GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 25 OfiiEKOME^ STIKKEM. N°. 44. Leiden, den 24en Februari 1904. Regenten der R. C. Armen en van het Wees- en Oude- liedenhuis alhier, hebben de eer U als dubbeltal ter keuze van een lid voor hun college, onderstaande voordracht aan te bieden No. 1 de Heer L. E. W. SECK, No. 2 C. A. L. KEULS, ten einde, met het oog op de steeds toenemende werkzaam heden, hun college uit te breiden. Namens Regenten voornoemd J. J. van Heeswijk, Voorzitter. Dr. H. J. Taverne, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 45. Leiden, 25 Februari 1904. In overleg met den Arrondissements-Schoolopziener en na ingewonnen bericht van het Hoofd der School, hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bie den voor de benoeming van eene onderwijzeres aan de open bare school der 4e klasse N°. 1, ter vervulling van de vacature, welke zal ontstaan tengevolge van het met ingang van '1 Maart 1904 verleend eervol ontslag aan Mej. M. J. G. Planken 1°. Mej. H. M. ITTMANN, tijdelijk onderwijzeres aan de openbare school der 4e klasse, N°. 1 2°. Mej. M. G. DE BRUIJN, onderwijzeres aan eene open bare school te Haarlemmermeeer 3°. Mej. C. J. DE NIE, tijdelijk onderwijzeres aan de open bare school der 3e klasse, N°. 4. Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U thans tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 46. Leiden, 26 Februari 1904. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej. I. H. A. Linden om ontslag uit hare betrekking van leerares in het teekenen aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen en aan de Meisjesschool 2e klasse alhier en haar dat ontslag eervol te verleenen met ingang van 1 Mei 1904. De ter zake door den districtsschoolopziener en de hoofden der scholen uitgebrachte adviezen worden hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Gravenhage, 24 Febr. 1904. Ik heb de eer te berichten, dat mijnerzijds geen bezwaar bestaat tegen het aangevraagd eervol ontslag door Mej. I. A. II. Linden uit hare betrekking van leerares aan de Kweekschool. De Schoolopziener in het district 's-Gravenhage L. WlCHERS. Aan 11.H. Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, den 22 Februari 1904. Onder terugzending van bijgaand verzoekschrift heb ik de eer U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van eervol ontslag aan Mejuffrouw I. H. A. Linden uit hare betrekking van leerares aan de Kweekschool, met ingang van den ln Mei e. k. De Directeur der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen N. Brouwer. Aan den Heer Burgemeester van Leiden. Leiden, 26 Februari 1904. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Ter voldoening aan Uwe apostille van 24 Februari 1904 heb ik de eer UEdelachtbaren te berichten dat bij mij geen bezwaar bestaat om aan Mej. Linden het gevraagde eervol ontslag te verleenen. C. B. Renaud, le ond. a. d. Meisjesschool 2e klasse plaatsvervangend hoofd. Leiden, 19 Februari 1904. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente «Leiden". Ondergeteekende, Ingelina, Hermina, Adolphina Linden, Leerares in het Teekenen aan de Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen en de Meisjesschool 2e klasse, Alhier, heeft de eer UEdelachtbaren te verzoeken haar als zoodanig eervol ontslag te willen verleenen tegen 1 Mei 1904, wegens hare benoeming tot Directrice der Industrieschool voor Meisjes te Groningen. Met de meeste hoogachting heeft zij de eer te zijn Uwe dw. I. H. A. Linden, Leerares Kweekschool v. Onderw. en Meisjesschool 2e klasse. N°. 47. Leiden, 26 Februari 1904. Door commissarissen van de stedelijke gasfabriek werd op de wenschelijkheid gewezen dat tot demping zou worden overgegaan van een sloot, gedeeltelijk langs den Maresingel, gedeeltelijk langs de verbindingsbaan van de Holl. IJzeren Spoorweg- Maatschappij gelegen, aangezien die sloot geen uit watering heeft. Het gedeelte sloot langs den singel behoort geheel aan de gemeente, dat langs de spoorbaan voor de helft aan de gemeente en voor de helft aan de Holl. IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Noch bij de commissie van fabricage, noch bij ons college bestaat tegen de demping bezwaar, mits daarbij de nader door ons college te geven voorschriften worden in acht genomen. Mitsdien geven wij U in overweging commissarissen der stedelijke gasfabriek te machtigen, voor zooveel noodig na bekomen vergunning van de Holl. IJzeren Spoorweg-Maat schappij en van het betrokken polderbestuur, met inachtneming van de nader ter zake door ons college te geven voorschriften tot demping van de op de overgelegde situatie-teekening aangegeven sloot over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 48. Leiden, 2 Maart 1904. Indien de Raad daartoe besluit, heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar in het vaststellen der Verordening, nader regelende den prijs der koelcellen in het slachthuis en de tarieven voor het slachten van vee. Zij neemt evenwel de vrijheid onder Uwe aandacht te brengen, dat het zeker niet in de bedoeling zal liggen aan deze tarieven bij aanneming terugwerkende kracht te geven voor de con tracten, die reeds voor 1904 zijn afgesloten. Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën. N°. 49. Leiden, 1 Maart 1904. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van bijgaand verzoek van het Bestuur der Gymnastiek- en Schermveree- niging »St. Michael" om gebruik te mogen maken van een der gemeentelijke gymnastieklokalen. Wij geven U mitsdien in overweging aan het Bestuur der Gymnastiek- en Schermvereeniging »St. Michael" totweder- opzeggens toe vergunning te verleenen om het gymnastiek lokaal der school in de van der Werfstraat te gebruiken tot het houden van oefeningen des Maandagsavonds van half negen tot half elf, tegen betaling van 10 'sjaars per wekelijksch uur en van ƒ5.— per jaar als vergoeding voor de kosten van vuur en licht en onder voorwaarde, dat de kosten van schoonhouden en bediening en van herstel der aan het gebouw of meubilair eventueel toegebrachte schade door de vereeniging worden vergoed en dat alle ter zake van het gebruik gegeven of nog te geven voorschriften door haar zullen worden nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 1