DONDERDAG 17 NOVEMBER 1904. 177 afwijken zoo zegt men van wat in ons praeadvies vermeld staat, dat de bezwaren, die mochten blijken te bestaan, al van zeer -ernstigen aard moeten zijn, willen zij ons aanleiding geven om ingrijpende veranderingen voor te stellen. Ik wil nadruk leggen op het woord ingrijpende veranderingen De Directeur van Gemeentewerken heeft eene wijziging voorgesteld, die wat de individueele loonregeling betreft, niet ingrijpend is. Gaan Burg. en Weth. daarmede mee, dan zal men daarbij niet kunnen spreken van „ingrij pende" veranderingen. Door Burg. en Weth. is op den voor grond gesteld, dat indien eventueel ernstige bezwaren blijken te bestaan, zij zoo noodig een voorstel zullen doen. En daaraan heb ik toegevoegd, dat wanneer wij een dergelijk voorstel niet kunnen indienen, de Raad te allen tijde een mededeeling dienaangaande kan verwachten. De heer Fockema Andre/e. M. de V. Wanneer zoo op dat ingrijpende van de veranderingen moet worden gedrukt, dan trek ik mijne motie in. De heer Pera. M. de V. Nu er zoo voor wordt gepleit, dat geen der moties blijf! gehandhaafd, zou het een onwelwillend heid worden, wanneer ik met alle kracht bleef vasthouden aan de door mij en de andere heeren ingediende motie. Ik wensch evenwel te constateeren, dat in elk geval bij een aantal leden van den Raad een oordeel bestaat zooals dat is omschreven in onze motie en de toelichting daarvan, en met nadruk constateer ik dus, dat Burg. en Weth. dringend wordt verzocht met een en ander rekening te willen houden. In afwachting van wat wij van Burg. en Weth. te dezer zake zullen te zien krijgen, trekken ook wij de door om voor gestelde motie in. De heer Sijtsma. M. de V. Mag ik er, nu alleen ons voorstei nog een punt van bespreking uitmaakt, nog even de aandacht op vestigen, dat in het voorstel deze wijziging is gebracht, dat het weekloon van hen, die meer dan f 9.doch minder dan ƒ12.— ontvangen, wordt gebracht op 12 met uitzondering van de vijf werklieden, zoo straks genoemd, die thans ƒ9.40 ontvangen en wier loon zal stijgen tot ƒ9.50? Het gewijzigde voorstel van de heeren Sijtsma c. s., hierop in stemming gebracht, wordt verworpen rnet 21 tegen 6 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Bots, Driessen, van Hoeken, Bosch, Meuleman, van Hamel, Hasselbach, P. J. Mulder, de Vries, van der Vlugt, Vergouwen, van Dissel, van Tol*, Fockema Andreae, Le Poole, van Lidth de Jeude, Pera, Korevaar, A. Mulder, Eerstens en De Goeje. Voor stemmen de heeren: Sijtsma, Witmans, van Gruting, Verhey van Wijk, Paul en van der Eist. De Voorzitter. Mag ik thans vragen, of nog een der leden het woord verlangt voor de openbare vergadering? De heer Vergouwen. M. de V., gaarne zou ik voor de open bare zitting een enkele vraag doen. Indertijd is in deze Verga dering een voorstel ter tafel geweest om een nieuwen gashouder te doen maken en een van de motieven daarbij was, dat de arbeiders, vooral de stokers, van de gasfabriek dan in de gelegenheid zouden zijn den Zondag vrij te hebben. Nu heb ik vernomen, dat die nieuwe gashouder dezer dagen is klaar gekomen en spoedig in gebruik zal worden genomen of dat reeds is. Ik zou daarom wenschen te vragen, of nu ook eene zoodanige regeling in het leven zal worden geroepen, dat de stokers den Zondag meer dan tot dusver vrij krijgen. Ik heb dienaangaande een onderzoek ingesteld en daarbij is mij ge bleken, dat die menschen van de 52 Zondagen, die het jaar telt, er slechts enkele vrij hebben, zoodat zij zeer weinig in de gelegenheid zijn met andere menschen van den Zondag te genieten. Nu weet ik wel, dat de gasfabriek meer gebonden heid voor de werklieden medebrengt dan de meeste andere fabrieken, maar daar staat tegenover het recht, dat die men schen als elk mensch hebben om den Zondag vrij te hebben en die naar den aard van den Zondag te gebruiken. De Voorzitter. De Voorzitter van de Commissie van de Gasfabriek, de heer Juta, en de heer Aalberse zijn in deze vergadering niet tegenwoordig, terwijl de heer Le Poole waar schijnlijk niet voorbereid is om de gedane vraag te beant woorden. Derhalve zal Uwe vraag aan de Commissie voor de gasfabriek worden overgebracht en zult U in de volgende vergadering daarop het antwoord ontvangen. De Voorzitter schorst thans de openbare zitting en belegt eene vergadering met gesloten deuren. Bij heropening der openbare vergadering is aan de orde: VIII. Verzoek van Burgemeester en Wethouders van Oegst- geest om Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te mach tigen tot aansluiting van 12 gaslantaarns aan de hoofdgas leiding in de Leidsche Buurt, den Rijksstraatweg van's Hage naar Haarlem en het Wilhelminapark onder de Gemeente üegstgeest. (Zie Ing. St. n°. 240). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. Daar thans niets meer aan de orde is eri niemand meer het woord verlangt, wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 11