GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. INGEKOMEN STUKKEN. No. i. Leiden, 2 Januari 1905. Bij raadsbesluit van den 14en April 1904 werd de gemeente- begrooting voor 1904 verhoogd met ƒ12300. het gezamenlijk bedrag der koopsommen van eenige ten behoeve van de uit breiding der veemarkt aangekochte panden aan de Binnen vestgracht, de Lammermarkt en in de Guldemanspoort. Blijkens de thans ontvangen nota van de o erdrachtskosten bedroegen deze laatste 481 375, met welke som de begrooting derhalve alsnog moet worden verhoogd. Wij bieden U te dien einde ter vaststelling aan een suppletoire begrooting, dienst 1904, strekkende tot verhooging van Volgnr. 214 «Kosten van de vergrooting der Veemarkt" en van Volgnr. 59 «Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken", beide met ƒ481.375. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 2. Leiden, 4 Januari 1905. Bij nevensgaand adres wordt ons door de firma Tieleman en Dros, fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen alhier, gewezen op de moeielijkhedenwelke zij ondervindt, bij leveranties ten behoeve van de departementen van Kolo niën, Marine of Oorlog, ten gevolge van de oprichting van het openbaar slachthuis. Dientengevolge toch kan zij moeilijk concurreeren met leveranciers uit gemeenten, waar geen openbaar slachthuis bestaat. En het is daaromdat zij ver zoekt om of wel vrijstelling van de verplichting tot slachten in het abattoir en van de gemeentelijke keur voor de dieren, welke voor bovenbedoelde leveranties bestemd zijn óf wel indien dit niet mogelijk is, toepassing ook voor deze dieren van het slaclittarief, dat thans reeds op voor export geslachte dieren wordt toegepast. Aan het eerste gedeelte van dit verzoek kan uit den aard der zaak niet worden voldaan. Dan toch zouden weer hier en daar in de gemeente particuliere slachtplaatsen verrijzen, terwijl juist een van de hoofdmotieven, waarom tot de op richting van een abattoir werd overgegaan dit was, dat de particuliere slachterijen uit de stad zouden verdwijnen. En vrijstelling van de gemeentelijke keur heeft bij behoud van de verplichting tot slachten in het slachthuis geen zin meer, omdat in het slachtloon immers reeds het keurloon begrepen is. Daarentegen meenen wij met de commissie voor het slacht huis en den Directeur dier inrichting dat voor inwilliging van het tweede gedeelte van het verzoek zeer veel te zeggen is. Immers het vleesch van de hier bedoelde dieren is geheel bestemd voor consumptie buiten Leiden en kan dus met. dat van voor export geslachte dieren geheel op één lijn worden gesteld. Van onbillijke bevoorrechting dezer leveranciers tegen over andere vleeschproducenten hier ter stede kan geen sprake zijn, juist omdat het vleesch verduurzaamd moet worden en voor consumptie elders bestemd is, en concur rentie met vleeschverkoopers hier ter stede dus is uitgesloten. Ten einde dit nog duidelijker te doen uitkomen wenscht de slachthuiscommissie een zeker minimum-aantal dieren genoemd te zien, dat in de leverantie moet begrepen zijn en zou zij toepassing van het export-tarief op een kleiner aantal dieren slechts dan wenschen te zien toegelaten, wan neer de betrokken leverancier duidelijk kan aantoonen, dat door een van de Departementen op aanvulling eener vroeger gedane leverantiewelke te klein bleekwordt aangedrongen. Als minimum-aantal stelt de commissie voor 100 dieren. Bovendien zullen de noodige voorzorgsmaatregelen tegen even- tueele fraude moeten worden getroffen. Ons geheel met het advies der commissie vereenigende stellen wij u mitsdien voor: 1°. aan art. 2 der verordening van 11 December 1902 (Gem. BI. n°. 32), gewijzigd bij verordening van 26 Mei 1904 (Gem. BI. n°. 21), toe te voegen een nieuw lid lila luidende als volgt: «Het onder III omschreven tarief geldt ook voor dieren, geslacht door of voor hier ter stede gevestigde fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen, ten behoeve van leveranties van verduurzaamd vleesch aan de departementen van Kolo niën, Marine of Oorlog, indien de belanghebbenden, door het overleggen van voldoende overtuigingsstukken, ter beoor deeling van Burgemeester en Wethouders, het bewijs leveren, dat zij de gunning van een bepaalde leverantie van verduur zaamd vleesch hebben gekregen en daarvoor ten minste honderd dieren moeten slachten of doen slachtenook andere door Burgemeester en Wethouders noodig geachte gegevens verstrekken en bovendien de door dit college ter voorkoming Yan fraude te geven voorschriften opvolgen. Het bepaalde omtrent het minimum-aantal dieren geldt niet, indien de belanghebbenden ten genoegen van Burge meester en Wethouders het bewijs leveren, dat zij moeten slachten of doen slachten voor eene leverantie ter aanvulling van een in het eerste lid bedoelde leverantie." 2°. aan art. 22 der verordening van 22 Januari 1903 (Gem. BI. n°. 4) op den invoer, enz. toe te voegen: «Voor de stempeling van goedgekeurd vleesch, afkomstig van in de gemeente Leiden geslachte dieren en hetwelk bestemd is om door hier ter stede gevestigde fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen in verduurzaamden staat geleverd te worden aan de departementen van Koloniën, Marine of Oorlog, wordt door Burgemeester en Wethouders een bijzonder stempelmerk vastgesteld." 3°. aan art. 28 dier verordening toe te voegen een nieuwe littera eluidende: «Vleesch voorzien van het stempelmerk, bedoeld in het 3e lid van art. 22"; 4°. in art. 29 dier verordening in plaats van »a, b, c, en d" te lezen: a. b, c, d en e". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente «Leiden." Geven met verschuldigde eerbied te kennen, Tieleman Dros, fabrikanten van verduurzaamde Levensmiddelen, alhier dat zij tengevolge van de abattoirkosten in deze gemeente een ongelijken strijd hebben te voerendaar waar het publieke aanbestedingen betreft van verduurzaamd vleesch in blik ten behoeve van de Departementen van Koloniën, Marine en Oorlog, tegen fabrieken in plaatsen zonder abattoir, alwaar derhalve de slachtkosten belangrijk minder zijn dat deze kosten bij eene publieke inschrijving eene over wegende rol kunnen spelen dat van hetgeen door hen in verduurzaamde toestand aan de Departementen wordt geleverd niets in deze gemeente wordt in consumptie gebracht dat de Departementen bovendien hunne eigen keurmeesters en controle hebben redenen waarom adressanten verzoeken om vrijstelling van het verplicht slachten in het gemeente-abattoir en van de gemeentelijke keur of zoo aan dit verzoek niet kan worden voldaan, dat hen, voor hetgeen door hen voor bovenbedoelde leveringen zal worden geslacht, het tarief zal worden bere kend dat vastgesteld is in art. 2 sub 111 voor dieren voor Export geslacht. Adressanten verbinden zich in deze gevallen door over legging der officieele bescheiden enz. der gemeente de noodige controle te geven. 't Welk doende Tieleman Dros. N°. 3. Leiden, 4 Januari 1905. Door het Bestuur van de Leidsche Zwemclub werd onze aandacht gevestigd op de gemeentelijke zwemplaats in den Heerensingel, waar het, naar zijne meening, wenschelijk zoude zijn eenige veranderingen aan te brengen. Het valt niet te ontkennen, dat deze inrichting niet meer in alle opzichten beantwoordt aan de daaraan te stellen eischen, zoodat, nu ons na ingesteld onderzoek bleek dat de meeste van de door genoemd bestuur aangegeven veranderingen inder daad verbeteringen zijn te noemenhet ons gewenscht voor komt die te doen aanbrengen. In de eerste plaats behoort, teneinde het zwemmen en duiken aldaar beter tot zijn recht te doen komen, van het bassin, dat op geen enkele plek dieper dan 1.25 a 1.40 M. is, een met een rasterwerk te omgeven gedeelte tot 2.50 M. te worden uitgediept. Voorts zal in het bassin nog eene trap geplaatst en een daaraan aansluitend, naar een der kleedbanken leidend houten vloertje op den grasberm gelegd moeten worden, terwijl een aantal kleedkamertjes niet langer mag ontbreken. Het maken van kamertjes langs de geheele lengte van het bassin brengt vrij hooge kosten mede en is ook niet strikt noodzakelijk, Voorloopig kan in de bestaande behoefte worden voorzien door het veranderen van de vóór het midden van het bassin staande, thans open kleedloods, in welke, door het aanbrengen van schotten en deurtjes van de vereischte afmetingen, een 22-tal kleedkamertjes kan worden aangebracht. Eindelijk behooren de privaten, welke zich aan een der uiteinden van het bassin, boven het water bevinden en hunne loozing onmiddellijk naast dit bassin hebbenverwijderd te worden en zullenin plaats daarvanop het terrein der in richting, bij den ingang, nieuwe privaten moeten worden aangebracht. De kosten, aan de uitvoering der bovengenoemde werken verbonden, worden op ƒ1600.begroot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1905 | | pagina 1