168
DONDERDAG 17 NOVEMBER 1904.
van ƒ10.— 'sjaars per wekelijksch uur en van ƒ5.—per jaar
als vergoeding voor de kosten van vuur en licht en verder
onder de gebruikelijke voorwaarden.
Ik stel U dus voor deze zaak onmiddellijk in behandeling
te nemen.
Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. wordt
alsnu zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
op het verzoek gunstig beschikt.
2°. Verzoek van K. F. W. van Luyken om teruggave van
de door hem betaalde kosten van herstellling van de bescha
diging van een deur in het Openbaar Slachthuis.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 28. 10. 04.
Aan den gemeenteraad van Leiden.
WelEdel Achtbare Heeren
De ondergeteekende Karei Franciscus Wilhelmus v. Luijken,
Paardenslachterwonende Janvossensteeg N°. 52 te Leiden,
geeft met verschuldigden eerbied te kennen,
dat hij proces verbaal gehad heeft voor het beschadigen
van eenen deur aan het openbaar slachthuis alhier, terwijl 't
voor den Kantonrechter niet is bewezen kunnen worden dat
't feit door hem gepleegd is geworden en hij op dien grond
is vrijgesproken.
dat hij alreeds onder protest de opgelegde schadevergoeding
heeft betaald, redenen waarom adressant beleefd verzoekt om
restitutie van het betaalde bedrag f 2.50.
't Welk doende
K. F. W. vaN Luijken.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
3°. Verzoek van Mej. C. F. Pillard om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de school der 3e klasse n°. 5 tegen 1 Ja
nuari 1905.
4°. Verzoek van het Bestuur der Landbouwvereeniging te
Leiderdorp om wijziging van art. 3 der verordening van 22
Januari 1903 op den invoer, het vervoer, den doorvoer, de
keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Verzoeken van Mevr. Franchimont geb van Batenburg
en Mevrouw Verster van Wulverhorst geb. van Kaathoven
om eervol ontslag als lid van het Bestuur van het Heilige
Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis met ingang van 1 De
cember 1904.
De Voorzitter. Op deze verzoeken is het advies ingewon
nen van het Bestuur van het Heilige Geest- of Arme Wees-
en Kinderhuis.
Dit advies luidt als volgt:
Leiden, 14 November 1904.
In antwoord op uwe missives n°. 2/215 en n°. 2/217 d.d. 8
en 11 November j.l. hebben wij de eer U mede te deelen,
dat tegen de inwilliging van het verzoek van Mevrouw Franchi-
mont—van Batenburg en Mevrouw Verster van Wulverhorst—
van Kaathoven om ontslag als Regentessen van het Heilige
Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis bij ons geene bezwaren
bestaan, maar dat wij meenendat dit op de meest eervolle
wijze moet worden verleend, onder dankbetuiging voor de vele
en gewichtige diensten, door Haar aan ons gesticht bewezen.
Regenten van het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhius
J. G. van der Lip, Voorzitter.
Abr. Corts, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
De Voorzitter, Aangezien het ontslag wordt gevraagd met
ingang van 1 December a. s., stel ik voor tot dadelijke be
handeling van de verzoeken over te gaan.
Hiertoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten.
Aan de adressanten wordt daarop op de meest eervolle
wijze en onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten aan het gesticht bewezen, ontslag verleend met ingang
van 1 December a. s.
6°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hun
nen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1904.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
70. Verzoek van het Bestuur der Zuid-Holl. IJsvereeniging,
afd. Leiden, om vergunning tot het aanleggen van ijsbanen op
het Galgewater tusschen de Bostelbrug en de Staatsspoor
haven, den Witten en den Zoeterwoudschen Singel, tot toe
kenning van een subsidie en tot het plaatsen van een houten
tent op den walkant van het Kort Rapenburg.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 5 Nov. 1904.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Het Bestuur der Zuid-Hollandsche IJsvereenigingafdeeling
vLeiden" heeft de eer U.E.A. beleefd te verzoeken:
1° aan hare afdeeling tot wederopzeggens toe vergunning
te verleenen des winters ijsbanen aan te leggen op a. het
Galgewater tusschen Bostelbrug en S.S. haven; b. den Witten,
en c. den Zoeterivoudschen Singel.
De banen der Vereeniging zijn voor een elk toegankelijk,
alleen genieten de leden het voorrecht dat hun niet door de
baanvegers om «baancenten" gevraagd mag worden. Indien
deze vergunning door U.E.A. verleend wordt, zijn wij bereid
de wakken in bedoelde banen behoorlijk af te zetten en ijs-
bruggen aan te brengen onder a. Hoogewoerdsbrug, b. Doeza-
brug, c. Noordeindsbrug bij de Kweekschool voor Zeevaart.
Het ligt in onze bedoeling als baanvegers dezelfde personen
in dienst te nemen tegen f 1.daggeld die het vorige
jaar van den Commissaris van Politie vergunning hebben
gekregen banen te vegen op genoemde Singels; het Galge
water toch wordt reeds eenige jaren door onze Vereeniging
beheerd.
De ons te verleenen vergunning zoude dan natuurlijk in
sluiten dat aan geen ander vergunning verleend wordt om
op bedoelde terreinen banen aan te leggen.
2° In verband met de door de Gemeente in vorige jaren
gemaakte kosten voor de veiligheid en het onderhoud der
Singelbanen, verzoeken wij U.E.A. ons een subsidie te willen
verleenenwelks bedrag telken jare door U.E.A. aan het einde
van den winter zoude kunnen worden vastgesteld, om zoo
doende rekening te kunnen houden met de in dezen door ons
gemaakte meerdere of mindere kosten, welke vroeger ten
laste van de gemeente kwamen.
3° Verzoeken wij U.E.A. ons wederom toestemming te ver
leenen, een houten tent te plaatsen op den walkant van het
Kort-Rapenburg, en c. q. stoelen op het Galgewater bij het
Kort-Rapenburg en het Kort-Galgewater.
't Welk doende
Het Bestuur der Zuid-Hollandsche IJsvereeniging,
afd. Leiden
J. H. Slicher, Voorzitter.
P. C. Molhuysen, Secretaris.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
8°. Verzoek van de besturen der gemeentewerkliedenver-
eenigingen «Recht en Plicht" en «Sint Antonius vanPadua"
om het voorstel van de raadsleden Sijtsma, W itmans en van
der Eist tot verhooging van het loon van een deel der gemeente
werklieden in ernstige overweging te nemen.
Dit stuk luidt als volgt:
Edel Achtbare Heeren,
Ondergeteekenden, respectievelijk Voorzitters en Secretaris
sen der Gemeentewerkliedenvereenigingen «Recht en Plicht"
en «St. Antonius van Padua", tot hun groot genoegen gelezen
hebbende de pogingen der Raadsleden van der Eist, Witmans
en Sijtsma, ingesteld tot verhooging der loonen der Gemeente
werklieden, en bij Uw geacht College in behandeling aange
boden,
Wenden zich langs dezen tot Uw College met het vriendelijk
verzoek, het streven van genoemde Heeren in ernstige over
weging te willen nemen.
Daar deze Heeren zoo welwillend de belangen der werk
lieden trachtten te bevorderen, doen zij hun verzoek met te
meer vrijmoedigheid en vleien zij zich met de hoop dat deze
pogingen bij Uw College een welwillend gehoor vinde, waar
door de belangen van hen en hunne gezinnen zeer zeker zullen
zijn gebaat.
Adressanten zenden dit schrijven met vertrouwen aan den
Raad dezer Gemeente, daar het meermalen is gebleken, dat
de Raad een open oor heeft, ook voor de belangen der Ge
meentewerklieden.
't Welk doende,
Namens de bovengenoemde vereenigingen
«Recht en Plicht" «St. Antonius van Padua"
M. Galjaard, Voorzitter. W. H. A. Hartman, Voorzitter.
N. J. Moonen, Je Secretaris. J. Lagerberg, Secretaris.
Zal worden behandeld bij punt 12 der agenda.
90. Adres van het Bestuur der afd. Leiden van het Nederl.
Werkliedenverbond «Patrimonium" tot ondersteuning van het
verzoek van het Bestuur der vereeniging «Recht en Plicht"
om het voorstel van de heeren Sijtsma, Witmans en van der
Eist, tot verhooging van het loon van een deel der gemeente
werklieden, in ernstige overweging te nemen.