DONDERDAG 28 JULI 1904.
109
Zitting van Donderdag 2$ Juli 1904.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1° Beëediging en installatie van het nieuw benoemde lid van
den Gemeenteraad D. van Gruting.
2° Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e
klasse ri°. 1. (157)
3° Benoeming van twee leden van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting. (156)
4° Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op
het Middelbaar Onderwijs. (165)
5° Benoeming van negen ambtenaren van den Burgerlijken
Stand. (160)
6° Verzoek van R. Jesse Rz. om eervol ontslag als Gemeente
apotheker. (168)
7° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het betalen
der kosten, gevallen op den aankoop van de bouwmans
woning »Endegeest" c a. onder de gemeente Oegstgeest.
(161)
8° Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1904, voor
de uitbetaling van de jaarwedde van den Conservator van
het Stedelijk Museum »de Lakenhal.'' (162)
9° Verzoek van D. van Lith om vergunning tot het maken
en hebben van twee houten gebouwen op het terrein aan
den Morschweg, kadastraal bekend onder Sectie L nis. 771
en 773, gemeente Leiden. (163)
10° Voorstel tot:
a. verhooging van den post voor Onvoorziene Uitgaven
op de begrooting, dienst 1904;
b. beschikbaarstelling van gelden voor de inrichting en
meubileering der nieuwe teekenlokalen van het Genoot
schap Mathesis Scientiarum Genitrix. (158)
11° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de inrich
ting en meubileering van de bijgebouwde lokalen aan de
school der 3e klasse n°. 1. (159)
12° Voorstel tot terugbetaling aan Gebr. van Ulden, van de
door hen gemaakte kosten voor het verbeteren van de
beide toegangen tot den overweg over Rijnstroomaan
den Hóogen Rijndijk en het Utrechtsche Jaagpad. (166)
13" Verzoek van den Concierge der Hoogere Burgerschool voor
jongens om tegemoetkoming in de kosten zijner verhui
zing. (164)
14° Verzoek van de aannemers van de verbouwing van de
Kweekschool voor Onderwijzers om kwijtschelding van de
hun opgelegde boete. (,167)
Tegenwoordig zijn 22 leden, als de heeren: van Lidth de
Jeude, Vergouwen, Timp, Hasselbach, van der Lip, P. J. Mulder,
Korevaar, van TolKerstens, Bosch, Sijtsma, Driessen, Wit-
mans, Paul, Bots, Meuleman, de Vries, van Hamel, van Hoe
ken, Pera, van Dissel en van Gruting, alsmede de Burgemeester,
Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: Juta, van der Vlugt, de Goeje,
Fockema Andrese, Aalberse, Verhey van Wijk, van der Eist
en Le Poole wegens uitstedigheid, en A. Mulder.
De Voorzitter. Ik stel alsnu het eerst aan de orde:
Beëediging en installatie van het nieuw benoemde lid van
den Gemeenteraad D. van Gruting.
De heer van Gruting, door den Secretaris binnengeleid,
legt de bij de wet gevorderde eeden af.
De Voorzitter. Mijnheer van Gruting, ik wensch U geluk
met het vertrouwen, door de kiezers in U gesteld en heet U
van harte welkom in ons midden. Ik verzoek U den voor U
bestemden zetel te bezetten en aan onze beraadslagingen en
besluiten te willen deelnemen.
De Notulen van het verhandelde in de vorige vergaderingen
van Donderdag 7 Juli en Vrijdag 8 Juli worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1°. Missive van Mej. C. Ligtenberg, houdende dankbetuiging
voor hare vaste aanstelling tot leerares in de Ned. taal aan
de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
2°. Missive van P. J. Ravesteyn, houdende mededeeling dat
hij de benoeming tot onderwijzer aan de school 2e klasse voor
jongens en meisjes aanneemt.
3°. Missive van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurd kohier wegens de Plaatselijke directe belasting, dienst
1904.
4°. Missive van Ged. Staten ten geleide van het Koninklijk
besluit tot goedkeuring van de verordening, houdende wijzi
ging van de verordening, regelende de heffing van belastingen
voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis en van de ver
ordening, houdende aanvulling van de verordening, regelende
de heffing van schoolgelden aan het Gymnasium en de Hoogere
Burgerscholen.
5°. Missive van Dr. A. W. Kroon Jr., houdende mededeeling
dat hij de benoeming tot lid der Commissie voor het Stedelijk
Museum »de Lakenhal" aanneemt.
6°. Ontvangstbericht van Ged. Staten van de in de raads
zitting van 8 Juli j.l. vastgestelde verordening tegen de open
lijke ontucht en de verordening, houdende wijziging van die
van 17 December 1903 betreffende de uitoefening van het be
drijf van melkverkooper.
7°. Dispositie van Ged. Staten ten geleide van het goedge
keurd raadsbesluit tot wijziging van de begrooting, dienst 1904,
voor de kosten van inrichting en meubileering van de nieuwe
lokalen van het Raadhuis.
8°. Dispositie van Ged. Stalen ten geleide van de goedge
keurde raadsbesluiten tot aankoop van de perceelen 2e Birinen-
vestgracht nis. 14, 22 en 23 en tot wijziging van de gemeente-
begrooting, dienst 1904, voor de kosten van aankoop dier
perceelen.
9°. Beschikking van den Commissaris der Koningin, waarbij
aan den Burgemeester dezer gemeente verlof wordt verleend
om zich van 3 Augustus e. k. tot 3 September d. a. v. buiten
de gemeente op te houden.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hun
nen aanslag in de plaatselijke directe belasting, dienst 1904.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Begrooting, dienst 1905, van de dienstd. Schutterij.
3°. Suppletoire begrooting en staten van af- en overschrij
ving, dienst 1903, van hetRoomsch-Kath. Wees- en Oudelieden-
huis en het Roomsch Kath. Armbestuur.
4°. Rekening, dienst 1903, van het Heilige Geest- of Arme
Wees- en Kinderhuis.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
5°. Verzoek van J. P. Duyverman om te besluiten tot ver
plaatsing van den telephoonpaalstaande vóór zijn perceel
Pieterskerkhof n°. 26.
Dit adres luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren.
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen J. P. Duyverman
wonende aan het P. Kerkhof 26, alhier.
dat: voor zijne woning is geplaatst geworden eene om-
kaste telephoonpaal, en wel eene van de grootste afmeting.
dat: tegen het plaatsen dier paal vanaf de eerste werk
zaamheden, op eene minnelijke wijze door hem is geprotesteerd
geworden.
dat: de telephoonmaatschappij van zijn verzet geene nota
heeft genomen en men met de plaatsing dier paal met den
aankleve van dien, toch is voortgegaan.
dat: ondergeteekende gemeend heeft, schriftelijk de wel
willende hulp van H.H. Burgemeester en Wethouders te
moeten inroepen, echter, zonder eenig gewenscht resultaat.
dat: hij zich nu tot Uwen Raad wend, met beleefd verzoek
dat bedoelde paal van voor zijne huiskamer worde verplaatst
naar de plaats waar men dezen oorspronkelijk wenscht te
plaatsen en wel, tusschen den tweeden en derden boom, ook
voor zijne woning, keukenraam.
dat: tot de plaatsing dier paal besloten is (voor zijne huis
kamer, omreden de kabels, gevoerd uit de Lange P.kerk-
koorsteeg bleken te kort te zijn, om bedoelde paal te kunnen
te plaatsen tusschen den tweeden en derden boom, voor zijne
keuken.
dat: meergenoemde paal, daar staat tot groot ongerief van
den bewoner; niet alleen is licht en gezicht hem ontnomen,
maar om der wille der kieschheid is verplaatsing noodzakelijk
geworden, doordat de 104 cM. breede omkasting, staande op
eene afstand van vier en een halve meter voor zijne eenige
benedenhuiskamer, dienstbaar wordt gemaakt voor datgene
wat in eene Urinoir moet geschieden.
dat: hij tot slot nog onder Uwe aandacht wenscht te brengen
dat de Verkoopwaarde van zijn pand, door de plaatsing dier
paal aldaar, verminderd is geworden, tot schade van den
eigenaar.