180
DONDERDAG 8 DECEMBER 1904.
Ten tweede
Dat er rekening zal gehouden worden met gecombineerde
zaken waar per glas en per maat verkocht word.
Tevens ook met Hotels die geen vergunning behoeven te
betalen, doch de meeste Hotels hier ter stede vergunning er
bij hebben.
Ten derde
Dat de jaarlijksche geschatte huurwaarde die de Localiteit
in verband met de omzet van het bedrijf een vierde is van
het bij sub. A. tot en met E. genoemde winst.
Dat deze berekening geheel overeenkomt met het thans
betaalde vergunningsrecht, ten minste dat van gemeentewegen
schatters worden aangesteld die met de toestand van de ver
gunninghebbende op de hoogte zijn, dat tot nog toe het geval
niet was, daar zelf het laatste jaar bij de schatting gebleken
is dat de gemeenteschatter verschillende vergunninghouders
niet bezocht heeft en maar willekeurig heeft opgeslagen, waar-
schijndelijk is dit te wijten aan den hoogen leeftijd van bijna
tachtig jaar.
Mogt het den Raad uit deze opgave niet duidelijk blijken
zijn wij ten alle tijden bereid verdere inlichtingen te geven,
en als het ons vergund ware de geheele rijksinslag van de
thans bestaande vergunningen te geven, zouden wij gaarne
een voorloopige aanslag volgens onze aangegeven sijfers willen
maken.
Ten slotte voegen wij er nog aan toe dat het vergunnings
recht een belasting is, welke van de winst van het bedrijf
betaald moet wordendus dat den aanslag van het locaal in
verband met den omzet van het bedrijf uit de winst berekend
zal worden.
Hiermede meenen wij den Raad voldoende te hebben toe
gelicht en de overtuiging als den Raad dit voorstel aanneemt,
aan vele grieven welke in de vorige Drankwet plaats vond
tegemoed zijn gekomen.
Leiden, 1 December 1904.
Zal worden behandeld bij punt 17 der agenda.
5°. Adres van de hoofdlieden der gemeentewaag, houdende
verzoek om het bedienen der weegschalen op de eerstdaags
te openen vette varkensmarkt op te dragen aan de vaste
werklieden der Gemeentewaag.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente te Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de gezamenlijke
vaste werklieden der Gemeentewaag alhier,
dat zij eerbiedig de vrijheid nemen zich tot Uedelachtbaren
te wenden, ten einde het volgende onder Uwe aandacht te
brengen
dat zij reeds gedurende eenige jaren in hunne inkomsten
zeer zijn achteruitgegaan, daar zij door het wegen van de
varkens iets, wat indertijd nog al van beteekenis was
dikwerf particulier sleperswerk moesten laten wachten, wat
later ten gevolge had, dat zij dat werk en de daaraan ver
bonden verdiensten, bij het ontstaan van expedituurs, eerst
ten deele, daarna geheel in handen van genoemde vracht
rijders zagen overgaan;
dat zij bij dezen achteruitgang van inkomsten later door
de openstelling van het algemeen slachthuis ook hun verdere
verdiensten zich bijna geheel zagen ontnemen, doordien aan
die inrichting ook het wegen der varkens plaats vond, wat
wel niet de gemeente schaadde, maar zeer ten nadeele was
van adressantenimmers het transporteeren dezer dieren kwam
voor hen daardoor te vervallen, een arbeid, waarvan zij het
juist moeten hebben;
dat de toestand door deze verliezen voor hen en hunne
gezinnen nijpend is, hetgeen zich gemakkelijk laat verklaren,
te meer nog, indien zij daarbij aangeven de groote kosten,
welke zij te bestrijden hebben voor paard, wagen, gereed
schappen en hulppersoneel, dat laaste gedurende de beide
laaste dagen van iedere week, hetgeen gezamenlijk eene weke-
lijksche uitgave van hen vordert van f 22 a f 24.
dat zij daarom de vrijheid nemen U eerbiediglijk te ver
zoeken hun het voorrecht te schenken het bedienen der weeg
schalen aan de eerstdaags te openen vette-varkensmarkt aan
hen op te dragen, een arbeid waarbij zij vroeger reeds aan
den Waag en nu in de laatste zes jaren des Vrijdags aan de
Varkensmarkt, naar zij hopen de blijken hebben gegeven,
voldoende daarmede vertrouwd te zijn.
't Welk doende,
de hoofdlieden der gemeentewaag te Leiden
P. de Bruin.
J. Olivier.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
6°. Adres van het Bestuur der afd. Leiden van den Christelijk-
Nationalen Werkmansbond, houdende verzoek om ten behoeve
van de opgerichte arbeidsbeurs slechts voorwaardelijk subsidie
te verleenen en, wanneer geen subsidie uit de gemeentekas
wordt verleend, van gemeentewege een arbeidsbeurs op te
richten.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
OndergeteekendenVoorzitter en Secretaris van den afd.
Leiden van de Chr. Nation. Werkmansbond, geven met ver
schuldigden eerbied te kennen, dat zij namens het Bestuur
van de afd. Leiden, en namens de Onderafd. voor den Bouw
en aanverwante vakken, het volgende met gepasten eerbied
onder den aandacht van den Gemeenteraad brengen, in ver
band met het besluit van Uwe vergadering, gehouden op
27 October j.l. in zake een eventueele subsidie aan een
arbeidsbeurs.
Ten eerste:
dat de oprichting van een arbeidsbeurs gewenscht is.
Ten tweede:
dat eene arbeidsbeurs zoo onpartijdig mogelijk moet worden
bestuurd, indien mogelijk èn door patroon(s) en door knecht(s)
bestuursleden van erkende vereenigingen.
Ten derde:
dat eene arbeidsbeurs dan alleen een gemeentelijk belang
kan genoemd worden, wanneer in het bestuur zitting kunnen
nemen personen van verschillende richting.
Om dien redenen verzoeken voorn. afd. Bestuur en de
Onderafd. beleefdelijks aan den Gemeenteraad, om alleen dan
een arbeidsbeurs te subsidieeren, wanneer aan bovengenoemde
vereischten, zoo noodig aangevuld en verbeterd, worde voldaan.
En eindelijk:
Wanneer den Gemeenteraad besluit geen subsidie aan een
arbeidsbeurs te verleenen, dan van gemeentewege een arbeids
beurs op te richten.
Met de meeste hoogachting,
UEd. dw. dr.
A. Koppier, ie Voorzitter.
J. L. Stokhuijzen, ie Secretaris.
Leiden, 24 Nov. '04.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
De Voorzitter. Naar aanleiding van een der eerste punten
van de agenda heeft de heer Pera verzocht dat in geheime
zitting te behandelen. Teneinde niet met de benoemingen,
die voor heden aan de orde zijn gesteld, te beginnen en die
later weer te moeten onderbreken, geloof ik, dat het het beste
is die geheime zitting nu te doen plaats hebben.
De Voorzitter schorst hierop de openbare zitting en belegt
eene zitting met gesloten deuren.
Na heropening der openbare zitting is aan de orde:
I. Vaststelling van de verordening regelende de samen
stelling en den werkkring der commissie voor het marktwezen.
(Zie Ing. St. n°. 264).
Algemeene beraadslaging wordt niet gehouden.
De artt. 16 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Beraadslaging over art. 7, luidende:
»De Commissie kan, zoo dikwijls zij dit verlangt, in haar
geheel of door een of meer harer leden inzage nemen van
de boeken, staten en andere bescheiden, welke ter zake van
de inning der marktgelden, plaats- en weegloonen en van
het ijkloon, door de hiermede belaste ambtenaren gehouden
worden."
De heer Witmans. M d. V. Bij dit artikel zou ik gaarne
deze vraag wenschen te doen. Ik lees in dit artikel, dat de
Commissie, zoo dikwijls zij dit verlangt, inzage kan nemen
van de boeken, staten en andere bescheiden welke terzake
van de inning der marktgelden enz. door de hiermede belaste
ambtenaren worden gehouden. Nu is mijn vraag, of dat in
zich sluit, dat deze commissie wordt een soort financieele
commissie, een commissie van controle op de beide ambte
naren? Heeft de commissie ook b.v. de bevoegdheid om de
maandstaten, die bij den Gemeente-ontvanger worden inge
leverd, ter inzage te nemen om op die manier een goede
controle te kunnen uitoefenen?
't Welk doende,
S. Buijs.
M. J. Wervelman.
A. G. C. van Bruggen.
D. W. Reiveilo,
Morschweg n/b. Leiden.
G. Hillenaar.
C. J. F. Bognetteau.
W. Vellekoop.