GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
13
i\(;i:kiiiii:\ sti kk>:\.
NO. 32. Leiden, 6 Februari 1905.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen, dat zij, indien door U wordt besloten tot aan
koop van eenige perceelen weiland achter het Terweepark en
van het perceel Terweepark n°. 8, tot het verstrekken van
een jaarlijksch voorschot uit de Gemeentekas aan de hoofden
der openbare lagere scholen ter bestrijding van uitgaven voor
het schoonhouden der lokalen en het aanmaken van de kachels
en tot beschikbaarstelling van gelden voor het maken van
eene inrichting tot het vastzetten van de stoelen in de Gehoor
zaal, geen bezwaar heeft tegen de wijze, waarop de daarvoor
henoodigde gelden op de begrooting zullen worden gevonden.
In dat geval stelt zij U derhalve voor de overgelegde be-
grootingsstaten vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
NO. 33. Leiden, 7 Februari 1905.
Ter vervulling van de vacature ontstaan door het over
lijden van den heer J. D. van Eijk, hebben wij de eer U,
overeenkomstig het advies van den Directeur-Scheikundige
van den keuringsdienst van eet- en drinkwaren, de volgende
aanbeveling aan te bieden voor de benoeming van een adjunct
keurmeester:
lo. W. VAN DER HEIDE, te Wageningen.
2°. M. WESSELS, te Wageningen.
3°. H. W. WOLFF, te Nijmegen.
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 34. Leiden, 7 Februari 1905.
De Commissie van Financiën heeft de eer mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening en verant
woording van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, ovei
den dienst 1904, geene bedenkingen heeft.
Zij stelt U derhalve voor die rekening goed te keuren:
in ontvangst adf 650.—
in uitgaaf 629.91
sluitende met een batig saldo van20.09
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 35. Leiden, 7 Februari 1905.
Tegen den in hare handen gestelden staat van af- en over
schrijving op de begrooting der dienstdoende Schutterij, dienst
1904, heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen.
Zij adviseert U mitsdien tot voorloopige goedkeuring van
dien staat te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
No. 36. Leiden, 14 Februari 1905.
Nu in uwe vergadering van 29 December j.l. tot de be
noeming van een nieuwen adjunct-markt- en havenmeester
werd overgegaan, komt het ons wenschelijk voor, dat ook de
werkzaamheden van dezen ambtenaar bij instructie worden
geregeld.
Tevens echter zal dan van deze gelegenheid moeten worden
gebruik gemaakt om ook de «Instructie voor den marktmeester
van de algemeene markt, binnen de gemeente Leyden", vast
gesteld door Uwe Vergadering bij Raadsbesluit van 0 Juny 1853,
door eene nieuwe, voor den algemeenen markt- en haven
meester, te vervangen.
Mitsdien geven wij U in overweging tot de vaststelling van
de beide U hierbij aangeboden instructies, welke door de com
missie voor het marktwezen werden ontworpen, over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
INSTRUCTIE voor den Algemeenen markt- en haven
meester.
Art. 1.
De Algemeene markt- en havenmeester staat onder de
bevelen van Burgemeester en Wethouders.
Art. 2.
Alvorens zijne betrekking te aanvaarden legt hij, in handen
van Burgemeester en Wethouders, den eed of de belofte af,
dat hij al de plichten aan zijn ambt verbonden eerlijk, trouw
en vlijtig zal nakomen en stelt bovendien een persoonlijken
of zakelijken borgtocht ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders.
Art. 3,
De Algemeene markt- en havenmeester zorgt voor de nauw
keurige handhaving van alle verordeningen, bepalingen en
dienstorders welke op den markt- en havendienst betrekking
hebben, voor zoover de uitvoering aan hem of aan het onder
hem gestelde personeel is opgedragen.
Art. 4.
Hij dient den Raad, Burgemeester en Wethouders en der
Commissie voor het marktwezen van bericht en raad, hetzij
dit van hem gevraagd wordtof hij dit in het belang van
den dienst noodig acht.
Doen zich gewichtige gebeurtenissen in den dienst voor,
dan geeft hij zoo spoedig mogelijk kennis aan Burgemeester
en Wethouders en voor zoover zulks het marktwezen betreft,
ook aan den Voorzitter der commissie.
Voor gewone aangelegenheden, voorstellen of verzoeken,
het marktwezen betreffende, wendt hij zich tot den Voor
zitter der commissie.
Art. 5.
Hij zorgt voor de naleving der instructies, reglementen en
dienstorders ten aanzien van het onder hem gestelde per
soneel vastgesteld.
Art. 6.
Hij is belast met de regeling van alle markten en met
alles wat betrekking heeft op den havendienst en het markt
wezen. Hij draagt zorg voor het reinhouden, de verwarming
en verlichting van de marktgebouwenhavenkantoren en
brugwachters-posthuizen.
Art. 7.
Hij is verantwoordelijk voor de dienstregeling in haren
vollen omvang. Hij bereidt het noodige voor bij verpachtingen
en lotingen; maakt de van hem verlangde concepten, rap
porten verslagen en ontwerpen op 't gebied van den markt
en havendienst. Hij onderzoekt alle ingekomen klachten en
treedt in overleg met den Commissaris van politie en den
Directeur van gemeentewerken, waar het belang van den
dienst dit vereischt.
Art. 8.
Hij draagt zorg dat de scheepvaart zoo min mogelijk
belemmering ondervindt, regelt de lig- laad- en losplaatsen
en neemt zijn maatregelen, desnoods gesteund door den sterken
arm, wanneer opstopping van vaartuigen of versperring in
de vaart plaats heeft of de openbare orde of veiligheid te
water wordt verstoord of bedreigd.
Art. 9.
Hij houdt toezicht op de behoorlijke bediening van bruggen
en zorgt dat deze, zoowel in- als uitwendig, zindelijk door
de brugwachters worden onderhouden.
Art. 10.
Hij zal ook, in 't belang der walmuren, remmingwerken
en overige kunstwerken der gemeente, alles aanwenden wat
mogelijk is om deze zoo min mogelijk van de scheepvaart
te doen lijden.
Art. 11.
Hij zendt de processen verbaal wegens overtreding der
bepalingen van de verschillende verordeningen en reglementen
zoo spoedig mogelijk aan de bevoegde autoriteit, en moet die,
welke betrekking hebben op het toebrengen van schade aan
bruggen en overige kunstwerkentoebehoorende aan de
gemeente Leidenbinnen 2 x 24 uur aan den Burgemeester
doen toekomen.
Art. 12.
Hij boekt alle door hem ontvangen gelden in voor iederen
tak van dienst afzonderlijk bestemde en ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders ingerichte registers en draagt
zorg dat de markt- en havengelden wekelijks en de brug-
en liggelden maandelijks ten kantore van den gemeente-ont
vanger worden gestort op dag- week- en maandstaten, in
tweevoud opgemaakt en door hem onderteekend.