DONDERDAG 5 MEI 1904. 63 of f uur vooraf en eveneens daarna, om te komen tot den vrijen tijd van den werkman. Nu in aanmerking genomen, dat de dag is om te werken en de nacht om te rusten, en er in 't algemeen in onzen tijd een streven is om den dag aan zijn doel te doen beantwoorden, zoodat er tegenwoordig zelfs sterk gepleit wordt voor afschaffing van nachtarbeid voor de bakkers, zal, naar het mij voorkomt, nachtarbeid een hooge uitzondering moeten zijn, en alles er op aangelegd wezen om den nacht vrij te hebben en overdag het werk te laten doen. De heer Korevaar veronderstelt dat iemand 's na middags om 3 uur begint te werken, maar dat is mij niet duidelijkik zou zeggen in het algemeen begint men 's mor gens te werken en niet om 3 uur. En komt er nu iets voor, dat aanleiding geeft om drie uur te beginnen, welnu, dat zijn omstandigheden, die, naar mijne meening, wel eene uitzondering zullen zijn, zoodat wij ons daarover niet druk behoeven te maken. Dus, om kort te zijn: in aanmerking genomen, dat de dag er is om te werken en de nacht om te rusten, en dat, wan neer de werkman 's morgens om zes uur zijn gewone werk aan vangt en om acht uur des avonds zijn arbeid eindigt, laten wij zeggen van kwart voor vijf 's morgens tot half negen des avonds in de weer is, dan mag toch ook het oogenblik gekomen zijn dat hij rust heeft, en is het in. i. het beste het door mij ingediende amendement aan te nemen. De heer Korevaar. M. d. V. Mag ik even een misverstand wegnemen, dat bij den heer Pera blijkt te bestaan? In het geval, waarin de heer Pera wil voorzien, is reeds lang voorzien. Wanneer men toch om zes uur 's morgens begonnen is te arbeiden, treden, volgens de geldende bepaling, de overuren reeds in zoodra het maximum overschreden is en met de overuren de extra bezoldiging. Maar waarvoor wordt deze regeling getroffen Dat is voor het geval, dat op den dag niet gewerkt wordt, met de bedoeling de krachten van den werkman te sparen en hem eerst des avonds frisch het werk te doen aanvangen, om in dat geval te voorkomen dat dan tot het maximum van 11 uren gewerkt wordt tegen het gewone loon, maar om dan de extra bezoldiging reeds te doen ingaan vroeger, om tien of twaalf uur. In een maximum-arbeidsduur, wanneer op den dag wordt aangevangen, is reeds voorzien, maar deze bepaling werkt on billijk voor het geval 's avonds of's nachts wordt gewerkt, wat voor sommige inrichtingen, o.a. bakkerijen, niet te vermijden is. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. d. V. De Commissie van Fabricage heeft geadviseerd om, wanneer de maximale werktijd wordt overschreden, daarvoor 50% boven het gewone uurloon toe te kennen, indien die valt tusschen 12 uur's nachts en 5 uur des morgens. De Commissie is daarmede evenwel reeds verder gegaan dan in het adres wordt gevraagd, want in het laatste lid daarvan toch staat, dat adressant er op aandringt »deze bepaling zoodanig te wijzigen, dat de maximum werktijd moet vallen tusschen een vastgestelden tijd, in over eenstemming met den plaatselijken werktijd". De grond hier voor is geweest, dat wanneer werklieden elders in gewonen werktijd drie of vier uur hadden gewerkt, de aannemer dit aldus uitlegde, dat eerst wanneer zij elf uren op het werk voor de gemeente gewerkt hadden, zij op grond van de bepa ling daaromtrent aanspraak konden maken op extra loon. Dus wanneer zij b.v. eerst ergens anders vier uur gewerkt hadden en daarna op een gemeentewerk aan het werk werden gesteld kon de aannemer zeggen: Als je hier nu ell uren achtereen gewerkt hebt, kun je eerst aanspraak maken op overloon, waardoor de arbeiders 15 a 16 uur gewerkt zouden hebben, zonder aanspraak te kunnen maken op extra loon voor overwerk. Nu is de Commissie van Fabricage met adressant van ge voelen dat dit niet is de bedoeling van de bepalingen be treffende minimumloon en maximum arbeidstijd. Van den heer Pera is een amendement ingekomen om, indien de werktijd valt tusschen 8 uur des avonds en 6 uur des morgens, dan reeds overloon te betalen, maar in dit amende ment wordt niet vermeld hoe groot dit overloon moet zijn. De Commissie heeft geadviseerd 50 °/0, omdat haar advies aansluit aan de regeling, in art. 7 der verordening van mini mum loon en maximum arbeidstijd, waarin staat dat voor het 1e en 2e uur 10°/o, voor het 3e en 4e uur 30°/0 en voorde verdere uren 50 °/0 meer loon wordt betaald. De plaatselijke werktijd valt des zomers tusschen 6—7 uur, in den winter tusschen licht en donker, waarin dus minder dan 11 uren wordt gewerkt, en ons advies is daardoor een middenweg. Wordt na 7 uur gewerkt, dan moet worden be taald van 7—9 uur 10°/o, van 1012 uur 30 ®/0 en daarna 50 °/0 overloon. Door de voorgestelde bepaling wordt voorkomen dat niet in strijd wordt gehandeld met de bedoeling der boven genoemde verordening. Wat zal nu het gevolg zijn van de aanneming van het amendement-Pera? Dat reeds bij het 2e overuur, na den plaatselijken werktijd, 50% meer loon zou moeten worden betaald, en dat is toch zeker niet de bedoeling van den heer Pera. De Heer Sjjtsma. M. d. V. Wij handhaven ook tegenover de amendementen van de heeren Pera en van Dissel het onze. Ik geloof ook, dat de heer Pera, zooals de heeren Korevaar en van Hoeken zeggen, niet ingaat op de quaestie zelve maar op die van nachtarbeid in het algemeen. Ons amendement heeft de strekking misbruik te voorkomen. Het is gebeurd, dat arbeiders, die nog geen 11 uur per dag gewerkt hadden, des nachts moesten doorwerken en daarvoor werd niets boven 't gewone uurloon betaald. Dit te voorkomen is terecht het doel van Burg. en Weth. Wij gaan nu eenigszins verder. De heer Korevaar zegt: wanneer iemand na 12 uur 'snachts werkt, beschouwen wij dat als bovenmatig, want dan wordt het nachtarbeid. Maar nu zeggen wijneen, wanneer iemand na tien uur nog gaat werken, moet dat als nachtarbeid wor den beschouwd, en ik geloof, dat wij niet alleen met de natuur, maar ook zelfs met de maatschappelijke gebruiken in dezen op beteren voet staan als de heer Korevaar. Want ik vind inderdaad dat iemand, die te 5 uur des morgens tot arbeid kan worden geroepen, te tien uur te bed moet zijn. Werken na dat uur moet hooge uitzondering zijn en dat zal het, wan neer daarvoor 50 meer loon moet worden betaald. Ja, mijne heeren, ik weet wel, dat het eindigen van den dag om tien uur niet altijd geschiedt, maar de geheele maat schappij, en den werkman in het bijzonder, zou ik wel om tien uur naar bed wenschen. Wat aangaat het amendement van den heer van Dissel, die de extra beloonde uren van 10 tot 5 uur wenscht, daarmede kunnen wij ons niet geheel en al vereenigen, al zouden we niet over dit eene morgenuur vallen. Ik hoorde zooeven van den heer Korevaar dat de plaatselijke gebruiken medebrengen, dat om zes uur begonnen wordt, en wanneer men nu vijf uur stelt als het uur waarna het.extra loon ophoudt, dan zal, zoo door iemand nog van vijf tot zes uur bij de vorige uren van den nacht wordt doorgewerkt, dat uur worden betaald met het gewone loon, en naar mijn oordeel moet dat niet voor het gewone loon gerekend worden* De Voorzitter. Ik geloof, dat het debat over de verschil lende amendementen geen bijzonder grooten omvang zal nemen, en daarom zal ik thans met enkele woorden mededeelen, welke door Burg. en Weth., in hun meerderheid van niet- deskundig (standpunt de vraag beschouwende, als maatstaf is aangemerkt. Wij hebben opgemerkt, dat het adres van den heer Tegelaar c. s. en het advies der Kamer van Arbeid eigenlijk dezelfde strekking hebben, namelijk om te voorkomen, dat de maximum arbeidstijd aldus kan geregeld worden, dat, zonder overschrij ding daarvan, arbeid toch valt in de avonduren. En nu hebben Burg. en Weth. gemeend, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, daaraan tegemoet te komen, niet door voor te stellen een bepaalden tijd aan te wijzen, waarbinnen de maximum-arbeidstijd moet vallen, maar wel, dat alle nachtarbeid met 50 boven het gewone uurloon extra worde betaald. Nu is de kwestie deze, dat de heer Korevaar, verdedigende de voordracht van het College van Burg. en Weth., oordeelt, dat nachtarbeid gerekend moet worden aan te vangen om 12 uur, terwijl de heer Sijtsma c.s. en de heer van Dissel meenen, dat '10 uur moet gerekend worden als te zijn de tijd, waarop reeds nachtarbeid aanvangt. De verschillende amendementen zijn eenigszins gelijkluidend, maar zij zijn natuurlijk in hunne strekking toch te onder scheiden, en daarom zal bij de stemming over de amende menten deze regeling moeten worden getroffen, dat in de allereerste plaats in stemming komt het verst strekkende amendement, dat van den heer Pera, die den nachtarbeid reeds wil doen aanvangen om 8 uur des avonds en dezen wil laten duren tot 6 uur des morgens, terwijl in dit amendement niet is gesproken van het percentage, dat daarbij als overloon wordt uitgekeerd, maar eenvoudig als «overwerk" be schouwd wordt alle arbeid na 8 uur, waarvoor gedurende het eerste en tweede uur 10% en gedurendeffiet derde en vierde uur 30% boven het gewone uurloon wordt betaald, terwijl daarna eene verhooging met 50 intreedt. Dan komt in stemming het amendement van de heeren Witmans, Sijtsma en van der Eist, die willen rekenen den nachtarbeid om 10 uur te beginnen en dezen te laten duren tot 6 uur, en eindelijk zal worden gestemd over het amende ment, dat door den heer van Dissel is ingediend en dat eenigszins aansluit aan dat van den heer Sijtsma c. s., en met de voor dracht van Burg. en Weth., daar hierin voorgesteld wordt hooger loon te doen betalen van 10 uur des avonds tot vijf uur des morgens. De heer A. J. van Hoeken. M. d. V. Mag ik even eene vraag doen? Moet het artikel zelf, waarin gesproken wordt van overwerk, niet geheel en al gewijzigd worden, indien het amendement van den heer van Dissel aangenomen mocht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 7