DONDERDAG II FEBRUARI 1904. 15 Gezondheids Commissie eene analyse wordt genomen van het water uit iederen put op zich zelf en dat het den melkver- kooper vrijstaat eene analyse te doen nemen door een bekende scheikundige specialiteit, buiten de hier ter stede gevestigde Gezondheids Commissie, ten einde eene juiste oplossing te verkrijgen van de al of niet deugdelijkheid van het koelwater, vroeger steeds met succes daartoe gebruikt dat indien dit onmogelijk blijkt te zijn en het voor de ge zondheid beslist noodzakelijk is om duinwater te gebruiken als koelwater en dit in den zomer door ijs tot sterker ver koeling aangezet moet worden, door den Raad van Leiden, die maatregelen worden getroffen, welke de melkverkoopers znllen vrijwaren voor finantieele schadevoortvloeiende uit de tegenwoordige bepalingen dat: De herziening der verordening op het melkverkoopers- bedrijf leiden zal tot weering van de noodzakelijke ondergang van hen, die 't bedrijf uitoefenen, zooals nu het gevolg zal zijn van de toepassing der bestaande verordening, en: datDe Raad in het belang der melkverkoopers te Leiden, voorgelicht of niet door de Gezondheids Commissierekening houde met de belangen eener groote tak van nijverheid en door bepalingen betrekking hebbende op de algemeene Gezond heidstoestand aldus besluitte: dat het evenmin den melkver- kooper schaadt, maar ook evenzoo den melkgebruiker baat. 't Welk doende het Bestuur der Leidsche Melkverkoopers Vereeniging «Eensgezindheid zij ons Doel" J. de Jong, le Voorzitter. N. Verberg, Ie Secretaris. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat de heer W. B. van Goor, ingenieur le klasse bij den Waterstaat in Ned.-lndië, tijdelijk is belast met de waarneming- der betrekking van Directeur der Gemeentewerken gedurende het aan den heer G. L. Driessen tot herstel van gezondheid verleend verlof. Aan de orde is: I. Verzoek van Prof. Mr. J. Oppenheim om eervol ontslag als lid der Plaatselijke Schoolcommissie. (Zie Ing. St. n°. 17). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming een eervol ontslag verleend. II. Benoeming van twee leden van de Plaatselijke School commissie. (Zie Ing. St. n°. 18). De Voorzitter. Volgens het nieuwe Reglement van Orde bestaat nu het stembureau uit 4 leden en fungeert de Voor zitter der Vergadering niet meer als Voorzitter van het stem bureau, maar is de eerstbenoemde stemopnemer tevens Voor zitter. Tot leden van het Stembureau worden door mij benoemd de heeren: Bosch, Witmans, Sijtsma en Paul. De heer Pera. M. de V. Wanneer D het mij veroorlooft, zou ik gaarne vóór wij tot de stemmingen overgaan, eene enkele opmerking willen maken over punt 3 van de agenda. Naar ik meen te weten hebben zich voor de betrekking aan gemeld 85 personen, terwijl ons door Burg. en Weth slechts één persoon wordt voorgedragen. Enkele jaren geleden heeft de heer Verster van Wulverhorst zich tot tolk gemaakt van de leden van den Raad, om Burg. en WTeth. er op attent te maken, dat het zoo telkens voor kwam, dat de Raad slechts één naam ontving als aanbeveling ter benoeming, en dat dit niet wenschelijk kon worden geacht. Ik zal nu op dit geval niet verder ingaan, maar meen toch dat het viertal personen, die voorgedragen zijn door den Ont vanger, geschikt kan geacht worden voor deze betrekking. Wanneer uit de 85 sollicitanten slechts één persoon wordt voorgedragen, dan is feitelijk daarmee de man aangewezen en heeft de Raad geen andere keus. Ik meen derhalve, dat het beter is dat Burg. en Weth. de gewone regeling volgen eri eene aanbeveling geven van meer personen. De Voorzitter. De opmerking van den heer Pera is het gevolg van een misverstand. Uit de voordracht blijkt alleen, dat Burg. en Weth. speciaal de aandacht vestigen op één persoon, den heer Galjaard, met het oog op de diensten door hem reeds aan de gemeente bewezen, maar in de door ons overgenomen aanbeveling van den Gemeenteontvanger komen nog meer personen voor, nl. de heeren Hoogervorst, Rosier en Zindel. Het is dus alleen aan een misverstand te wijten, dat Burg. en Weth. alleen dezen éénen persoon hebben voorgedragen. Alsnu wordt overgegaan tot de benoemingen. De uitslag der stemming is, dat met 22 stemmen wordt benoemd de heer: Dr. C. F. T. J. Meuleman, terwijl de heer van der Velden 4 stemmen verkreeg en de heer W. Draaijer inet algemeene stemmen. III. Benoeming van een ambtenaar belast met het toezicht op de invordering der hondenbelasting. (Zie Ing. St. n°. 22). Bij de eerste stemming verkregen de heerenHoogervorst 12, Galjaard 9 en Zindel 5 stemmen. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming. Hierbij bekomen de heeren: Hoogervorst 12, Galjaard 11 en Zindel 3 stemmen. Daar ook nu weder niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wcrdt overgegaan tot eene stemming tusschen de twee personen, die de meeste stemmen op zich hebben ver- eenigd. De uitslag van deze stemming is, dat worden uitgebracht op de heeren Hoogervorst en Galjaard ieder 13 stemmen. De Voorzitter. Daar de stemmen staken, moet door het lot worden beslist. Bij loting wordt alsnu benoemd de heer Hoogervorst. IV. Benoeming van een Commissaris der Stedelijke Gasfabriek. (Zie Ing. St. n°. 30). Benoemd wordt met 21 stemmen de heer Mr. P. JM. Aalberse; de heer van Lidth de Jeude verkreeg 5 stemmen. V. Benoeming van een vierde onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse n°. 4. (Zie Ing. St. n°. 31). Wordt benoemd met algemeene stemmen Mej. M. A. Horreé. VI. Benoeming van een vierde onderwijzeres in de hand werken aan de school in de Heerenstraat. (Zie Ing. St. n°. 31). Benoemd wordt met 25 stemmen Mej. E. S. F. Servaas; Mej. E. J. J. Wagemans verkreeg 1 stem. VII. Verzoek van A. Kist, arts om continuatie in de betrek king van Stads-geneeskundige. (Zie Ing. St. n°. 26). Wordt met 25 stemmen herbenoemd1 stem was uit gebracht op den heer van Wijk. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor de genomen moeite. Mag ik thans aan de heeren Meuleman en Aalberse vragen, of zij bereid zijn de betrekkingen, waartoe zij zoo straks be noemd zijn, aan te nemen? Beide heeren verklaren zich bereid de benoeming aan te nemen. VIII. Verzoek van Mej. M. J. G. Planken om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school 4e klasse n°. 1. (Zie Ing. St. n°. 15). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming met ingang van 1 Maart een eervol ontslag verleend. IX. Verzoek van de wed. G. Karg geb. Doornaar om conti nuatie van de huur van het perceel Aalmarkt n°. 6. (Zie Ing. St. n°. 16). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. X. Verzoek van C. P. Omtzigt om zijn vrachtschuit, gedeel telijk met petroleum geladen, gedurende den nacht binnen de gemeente te mogen laten liggen. (Zie Ing. St. n°. 19). De heer Fockema Andreae. M. d. V. Ik zou u gaarne eene inlichting vragen of liever, ik zou u in de gelegen heid willen stellen tot het geven van een inlichting. Zooals de woorden van het request luiden slaat eigenlijk het artikel der verordening tot voorkoming van brand, dat volgens het oordeel van Burg. en Weth. aan de inwilliging van het verzoek in den weg zou staan, hierop niet. Ik ver moed dan ook, dat wij hier te doen hebben met eene onjuiste uitdrukking. In het request wordt gezegd: «Geeft met ver schuldigde eerbied te kennen C. P Omtzigt beurtschipper op Amsterdam zijn verzoek, om dins en vrijdagavond met zijn vracht gedeeltelijk bestaande uit Petroleum in fusten te mogen doorvarend De bedoelde verordening slaat op het liggen en dit mag dan ook niet, maar het doorvaren mag wel. Ik geloof, dat het in de bedoeling ligt van den heer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1904 | | pagina 3