op 1 Mei 1905 geen volledig gebruik is gemaakt, of aan de
gestelde voorwaarden niet is voldaanzullende adressante
alsdan gehouden zijn de eventueel reeds uitgevoerde werken
op te ruimen en voor hare rekening den Haarlemmertrekvaart-
weg met bermen in den oorspronkelijken toestand en geheel
ten genoegen van Burgemeester en Wethouders te herstellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan het Bestuur der Gemeente Leiden.
Geeft beleefdelijk te kennen:
Cornelia Johanna Baronesse van Pallandt, Douairière van
den Hooggeboren Heer Jan Carel Elias Graaf van Lvnden,
wonende op den Huize Keukenhof te Lisse.
Dat adressante verlangt zoodra mogelijk over te gaan tot
de afzanding van eenige Hectaren Duin gelegen onder Noord-
wijkerhout, tegenover Hare Woning Twistduin in de zooge
naamde Oostduinen kad. bekend ten hare name onder Sectie E,
nummers 181, 649, 990.
Dat daartoe noodig is, dat de te graven zandvaart van af
daar wordt doorgetrokken tot aan de Leidsche Trekvaart, en
alzoo eene doorsnijding van het Jaagpad (Trekweg) gelegen
nabij en Zuidelijk de scheiding tusschen de Gemeenten Haar
lem en Leiden, behoorende aan de Gemeente Leiden, kadastraal
bekend ten name van de Stad Haarlem en cons,
de Stad Leiden onder Sectie A nummers 40 en 641.
Dat zij alzoo de vergunning daartoe o.a. noodig heeft van
Uw Gemeentebestuur en beleefd verzoekt de billijke voorwaar
den, waarop die vergunning verleend zal worden te mogen
ontvangen.
't Welk doende enz.
C. J. van Lynden geb. van Pallandt.
Lisse, 24 Dec. 1904.
N°. 20. Leiden, 27 Januari 1905.
Aangezien met 1 Mei a.s. de huur eindigt van het perceel
Aalmarkt n°. 6, krachtens raadsbesluit van 11 Februari 1904
voor den tijd van één jaar verhuurd aan W. Doornaar wed.
G. Karg alhier voor f 304.per jaar, en deze het verlangen
heeft te kennen gegeven de huur weder voor den tijd van
één jaar te verlengen waartegen bij ons college geen
bezwaar bestaat geven wij Uwe Vergadering in overweging
het perceel Aalmarkt n<>. 6 weder voor den tijd van één jaar,
ingaande 1 Mei 1905 en mitsdien zullende eindigen 30 April
1906, te verhuren aan W. Doornaar, wed. G. Karg, voor
f 304.per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N«. 21. Leiden, 27 Januari 1905.
Onder overlegging van het advies van den Arrondissements-
Schoolopzierier en van het bericht van het Hoofd der School,
hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht
aan te bieden voor de benoeming van eene tweede onder
wijzeres in de handwerken aan de Openbare School der 3e
klasse N°. 3, ter vervanging van Mej. G. C. A. Dikshoorn, in
de raadszitting van den 8en December benoemd tot le onder
wijzeres aan deze school:
lo. Mej. S. E. VAN DER WIEL, 3e onderwijzeres aan de
Openbare School der 3e klasse, N«. 1.
2o. Mej. F. E. PEN, 3e onderwijzeres aan de Openbare School
der 3e klasse, No. 5.
3». Mej. M. RITMAN, 3e onderwijzeres aan de Openbare
School der 3e klasse, No. 3,
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 22. Leiden, 27 Januari 1905.
Van het verzoek van het collegium van het Leidsch
Studentencorps om het Van der WerlTpark te mogen inrich
ten tot feestterrein voor de aanstaande lustrumfeestenwerd
door ons mededeeling gedaan aan den Minister van Binnen-
landsche Zaken aangezien het park aan het Rijk is afgestaan
ten behoeve van de oprichting van academische gebouwen.
Door Zijne Excellentie werd ons daarop bij schrijven van
23 dezer bericht, dat harerzijds geen bezwaar bestond tegen
het verleenen van de gevraagde vergunning, mits daaraan
de volgende voorwaarden werden verbonden:
lo. dat gedurende den bouw en het afbreken van de feest
tent en tijdens de feestweek onafgebroken, zoowel gedurende
den dag als des nachts, voor rekening van het collegium van
het Leidsch Studentencorps een door den Directeur van het
museum voor Natuurlijke Historie aan te stellen wacht het
gebouw bewake, die de brandslangen van het museum gereed
houdt
2°. dat tusschen het feestgebouw en het museum een
afstand van minstens 7 meter blijve voor het hooge gedeelte
en minstens 3 Meter voor het lage gedeelte;
3°. dat de door ons college te geven voorschriften zoowel
wat omheining van het terrein betreft, als de oplevering er
van 11a afloop van het feest, enz. worden opgevolgd; en
4°. dat het terrein op 1 Augustus e. k. weder geheel ont
ruimd zal zijn.
Aangezien nu ook onzerzijds, evenmin als bij de commis
sie van fabricage, bezwaar bestaat het park tijdelijk voor
het beoogde doel af te staan, geven wij u in overweging aan
het collegium van het Leidsch Studentencorps vergunning
te verleenen om
1°. het Van der Werffpark in te richten tot feestterrein
voor de dit jaar te houden lustrumfeesten;
2°. daarop te plaatsen een houten feestgebouwingericht
overeenkomstig de ingediende teekeningen, aan de zijde van de
Raamsteeg, tusschen het museum voor Natuurlijke Historie
en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, op nader door ons
college aan te wijzen plaats; en
3°. het park van af een nader door ons college te bepalen
tijdstip voor het publiek verkeer af te sluiten;
een en ander onder de voorwaarden, door den Minister
van Binnenl. Zaken bij schrijven van 23 dezer bedongen en
voorts onder bepaling:
1°. dat het ijzeren hek langs de Raamsteeg en de schutting
langs de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, voor zoo
veel noodig, door de gemeente, doch voor rekening van het
collegium zullen worden verwijderd en weder geplaatst;
2°. dat het verplaatsen, bewaren en herplaatsen van hoo
rnen heesters, enz. door de gemeentevoor rekening van het
collegium zal geschieden;
3°. dat de kosten van herstel van aan het park of andere
gemeente-eigendommen toegebrachte schade door het colle
gium zullen worden gedragen; en
4°. dat alle nader door ons college noodig geachte voor
schriften, zoo ter zake van de inrichting van het feestterrein,
de afsluiting en het gebruik daarvan, als anderszins, door
het collegium zullen worden in acht genomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 23. Leiden27 Januari '1905.
Zooals u bekend is, zal weldra tot den bouw van den tweeden
vleugel van het museum voor Natuurlijke Historie in het Van
der Werffpark worden overgegaan. Wanneer ook deze voltooid
is, zal er zoo weinig van dat park overblijven, dat het over
schietend gedeelte ternauwernood dien naam zal kunnen dragen.
Daarom is het dringend noodig dat worde omgezien naar
een ander terrein, dat eventueel voor den aanleg van een
volkspark zou kunnen worden gebruikt. Want dat zulk een
park in onze toch zoo zeer van pleinen en open plaatsen
verstoken stad niet op den duur zal kunnen worden gemist,
is onze stellige overtuiging, die ongetwijfeld door Uwe Ver
gadering zal worden gedeeld.
Wel beschikt de gemeente nog over terreinen aan de
Iloogewoerdspoort (het zoogenaamde Raamland) en over een
terrein aan den Zoeterwoudschen Singeldat destijds voor een
proefneming met de biologische reiniging werd aangekocht,
maar aangezien deze terreinen met uw goedvinden reeds meer
dan eens ter beschikking werden gesteld van het Rijk voor de
vestiging van rijksgebouwen, zouden zij, indien het Rijk, wat
wij hartelijk mogen hopen, van dit aanbod der gemeente
mocht gebruik maken, niet meer voor den aanleg van een
volkspark kunnen worden aangewend, daargelaten nog in
hoeverre zij overigens voor dat doel geschikt zouden mogen
worden geacht. Maar bovendien is het geenszins onmogelijk
dat het Rijk wel bereid zou blijken tot de vestiging in onze
gemeente van de bedoelde rijksgebouwen over te gaan, indien
andere dan de aangeboden terreinen ter beschikking konden
worden gesteld, omdat deze om de een of andere reden niet
aan de te stellen eischen beantwoorden.
Om al deze redenen schijnt het ons dringend geboden, dat
de gemeente zich de beschikking over nog andere terreinen,
zoo mogelijk in een ander gedeelte der gemeente, verzekere.
En daarom is het ons dubbel aangenaam u te kunnen mede-
deelendat de gemeente in de gelegenheid gesteld is zich
door aankoop voor niet te hoogen prijs den eigendom te ver
werven van een zeer gunstig gelegen terrein aan den noord-