90
Mitsdien geven wij U in overweging te besluiten het trot
toir, gelegen vóór de perceelen aan den Witten Singel nis.
17, 18, 41, 42 en 43, in eigendom en onderhoud bij de
gemeente over te nemen, onder vooiwaarde dat door adres
sant een bedrag van f 0.75 per M2 aan de gemeente wordt
betaald voor het behoorlijk in orde maken van bet trottoir,
waarvoor de gemeente dan in zijn plaats zal zorg dragen,
en voorts onder bepaling, dat ook de kosten van overdracht
door adressant zullen moeten worden gedragen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden,
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
Jacobus de Lange, burgemeester van Oudshoorn en aldaar
wonende.
Dat hij eigenaar is van de voetstraat liggende aan den
openbaren weg Vóór de huizen aan den Witten Singel te
iLeiden plaatselijk gemerkt Nr 17, 18, 41, 42 en 43.
Dat hij bereid is die voetstraat aan de Gemeente Leiden
in eigendom af te staan onder de volgende voorwaarden:
1°. dat hij aan de Gemeente Leiden bij de overdracht
betaalt f 0,75 per Ms voor de kosten van het voor zooveel
noodig in orde brengen en houden der bestrating; en
2°. dat eventueele overdrachtskosten komen voor rekening
der gemeente Leiden.
Dat bij verzoekt hem te willen mededeelen of deze aan
bieding aanvaard wordt.
't Welk doende enz.
J. de Lange.
©udshoorn, 20 Juli 1904.
N°. 182. Leiden, 9 Augustus 1904.
Een poging, ruim drie jaren geleden door ons aangewend
om Gedep. Staten dezer provincie te bewegen de verbree
ding van den toegang tot de Rijn- en Schiekade, eigendom
der provincie, door bijtrekking van de afgesloten strook
gronds naast het gebouw der Practische Ambachtsschool
te willen bevorderen, leedrgchipbreuk, aangezien Gedep. Staten
geen termen aanwezig achtten daartoe hunne medewerking
te verleenen.
Thans, den 14en Maart van dit jaar, werd door J. Arnoldy
en andere bewoners van de Rijn- en Schiekade het verzoek
bij Uwe Vergadering ingediend om dit werk van gemeente
wege tot stand te brengen.
Naar aanleiding van dit verzoek werd uitteraard allereerst
door ons onderzocht of de vereeniging »de Practische Ambachts
school" alsnog bereid was onder de destijds gestelde voor
waarden de bedoelde strook gronds af te staan. En nu.bleek
ons dat aan de vroeger gestelde voorwaarden twee nieuwe
voorwaarden zijn toegevoegd, die eensdeels tengevolge zouden
hebben, dat de 'kosten der verbreeding, reeds toen door
Gedep. Staten onevenredig hoog genoemd, van 530.— tot
610.zouden stjjgen en anderdeels dat van de beoogde
verbreeding van 80 cM. aanstonds weder 40 cM. zouden
te loor gaan ten behoeve eener door de vereeniging be
geerde afrastering ter bescherming van den wingerd tegen
den zijgevel van de woning van den Directeur. En nu komt
het ons met de commissie van fabricage voor, dat een zoo
geringe verbetering toch inderdaad niet opweegt tegen de
daarvoor vereischte kosten.
Veel grooter verbetering, zegt de commissie, een verbree
ding van 1.25 Meter, zou kunnen worden tot stand gebracht,
indien de Provincie zou kunnen goed vinden de zich langs
den toegang tot de Rijn- en Schiekade bevindende meerpalen
door ijzeren, in hardsteen gevatte, ringen in den walmuur
te vervangen. De kosten daarvan zouden niet meer dan
50.behoeven te bedragen en de gemeente zou die zonder
bezwaar voor hare rekening kunnen hemen.
Overeenkomstig het advies der commissie geven wij U
daarom in overweging ons te machtigen aan adressanten te
berichten,
19. dat aan hun verzoek niet kan worden voldaan
wegens de onevenredig hooge kosten, aan de inwilliging van
dit verzoek verbonden en de geringe verbetering, welke
daardoor zou worden tot stand gebracht;
2°. dat echter de gemeente bereid is de kosten der ver
vanging van de daar aanwezige meerpalen door ijzeren ringen
in den walmuur voor hare rekening te nemen, indien de
.provincie de uitvoering van dit werk mocht goedkeuren
3°. dat adressanten mitsdien in overweging wordt gegeven
tot Gedep. Staten het verzoek te richten, toe te staan, dat
eene verbreeding op de sub 2°. aangegeven wijze door en
voor rekening van de gemeente wordt tot stand gebracht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad te Leiden.
Ondergeteekenden, bewoners der Rijn-en Schiekade, hebben
de eer Uw College te verzoeken de uitspringende hoek, welke
gevormd wordt door de tuin, behoorende tot de woning van
den directeur der ambachtsschool, en genoemde kade, te doen
verwijderen en daardoor de Oostzijde van genoemde woning
in dezelfde rooilijn te brengen met de afsluitingshekken der
tuintjes, voor de huizen der bewoners van genoemde kade.
Vele onkosten zal dit niet na zich slepen, want het lage
steenen muurtje langs de tuin van de directeurswoning, met
daarop geplaatst houten hek behoeft slechts weggebroken
en de tuin van den directeur, door middel van een eenvoudig
houten hekvan den openbaren weg afgesloten te worden.
De tegenwoordige toestand veroorzaakt niet alleen groote
hinder aan de bewoners der Rijn- en Schiekade en verder
aan allen, die hun weg hier langs nemen, maar kan voorde
voorbijgangers, vooral kinderen, aanleiding geven tot groot
gevaar voor hunne veiligheid.
Door de op die hoogte, aan de waterkant geplaatste meer
palen, kunnen twee voertuigen elkaar niet voorbijgaan en
men moet zich zelfs, bij het voorbij rijden van slechts een
voertuig, tegen het steenen muurtje plaatsen, om gevrijwaard
te zijn van met een voertuig in aanraking te komen.
De hier vermelde toestand wordt nog dikwijls zeer verergerd
door het aldaar gestationeerd zijn der paarden der jagers van
vaartuigen, welke jageis hier de schepen afwachten, die ge
trokken moeten worden.
Daar, waar de Provincie, ten bate der voetgangers, voor
hare rekening een steenen trottoir heeft doen aanleggen,
waartoe zij volstrekt niet verplicht was en hetwelk eene nog
al belangrijke uitgave heeft veroorzaakt, vermeenen adres
santen, met bescheidenheid van de Gemeente te mogen vragen,
voor hare rekening de genoemd hinder en mogelijke aanleiding
tot gevaar te doen wegnemen, hetgeen toch slechts eene
geringe uitgave zal veroorzaken en het uiterlijk aanzien
der kade zeer zal verbeteren. Het af te breken houten hek
zal misschien elders geplaatst kunnen worden, terwijl de afbraak
der steenen wellicht nog eenige waarde zal bezitten.
De directeur der ambachtschool zal wel eene smalle strook
zijner tuin moeten missen, maar dat hebben alle eigenaars
der huizen, waarlangs het trottoir is aangelegd, eveneens
moeten doen, want de tuintjes vóór de huizen strekten zich
vroeger uit tot aan de rij boomen, vóór hunne huizen.
Tenslotte zij nog vermeld, dat de inspringende hoek, gevormd
door de tuin van de directeurswoning en het tuintje van het
daaraan grenzende eerste huis van de Rijn- en Schiekade,
door sommige voorbijgangers misbruikt wordt tot het voldoen
aan zekere natuurlijke behoeften, hetgeen een ergelijke toestand
veroorzaakt voor de bewoners der eerste huizen van genoemde
kade.
'tWelk doende,
Leiden, den 12 Maart 1904. J. Arnoldy.
(Volgen de namen van nog 23 adressanten.)
N°. 183. Leiden 13 Augustus 1904,
Naar aanleiding van nevensgaande circulaire van Gedepu
teerde Staten dezer provincie hebben wij de eer U hierbij
een opgave te verstrekken van het aantal kiezers volgens de
laatst vastgestelde kiezerslijst in ieder stemdistrict woonachtig:
1°. stemdistrict
856
kiezers.
2°.
831
587
537
5E
461
GE
772
7°.
597
8".
739
Totaal aantal kiezers
5380
Niet alleen woont geen dezer kiezers op meer dan één uur
afstand van het voor hem bestemde stembureau maar zelfs
bedraagt die afstand, in het allerongunstigst geval nauwelijks
10 minuten. Alle kiezers hebben dan ook ruimschoots den
tijd om binnen de bij art. 57 der Kieswet aangegeven tijds
ruimte hun kiezersplicht te vervullen. Termen om in de
bestaande indeeling der stemdistricten wijziging te brengen
zijn dan ook o. i. niet aanwezig.
Mitsdien stellen wij u voor ons te machtigen aan Gedep.
Staten te berichten, dat wijziging van de indeeling van het
kiesdistrict Leiden in stemdistricten voor de verkiezing van
leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal noch noodig
noch wenschelijk is.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
30.
40.