DONDERDAG 22 SEPTEMBER 1904.
wil zijn. Ik zal u dus kort op uwe vragen antwoorden,
maar ik kan daarover geen discussie toestaan.
Als regel heb ik mij gesteld om des Zondags geen optochten
en bijeenkomsten met muziek toe te staan. Op dien grond
dus heb ik indertijd, toen het verzoek is gedaan om die
meeting met muziek te houden of daaraan een optocht
was verbonden, herinner ik mij niet meer dat verzoek,
wat de muziek betreft, niet toegestaan, gelijk ik dat aan
niemand vergun. Maar aan den R. K. Volksbond heb ik dat
bij uitzondering toegestaan, omdat, bij de oprichting van de
afdeeling van den R. K. Volksbond alhier, tien jaren geleden,
ook bij wijze van uitzondering, zoodanige optocht door Mr. Was
is toegestaan. Dat is dus de reden waarom in dezen door mij
133
een uitzondering is gemaakt, nl. op grond van een historisch
precedent, hetgeen dan ook de reden is waarom ik meen in
dezen volkomen vrij uit te gaan.
Dat is de inlichting, welke ik u te geven heb en waarmede
ik hoop, dat u tevreden zult zijn.
De heer Sijtsma. Dus is het mij niet vergund, daarop nader
terug te komen?
De Voorzitter. Discussie daarover kan ik niet toelaten.
De heer Sijtsma. Dat spijt mij.
Daar thans niemand meer het woord verlangt, wordt de
vergadering door den Voorzitter gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.