5 K.M. per uur.
Wij verzoeken Ib'dit voorschrift ter kennis te brengen van
den Raad Uwer gemeente, opdat zoo noodig overwogen kunne
worden, in hoeverre krachtens art. 3, lid 3 der wet van 9 Juli
1900 (Stbl. N°. 118) bij verordening, onder Koninklijke goed
keuring, nog aanvullende voorschriften zullen behooren te
worden vastgesteld.
De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland,
J. J. Duynstee, loco Voorzitter.
F. Tavenraat, Griffier.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
dat Mr. Dr. C. E. van Strijen is benoemd tot Commies-redac
teur ter Gemeente-Secretarie in de plaats van Mr. H. H Cor-
nelissen, aan wien met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag
als zoodanig is verleend.
De Voorzitter. Aan Mr. Cornelissen is, bij de verleening
van het eervol ontslag, tevens dank betuigd voor de in zijn
betrekking aan de gemeente bewezen diensten, welke dank
betuiging wij ook meenen namens den Raad te hebben kunnen
uitbrengen. Toejuiching
Verder deelt de Voorzitter nog mede:
dat aan C. G. Holswilder, eervol ontslagen werkman aan
de Stedel. Gasfabriek, met ingang van 1 April j.l. een pensioen
is toegekend van f389.— 'sjaars en aan den eervol ontslagen
agent van politie K. F. van Venetie van 427.— 'sjaars, met
ingang van 17 April j.l.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een lid van de Plaatselijke Schoolcommissie.
(Zie Ing. St. n°. 83).
De Voorzitter. Mag ik de heeren van Hamel, P. J. Mulder,
van der Eist en van Tol verzoeken, het stembureau te
willen uitmaken?
Benoemd wordt met 22 stemmen de heer L. van der Laan.
1 briefje was van onwaarde.
II. Benoeming van een derde onderwijzeres in de hand
werken aan de school der 3e klasse n°. 3.
(Zie ing. St. n°. 89).
Benoemd wordt met algemeene (22) stemmen Mej. G.
Koolhaas.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de
genomen moeite.
III. Verzoek van Mej. A. M. E. Aghina om eervol ontslag
als 4e onderwijzeres in de handwerken aan de school der
3e klasse n°. 3.
(Zie Ing. St. n°. 78).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met
ingang van 1 Mei 1905 een eervol ontslag verleend.
IV. Verzoek van D. Stigter, arts, om eervol ontslag als
stads Genees- en Heelkundige.
(Zie Ing. St. n°. 82).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met
ingang van 1 Juni 1905 een eervol ontslag verleend.
V. Verzoek van A. van der Harst om eervol ontslag als
hoofd der school der 3e klasse n°. 1.
(Zie Ing. St. n°. 88).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met
ingang van 1 October 1905 een eervol ontslag verleend.
VI. Rekening, dienst 1904, van de Gezondheidscommissie.
(Zie Ing. St. n°. 80).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
VII. Staat van af- en overschrijving op de Begrooting,
dienst 1904, van de Stads Bank van Leening.
(Zie Ing. St. n°. 81.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
li III. Verzoek van het Bestuur der Leidsche Gymnastiek
Vereeniging »Ursus" om het gebruik van het Gymnastiek
lokaal aan de Garenmarkt.
(Zie ing, St. n°. 77).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gun
stig op beschikt.
IX. Voorstel tot het verstrekken van een jaarlijksch voor
schot uit de Gemeentekas ad 100 aan de hoofdonderwijzeressen
der openbare bewaarscholen voor de kosten van het schoon
houden der lokalen en het aanmaken van de kachels.
(Zie Ing. St. N°. 85).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen,
X. Voorstel om de Pinkstervacantie aan het Gymnasium
te doen vervallen en in plaats daarvan vacantie te geven
gedurende de week van de lustrumfeesten,
(Zie Ing. St. n°. 84).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XI. Voorstel om den naam »Wintersteeg" te veranderen
in dien van »Hooglandsche Kerkgracht."
(Zie Ing. St. n°. 86).
De hëer Sijtsma. M. d. V. Ik grijp deze gelegenheid aan
om een enkel woord te zeggen over de stegen in het alge
meen. Het voorstel thans aan de orde naar aanleiding van
het verzoek van een persoon, doet mij zien, dat Burg. en
Weth. niet krampachtig vasthouden aan den naam van steeg.
Ik heb onlangs, onder zeer ongelukkige omstandigheden, de
heeren stonden gereed om weg te gaan, gevraagd of Burg.
en Weth. in overweging wilden nemen het denkbeeld om
den naam van sommige stegen te veranderen in dien van
straten, waarbij ik als voorbeeld wees op de Zonneveldsteeg.
U hebt toen, M. d. V. gezegd, dat Burg. en Weth. het denk
beeld zouden overwegen, maar de toon waarop U dit zeide
en het ondeugende lachje waarmede het gepaard ging, deed
mij vermoeden dat die toezegging niet zoo ernstig gemeend was.
Nu is het niet aan het einde van de vergadering en der
halve wensch ik nu nog eens te vragen of Burg. en Weth.
mijn denkbeeld in overweging willen nemen om de namen
van enkele stegen te veranderen in die van straten.
Indien het antwoord ontkennend mocht luiden, dan zal ik
binnen betrekkelijk korten tijd daaromtrent een voorstel bij
den Raad indienen, maar ik heb veel liever, dat een der
gelijk voorstel uitgaat van Burg. en Weth. Tegen het in be
handeling zijnde voorstel heb ik natuurlijk geen bezwaar.
De Voorzitter. Dit voorstel is niet bepaald een uitvloeisel
van den wensch om deze steeg te promoveeren tot straat,
maar het is gedaan omdat onzes inziens dat deel van de Hoog-
landsche Kerkgracht ten onrechte den naam draagt van
Wintersteeg". Nu onze aandacht op deze vergissing werd
gevestigd, meenden wij die te moeten herstellen.
Wat uwe vraag betreft of wij bereid zouden zijn te over
wegen, sommige stegen of gangen in het vervolg straten te
noemen, dat hangt voor een groot deel daarvan af, of de
bewoners dier stegen zelf op die verandering prijs stellen;
het kan zeer goed zijn, dat zij er meer aan hechten dat de
plaats waar zij wonen den ouden naam van steeg blijft behouden.
Van een ernstigen aandrang om in de richting door den heer
Sytsma gewenscht, werkzaam te zijn, is ons niets gebleken.
Het zou ook wel kunnen zijn dat tegen de vervanging van den
naam steeg door dien van straat uit een historisch oogpunt
bezwaar bestonddaarover zou de gemeente-archivaris moeten
worden gehoord. Wat ik destijds heb gezegd wil ik thans nog
wel eens herhalen en zulks in vollen ernst, n.l. dat wij de
zaak in overweging zullen nemen en dat te zijner tijd, nadat
het oordeel van den gemeente-archivaris is ingewonnen, wij