B. Algemeen Leerplan voor de Opeobare HerhaliDgsscholeo. 105 kennis." Een dergelijk niet nader omschreven onderwijs ver diende afkeuring en ware te vervangen door een bepaalde aanduiding der vakken, waarin onderwijs zou worden gegeven. De bemerkingen van Gedep. Staten werden door ons ter kennis gebracht van de hoofden der Herhalingsscholen en, vergezeld van het door dezen uitgebracht rapport, aan de plaat selijke Schoolcommissie doorgezonden. Overeenkomstig het advies dier commissie deelden wij daarop aan Gedep. Staten bij schrijven van 17 November 1903 mede, dat wij bereid waren U voor te stellen aan de door den Inspecteur geopperde bedenkingen tegemoet te komen door in de eerste plaats het woord «staatsregeling" te vervangen door de omschrijving «eenige bekendheid met ons tegen woordig staatsbestuur." Allerminst toch, zoo zeiden wij, had het in de bedoeling gelegen, behalve natuurlijk voor het huishoud- en kook-onderwijs, aan de herhalingsscholen vak onderwijs te geven, zooals wellicht ten onrechte uit het ge bruik van het woord «staatsregeling" had kunnen worden afgeleid. Voorts zou de verwijzing naar litt. a van art. 2 der Wet op het Lager Onderwijs kunnen vervallen, waar erkend werd de gegrondheid der opmerking dat de verwij zing in strijd was met de toevoeging achter «lezen" van de woorden «hoofdzakelijk ter verkrijging van kennis op velerlei gebied." Overigens behoefde de regeling der jaarwedden o. i. geen wijziging, aangezien die regeling gebaseerd was op het getal lesuren en daarmede voldaan werd aan het voorschrift van het le lid van art. 26bis der wet, dat de onderwijzer, belast met het geven van herhalingsonderwijs een belooning van ten minste 60 cent per lesuur moet genieten. Eindelijk ook meenden wij met de schoolcommissie dat de toevoeging in het algemeen leerplan achter «lezen11 van de woorden «hoofdzakelijk ter verkrijging van kennis op velerlei gebied" niet behoefde te vervallenwaar toch ook bij leeslessenop het verkrijgen van zoodanige algemeene kennis gericht, de techniek van de leeskunst en het verstaan van het gelezene11 zeer goed tot hun recht kunnen komen. Gedep. Staten berichten ons echter bij hunne missive van 6/13 Juni van dit jaar door de dezerzijds in uitzicht gestelde wijzigingen niet volkomen bevredigd te zijn. De salarisregeling kon thans hunne goedkeuring wegdragen alleen wenschten zij dat uit die regeling duidelijk blijken zou, dat door de onderwijzers steeds het minimum, bij de wet voorgeschreven, zou worden genoten, terwijl zij tevens aan een regeling van de jaarwedden en belooningen bij afzonder lijk Raadsbesluit de voorkeur gaven. Ten einde aan dezen wensch tegemoet te komen wordt U daarom hieronder een afzonderlijke verordening, regelende de bezoldiging van de onderwijzers belast met het geven van herhalingsonderwijs, ter vaststelling aangeboden. Maar de vermelding van het vak «lezen", zoowel in de ver ordening als in het leerplan, kon, ook na de dezerzijds voor gestelde wijziging en de daarbij gegeven toelichting, in de oogen van den Inspecteur geen genade vinden. Gedep. Staten schrijven te dien aanzien: «Wordt het geven van andere vakken, b.v. geschiedenis of aardrijkskunde gewenscht geacht, men neme die vakken op in de regeling en omschrijve de leerstof in het leerplan. Ons komt het echter beter voor de uren nu voor «leeslessen" bestemd, te wijden aan meer «kennis der natuur", desnoods een enkel uur aan «beginselen der vaderlandsche geschiedenis." En ook na de vervanging van het woord «staatsregeling" door de omschrijving «eenige bekendheid met ons tegenwoor dig staatsbestuur" blijven Gedep. Staten op schrapping van dat onderwijs aandringen. Wij lezen in hun missive: «Waar het niet de bedoeling is het vak door een leeraar Middelbaar Onderwijs te doen geven, achten wij onderwijs in dit vak, hoe ook aangeduidongewenscht en zulks ook met het oog op het bepaalde in art. 45bis, alin. 1 sub 1°. der wet. Eindelijk zouden Gedep. Staten uit art. 2 der verordening, niet uit het leerplan, willen laten vervallen g. «natuurkennis van den mensch en gezondheidsleer" omdat ook dit laatste even als plant- en dierkunde en physica bij het lager onderwijs onderdeel is van het ééne vak «kennis der natuur." Gehoord de hoofden der herhalingsscholen, de hoofden van alle openbare lagere scholen en de plaatselijke schoolcom missie komt het ons nu, in overeenstemming met het door dezen gegeven advies, wenschelijk voor aan de geopperde bedenkingen geheel tegemoet te komen. Wèl worden de vakken «lezen" en «staatsinrichting" op het leerplan van den beperkten cursus, (den eenigen, die door de wet geëischt wordt) gemist en voldoet dat leerplan ook overigens aan alle de door Gedep. Staten destijds bij circulaire gestelde eischen, maar dit behoeft ons niet te weerhouden ook verder aan de wenschen van den Inspecteur tegemoet te komen waar daartegen geen overwegende bezwaren bestaan. Het is daarom, dat wij u voorstellen de uren, welke door het schrappen van de leeslessen en die in de staatsinrichting vrijkomen, beschikbaar te stellen voor het onderwijs in ge schiedenis en aardrijkskunde en voorts voor eenige uitbrei ding van het onderwijs in «kennis der natuur" en van het rekenen voor meisjes. Ook komt het regelmatiger voor, dat het «wollenaaien" thans onder de «handwerken" wordt ondergebracht. Op grond van een en ander geven wij U dus thans in over weging tot de vaststelling van onderstaande verordeningen over te gaan, terwijl wij U tevens doen opmerken, dat de destijds nog niet bestaande gezondheidscommissie inmiddels over de bepaling van art. 11 der «Verordening betreffende de inwendige regeling van het herhalingsonderwijs en de toelating van de leerlingen" is gehoord en verklaard heeft zich met de strekking van dit artikel zeer wel te kunnen vereenigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. A. VERORDENING, regelende het getal der scholen, waarin te Leiden Openhaar Herhalingsonderwijs wordt ge geven, den omvang van het onderwijs en het aantal ouderwijzers en onderwijzeressen hij dat onderwijs werkzaam. Art. 1. In minstens drie gemeentescholen of andere localiteiten, daar toe door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, wordt aan hen, die het gewoon lager onderwijs genoten hebben, voor jongens en meisjes afzonderlijk, gelegenheid gegeven tot het ontvangen van herhalingsonderwijs. Art. 2. De vakken, waarin onderwijs wordt gegeven, zijn: a. nederl. taal. Iuit het hoofd rekenen, handelsrekenen. aanschouwelijke meetkunde. c. aardrijkskunde. d. geschiedenis. e. teekenen. f. kennis der natuur. g. nuttige handwerken. h. huishoudkunde, kookkunst benevens voedingsleer, en het behandelen van de wasch. Op den beperkten cursus (van 96 uur) wordt onderwijs gegevenvoor de jongens in de vakken, genoemd onder a, b, f en e; voor de meisjes in die genoemd onder a, b, f en g. Art. 3. Aan elke school wordt voor elk 24tal leerlingen een onder wijzer of eene onderwijzeres verbonden. Bovendien zal voor het onderwijs in de nuttige handwerken aan de meisjesschool voor elk tweetal klassen of afdeelingen eene vakonderwijzeres worden aangesteld. Ook voor huishoud-, kook- en waschonderricht wordt aan die school eene onderwijzeres verbonden. Aan de jongensschool zal, bij gebleken behoefte, het onder wijs in teekenen worden opgedragen aan een vakonderwijzer. Art. 4. De benoeming der onderwijzers en onderwijzeressen geschiedt door den Gemeenteraad uit eene voordracht, opgemaakt door Burgemeester en Wethouders in overleg met den Arrondisse- ments-schoolopziener, na ingewonnen bericht, wanneer het het hoofd eener school betreft, van de gezamenlijke hoofden der scholen van de 2e, 3e en 4e klasse en wanneer het de overige onderwijzers en onderwijzeressen betreft, van het hoofd der herhalingsschool. A Schooltijden. Het herhalingsonderwijs wordt gegeven a. voor den cursus van 96 uur: 1°. van primo October tot ultimo Maart des Dinsdags en Donderdagsavonds van 79 uur. 2°. voor den dagcursus voor meisjes des Woensdags en Zaterdags van 3| tot 5-| uur, eveneens van primo October tot ultimo Maart. b. voor den uitgebreiden cursus: 1°. des winters (primo October—ultimo Maart) des Maan dags, Dinsdags, Donderdags en Vrijdags avonds van 7—9 uur. 2°. des zomers (primo Aprilultimo September) des Maan dags en Donderdags avonds van 7—9 uur. Het huishoud-, kook- en waschonderwijs wordt gedurende daguren gegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 3