u
Art. 13.
Hij controleert de bij hem ingekomen en volgeschreven
stokregisters met de desbetreffende door den adjunct-markt
meester en de havenrechercheurs overgelegde stortingsstaten
of andere bescheiden.
Art. 14.
Hij regelt de diensttijden en de werkzaamheden van het
onder hem gestelde personeelvoor zoover deze niet in ver
ordeningen, instructiën of reglementen nader zijn aangegeven.
Hij houdt toezicht op de handelingen en het gedrag van
dat personeel.
Art. 15.
Indien hij niet door dienst is verhinderdis hij op werk
dagen van 'smorgens 10 tot 12 uur, te zijnen kantore, voor
het publiek te spreken.
Art. 16.
Hij is verantwoordelijk voor de richtige uitbetaling van
het tractement aan de havenrechercheurs en brugwachters.
Art. 17.
Hij zorgt bij de betaling, in het vorig artikel bedoeld,
voor de vereischte inhoudingen, ten behoeve van het eigen
en weduwen- en kinderpensioen, houdt hiervan de noodige
aanteekening in een register en draagt dit geld ieder kwartaal
op een daartoe ingerichten staat ten kantore van den gemeente
ontvanger af.
Art. 18.
Hij houdt aanteekening van de op de verschillende markten
aangevoerde producten en dieren, voor zoover dit doenlijk is,
noteert de marktprijzen en zendt die jaarlijks ter gemeente
secretarie in.
Art. 19.
Hij verleent vergunning voor vaste of tijdelijke stand- en
ligplaatsen aan marktbezoekersvrachtrijders en schippers en
zorgt daarbij dat noch de openbare orde verstoord, noch de
veiligheid bedreigd wordt.
Art. 20.
Hij houdt ten behoeve van een behoorlijke naleving van
de ongevallenwet de noodige loonlijsten bij en zendt deze in
Maart en September bij Burgemeester en Wethouders in.
Art, 21.
Hij geeft de noodige bons af voor de levering en reparatie
van kleeding en schoeisel ten behoeve van het personeel en
houdt daarbij verder de vereischte administratie en inspectie.
Art. 22.
Bij feestenoptochtententoonstellingengondelvaarten
kermisdrukte en in 't algemeen wanneer er een bijzonder
druk verkeer te water of te land plaats heeft, geeft hij in
't belang der goede orde of publieke veiligheid de noodige
orders omtrent het al dan niet tijdelijk gesloten of geopend
houden der bruggen.
In het belang van den inwendigen dienst kan hij ook
bijzondere orders aan het personeel opdragen.
Art. 23.
Hij is bevoegd bij plichtverzuim of wangedrag van het
onder hem dienende personeel, dit te straffen met geheel of
gedeeltelijk verlies van verlof, een boete van niet hooger
dan f 1.en inhouding van vrije Zondagen.
Ook kan hij, zoo noodig, hen uit den dienst voorloopig
wegzenden.
Van deze handelingen geeft hij echter zoo spoedig mogelijk
kennis aan Burgemeester en Wethouders.
Misbruik van sterken drank en andere ernstige feiten
worden echter op voorstel van den Algemeenen markt- en
havenmeester door Burgemeester en Wethouders gestraft.
Art. 24.
Bij het ontstaan van vacatures bij den markt- en havendienst
dient hijter vervulling daarvan, bij Burgemeester en Wet
houders een voordracht in van 3 personen, niet jonger dan
23 en niet ouder dan 34 jaren.
Art. 25.
In geval van ziekte geeft hij zoo spoedig mogelijk kennis
aan Burgemeester en Wethouders en aan den Voorzitter der
commissie en doet zich dan vervangen door den adjunct
markt- en havenmeester.
Art. 26.
De Algemeene markt- en havenmeester behoeft voor een af
wezigheid van een tot en met drie dagen de toestemming van
den Burgemeester, voor een langer verlof de toestemming
van Burgemeester en Wethouders.
Art. 27.
Het is hem verboden:
a. middelijk ol onmiddelijk deel te nemen aan eenige aan
neming of levering ten behoeve van de gemeente;
b. middelijk of onmiddelijk geschenken aan te nemen van
personen met wie hij in zijn dienst in aanraking komt;
c. personeel in dienst der gemeente te gebruiken voor zijn
persoonlijke of huiselijke belangen;
d. aan anderen dan de commissie voor het marktwezen
bescheiden af te geven of te doen afgeven of inlichtingen
den dienst betreffende te verstrekken zonder vergunning van
Burgemeester en Wethouders.
INSTRUCTIE voor den adjunct markt- en havenmeester.
Art. 1.
De adjunct markt- en havenmeester staat onder de bevelen
van Burgemeester en Wethouders en meer in het bijzonder
onder die van den Algemeenen markt- en havenmeester.
Art. 2.
Alvorens zijne betrekking te aanvaarden legt hij in handen
van Burgemeester en Wethouders den eed of de belofte af,
dat hij al de plichten, aan zijn ambt verbonden, eerlijk, trouw,
en vlijtig zal nakomen.
Bovendien stelt hij een persoonlijken of zakelijkeri borgtocht
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders.
Art. 3.
Hij staat den Algemeenen markt- en havenmeester bij in
alles, wat op het dagelijksch beheer, de leiding en de regeling
van den geheejen dienst betrekking heeft en vervangt dezen
bij ziekte, afwezigheid of ontstentenis, voor zoover hem dit
wordt opgedragen.
Art. 4.
Zijn diensturen en werkzaamheden, welke laatste, be
houdens enkele administratieve bezigheden, in hoofdzaak be
staan in het innen van markt-, haven-, brug- en liggelden
en de dagelijksche regeling op de verschillende markten,
worden door den Algemeenen markt- en havenmeester vast
gesteld, in overeenstemming met de bestaande verordeningen.
Art. 5.
Van al zijn handelingen, den dienst betreffende, is hij ver
antwoording schuldig aan den Algemeenen markt- en haven
meester.
Art. 6.
Hij is verplicht van alle door hem geïnde gelden aan de
belanghebbenden quitanties af te geven, en het gelijkluidend
dubbel daarvan te boeken in het voor elke markt bestemde
stokregister.
Art. 7.
Tenzij de Algemeene markt- en havenmeester hem hiervan,
bij zeer drukke markten, geheel of gedeeltelijk ontheft, is hij
verplicht dagelijks de verschillende havenkantoren en brug-
wachtersposten te bezoeken om het ingekomen brug- en haven
geld in ontvangst te nemen. Bij ieder door hem ontvangen
dagtotaalbedrag plaatst hij zijn handteekening in de stokre
gisters.
Art. 8.
Hij verantwoordt de door hem ontvangen gelden aan den
Algemeenen markt- en havenmeester tweemaal per week op
de door dezen te bepalen dagen.
Art. 9.
Zonder toestemming van den Algemeenen markt- en haven
meester mag hij zich niet uit de gemeente verwijderen.
Is hij verhinderd zijn dienst waar te nemen, dan geeft hij
hiervan, met opgaaf van redenen, onverwijld kennis aan den
Algemeenen markt- en havenmeester.
Voor een verlof van ten hoogste drie dagen heeft hij zich
te wenden tot den Algemeenen markt- en havenmeester, voor
een langer verlof moet, door diens tusschenkomst, de toestem
ming van Burgemeester en Wethouders gevraagd worden.
Art. 10.
Het is hern verboden:
a. middelijk of onmiddelijk deel te nemen aan eenige aan
neming of levering ten behoeve van de gemeente;
b. middelijk of onmiddelijk geschenken aan te nemen van
personen, met wie hij in zijn dienst in aanraking komt;
c. personeel in dienst der gemeente te gebruiken voor zijn
persoonlijke of huiselijke belangen;
d. aan anderen dan de commissie voor het marktwezen be
scheiden af te geven of te doen afgeven of inlichtingenden
dienst betreffende, te verstrekken.