DONDERDAG 17 NOVEMBER 1904.
171
geval zal den Raad daaromtrent eerie nadere mededeeling
worden gedaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het gewijzigde voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Mag ik voor de benoemingendie thans
zijn te doen, de heeren Pera, van Gruting, van Tol en Wit-
mans uitnoodigen het stembureau te willen formeeren?
IJ. Benoeming van een Waag- en Ijkmeester.
(Zie Ing. St. n°. 243).
Wordt benoemd de heer K. Hazelhorst, met 19 stemmen,
zijnde uitgebracht op den heer H. G. Heerma 8 stemmen.
III. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school dei-
Se klasse n°. 6.
(Zie Ing. St. n°. 248).
Wordt henoemd mej. M. G. de Bruijn, met 26 stemmen,
zijnde uitgebracht op mej. C. J. de Nie 1 stem.
De Voorzitter. Ik dank de heeren van het stembureau
zeer voor de genomen moeite.
IV. Verzoek van Mej. F. J. Eldering om eervol ontslag als
leerares in de Natuur- en Scheikunde aan de Hoogere Bur
gerschool voor meisjes.
(Zie Ing. St. n°. 242).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
gunstig op beschikt.
V. Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van boomen.
(Zie Ing. St. n°. 244).
De heer van der Vlugt. M. d. V. Ik heb in dit voorstel
niets gevonden, waaruit ik de hoop kon putten, dat die boomen,
wanneer zij gerooid zullen zijn, weer door andere, jonge
boomen zullen worden vervangen. Mag ik vragen, of dat de
bedoeling is? Want het zou mij spijten, wanneer op den duur
de boomen, die juist zooveel charme aan onze straten geven,
werden gerooid zonder dat daarvoor jonge boomen in de plaats
kwamen.
De Voorzitter. Ik kan den heer Van der Vlugt daarop
antwoorden, dat wat betreft de eerste boomen, die gerooid
zullen worden, omdat zij hinderlijk geplaatst staan, de vraag
niet behoeft te worden beantwoord, want het antwoord ligt
in de stukken reeds opgesloten.
Maar wat de andere, de oude, doode of slechte boomen be
treft, daaromtrent kan ik mededeelen, dat zooveel doenlijk
wordt getracht deze boomen door nieuwe, jonge boomen te
vervangen.
De heer Van der Vlugt. Ik dank U zeer.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemmingaangenomen.
VI. Verzoek van M. de Tombe en J. Th. Bredeveld om
vergunning tot demping van een gedeelte sloot langs den
Maresingel.
(Zie Ing. St. n». 245).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt.
VII. Voorstel tot verhooging van Volgn. 95 der begrooting
voor 1904 »Uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de
kwade posten wegens de directe belastingen".
(Zie Ing. St. n°. 247 en 254).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
VIII. Verzoek van Burgemeester en Wethouders van Oegst-
geest om Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te mach
tigen tot aansluiting van 12 gaslantaarns aan de hoofdgas
leiding in de Leidsche Buurtden Rijksstraatweg van 's Hage
naar Haarlem en het Wilhelminapark onder de gemeente
Oegstgeest.
(Zie Ing. St. n°. 246).
De Voorzitter. Er is bij mij ingekomen een voorstel van
den heer Pera om dit punt te behandelen in eene vergade
ring met gesloten deuren.
Ik stel daarom voor, dit punt aan te houden tot het einde
der vergadering.
Wordt dienovereenkomstig besloten.
IX. Verzoek van het Bestuur der Afdeeling Oegstgeest en
Omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw
om een derde weegschaal in de Waag te doen plaatsen.
(Zie Ing. St. n°. 249 en 254).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. besloten.
X. Verzoek van de firma Vroom en Dreesman om vergun
ning tot het maken en hebben van eene overbrugging over
de Vischpoort.
(Zie Ing. St. n°. 239 en 252).
De Voorzitter. Hierbij komen thans de ingekomen adressen
in behandeling.
De heer Pera. M. d. V. Ik leef in de vooronderstelling,
dat de Raad met groote meerderheid afwijzend zal beschikken
op dit gedaan verzoek en niet zal medegaan met het voor
stel van Burg. en Weth. Daarom zal ik er geen groot betoog
over houden. Ik wensch echter toch een enkele opmerking
te maken.
Burg. en Weth. zeggen dat handel en nijverheid zouden
niet bevorderd worden wanneer aan dit verzoek niet wordt
voldaan. Het gaat mij wel een beetje zwaar af, maar het moet
mij van het hart, dat als de stad Leiden het van inrichtingen
moet hebben als Vroom en Dreesman, het er dan met onze
stad Leiden ongelukkig begint uit te zien. 't Inkomen zal dan
van 10 tot 5 en het percentage van de belasting gaan van
5 tot 10. Ik heb in de vorige zitting een enkele opmerking
gemaakt over het verschil tusschen handel en nijverheid,
dat wij hier alleen met handel te doen hebbenen
hiermede moet toch rekening worden gehouden. Het gaat niet
aan, eenvoudig één persoon in zijn persoonlijke belangen van
den handel te gaan bevoordeelen ten koste van de persoon
lijke belangen van verschillende anderen.
Wat door de heeren Feld, van Waveren en naburige be
woners wordt gezegd, kan niet ontkend worden en daarom
meen ik, dat de Raad met den eisch van recht en plicht in
strijd zou komen, wanneer hij instemming betuigde met het
voorstel van Burg. en Weth., en de belangen van verschil
lende personen opofferde om die van één.
De Voorzitter. Ik wensch den heer Pera even te ant
woorden. Hij heeft op het eventueel verhoogen of verlagen
van het kohier van de Plaatselijke Directie Belasting gedoeld
met het oog op de firma Vroom en Dreesman. Nu doelt de
heer Pera daarbij zeker op de leemten van het bestaand
forensenstelsel, dat in dezen misschien ter sprake zou kunnen
worden gebracht. Maar waar de heer Pera zegt, dat wanneer
men in Leiden meer dergelijke inrichtingen had, het treurig
gesteld zou zijn met het kohier onzer plaatselijke belasting,
denkt hij alleen aan de leden van die firma; maar het is toch
in het belang van de gansche burgerij, wanneer hier in de
gemeente dergelijke groote inrichtingen zijn, al wonen de
eigenaars nu niet bepaald hier, die de goederen bijzonder
goedkoop leveren. Wanneer wij hier dergelijke groote, belang
rijke inrichtingen hebben, moet men niet alleen redeneeren
uit een oogpunt van plaatselijke belasting. Men moet ook
wel bedenken, dat door tal van personen, waaronder velen,
die het minder goed bekostigen kunnen, in die inrichtingen
gaarne wordt gekocht, zoodat de belangen van de geheele
burgerij wel degelijk worden gediend door zulke groote
magazijnendie voor goedkooper prijs de goederen leveren
dan andere magazijnen. Dat mag in het geheel niet uit het
oog worden verloren. Nu is het waar, dat andere, kleinere
belangen van particulieren daarmede in botsing kunnen komen,
maar dat is nu eenmaal de gewone loop van zaken in de
maatschappij: het recht van den een wordt begrensd door,
botst soms tegen dat van den ander. Licht giijpen zij in elkander,
en dan moet somtijds een gedeelte van het recht van den
een worden ingeboetteneinde het recht van den ander be
staanbaar te maken Hier staan de belangen van eenige par
ticulieren tegenover den bloei van een zeer groote en belang
rijke handelsinrichting hier ter stede, en nu hebben Burg. en
Weth. zeer zeker ook rekening te houden met de belangen
van die particulieren, maar, alles nauwgezet tegenover elkan
der wegende, hebben zij gezegd: in dezen zijn de belangen
van die particulieren niet van dien overwegenden aard, of
hier moet meer het oog worden gevestigd op 'de grootere, al-
gemeene belangen van den handel, waarvan zeer vele personen
voordeel hebben
Nu heeft de heer Pera gezegd, dat door den heer Feld ar
gumenten zijn aangevoerd om er heen te doen leiden, dat op
het verzoek afwijzend wordt beschikt. Of de Raad wel veel aan
die argumenten zal hechten, zal zoo straks blijken, maar waar
nu in het laatste adres er weer op gewezen wordt, met het
oog op ons praeadvies, dat ook adressant (Feld) in zijn be
drijf wordt benadeeld, doordat in zijn knip- en paskamer het
licht zal ontbreken, is het wel verwonderlijk, dat in het vorige
adres van dat vertrek in het geheel geen woord gerept is,
zoodat die knip- en paskamer nu op eens voor den dag
komt, terwijl personen, goed bekend met de kleine inrichting
van dezen adressant, om dat argument geglimlacht hebben.
Dat alles bij elkaar genomen geeft mij aanleiding om hier
in den Raad uiteen te zetten, dat naar onze meening de
particuliere belangen van adressant al in zeer geringe mate
worden geschaad.