18
In deze regeling lag dus tweeërlei opgesloten:
1°. dat de koelperiode in den regel niet langer dan 6 maanden
duren zou (met de verplichting evenwel om deze periode
vroeger te doen ingaan of later te doen eindigen, wanneer de
weersgesteldheid dit zou noodig maken);
2°. dat de prijs der koelcel-oppervlakte per M.2 zou bedra
gen ƒ20.
In Uwe Vergadering van den llen December d.a.v. werd
deze voordracht op tweeërlei wijze geamendeerd:
1°. Werd besloten, dat de koelperiode in ieder geval zou
moeten aanvangen op 1 Februari en in ieder geval zou
moeten duren tot 1 December, met de mogelijkheid ook nu nog,
dat deze tienmaandelijkscbe koelperiode zou worden verlengd
2°. Werd de prijs van den M.2 koelceloppervlakte tot 10.
teruggebracht.
De motieven, op grond waarvan tot deze wijzigingen werd
overgegaan, waren de volgende:
Ad l"m. Er zouden, zoo werd gezegd, in de overige maan
den van het jaar dagen voorkomen, waarop het koelen minstens
evenzeer noodig was, als in de maanden April—September.
Dit is volkomen juist. Maar men vergat hierbij ten eerien-
male, dat ook de oorspronkelijk voorgestelde redactie aan
Burg. en Weth., die met de uitvoering der verordening belast
zijn, niet alleen de bevoegdheid toekende, maar tevens de ver
plichting oplegdeom dan op die andere dagen te doen koelen.
Geheel onjuist toch was de voorstelling, alsof dan de beslissing
of nog op andere tijden buiten het gewone zesmaandelijksch
koeltijdperk zou worden gekoeld, geheel zou hebben afgehangen
van het bon vouloir van den Directeur.
Dit argument is dus volkomen waardeloos. Dat ook in de
maanden Maart en October dagen kunnen voorkomen, waarop
het wenschelijk is de slagers in de gelegenheid te stellen van
het koelhuis gebruik te maken, wordt niet ontkend. Maar
daarmede hield ook de oorspronkelijke bepaling rekening.
Thans evenwel moet ook in die maanden, en zelfs in de maanden
November en Februari worden gekoeld. En koeling in de beide
laatstgenoemde maanden mag volkomen overbodig heeten. In
Roermond duurt dan ook de koelperiode slechts van 15 April
tot 30 September, in Nijmegen van 1 April tot 1 November
en in Maastricht van 1 April tot 1 October.
Maar, werd nog gezegd, wat is er tegen om het koelhuis
het geheele jaar door open te stellen? Die dure inrichting is
er nu eenmaal. Waarom er dan ook niet zooveel mogelijk
van partij getrokken? Eenvoudig hierom niet (en wij
komen hierop later terug) omdat ook de exploitatie van het
koelhuis zeer veel geld kost en het onverdedigbaar mag
heeten jaarlijks volkomen nutteloos veel geld uit te geven.
Ad 2«m. Men achtte een prijs van 20.per M2. koelcel
oppervlakte te hoog, omdat, waar niet van het voorkoelhuis
zou mogen worden gebruik gemaakt, indien men zich niet
het gebruik van eenige ruimte in het koelhuis verzekerd
had, de gelegenheid om het vleesch te laten besterven in het
slachthuis zou ontbreken. De slagers waren dus wel verplicht
van het koelhuis gebruik te maken, wilden zij niet van een
behoorlijke gelegenheid om het vleesch te laten besterven
verstoken zijn.
Ook dit argument is ten eenenmale onjuist. In de groote
slachthal is de gelegenheid om het vleesch te laten besterven
uitmuntendoneindig veel beter dan in de overgroote meer
derheid der vroegere slachtstallen. Er is in de groote slacht
hal meer dan voldoende ruimte en de atmospheer laat er,
wat frischheid en luchtigheid betreft, niets te wenschen over.
Om het vleesch te laten besterven hebben dus de slagers het
voorkoelhuis niet noodig.
Een tweede argument was dat bij een lageren prijs meer
gebruik van het koelhuis zou worden gemaakt, dan bij een
hoogeren, en dat dus ten slotte zoowel het belang der slagers
als dat der gemeente door die prijsverlaging zou worden
gediend. Om dit waar te maken zou men hebben moeten
kunnen bewijzendat bij een vermindering van den prijs
tot de helft, de van het koelhuis in gebruik genomen opper
vlakte meer dan verdubbeld zou worden, en dit is, waar de
door ons voorgestelde prijs van 20 toch reeds niet hoog
was, zonder eenigen twijfel niet waar. Wij meenen veilig te
mogen aannemen, dat het gebruik van het koelhuis door de
prijsverlaging zelfs niet verdubbeld is. Maar al ware dit wel zoo,
dan nog zou het argument niet opgaan, omdat naarmate het
gebruik van het koelhuis toeneemt en dus een grootere hoe
veelheid vleesch moet worden afgekoeld, ook de daaraan ver
bonden kosten toenemen.
Blijken dus de voor eene wijziging der door ons voorge
stelde regeling aangevoerde motieven niet houdbaar te zijn,
daarentegen zijn er meerdere redenen, waarom die wijziging
in de hoogste mate moet worden betreurd. Meenden wij dit
destijds reeds te mogen onderstellenthans heeft de uitkomst,
na een ervaring van bijna één jaar verkregen, die onderstel
ling volkomen bevestigd.
Die redenen zijn:
1°. dat bij den tegenwoordigen duur der koelperiode van
10 maanden' het koelhuis met het gewone personeel niet
behoorlijk kan worden gereinigd;
2°. dat bij den tegenwoordigen duur der koelperiode de
verlichting van het slachthuis in de maanden November en
Februari zeer veel te wenschen overlaat;
3°. dat de tegenwoordige duur der koelperiode zeer aan
merkelijke ünancieele nadeelen voor de gemeente oplevert,
welke nadeelen nog beduidend worden vergroot door de
bepaling van het recht voor het gebruik van het koelhuis op
10. per M2.
Het is aan de hand van den Directeur van het openbaar
slachthuis, wiens hieromtrent in zijn rapporten van 31 Octo
ber en 28 November 1903 uitgesproken meening door de
commissie voor het slachthuis in hare op 13 November en
11 December d.a.v. uitgebrachte adviezen zorder eenig voor
behoud wordt onderschreven, dat wij deze bezwaren nader
zullen onder de oogen zien.
Een termijn van 2 maanden is te kort om het koelhuis
behoorlijk te reinigen, en, zoo noodig, aan den dag gekomen
gebreken te herstellen. Een behoorlijke reiniging van het
koelhuis cum annexis is meer dan een eenvoudige groote
schoonmaak, zooals het in de Raadszitting van 11 December
1902 werd voorgesteld. Stoommachine, luchtkoeler, zoutbad,
luchtkanalen, pompen, koelhuis en voorkoelhuis, dat alles
moet grondig worden nagezien. Daarvoor is een tijd van 2
maanden te kort, tenzij extra-personeel wordt in dienst
genomen. Het gevolg van de tegenwoordige regeling is dus
dit, dat gedurende 3 of 4 maanden van het jaar, geheel
onnoodig, personeel voor het koelhuis wordt in beslag genomen,
dat zoo uitnemend goed voor andere doeleinden zou kunnen
worden gebruikt, terwijl in twee andere maanden feitelijk
extra-personeel moet worden gebruikt, waarvan men zich
anders had kunnen onthouden.
Dat de verlichting van het slachthuis in de maanden
November en Februari te wenschen overlaat, heeft de onder
vinding reeds aangetoond. Dit is dan ook niet te verwon
deren, wanneer men bedenkt, dat bij de berekening van
de capaciteit der stoommachine er op gerekend is, dat
deze in den zomer bijna uitsluitend zou worden aangewend
voor de afkoeling van het koelhuis en in den winter bijna
uitsluitend voor de verlichting. Indien dan ook de duur
dei' koelperiode op 10 maanden bestendigd blijft, dan zullen
maatregelen moeten worden genomen om in voldoende ver
lichting gedurende de maanden November en Februari te
voorzien, en deze maatregelen zullen uit den aard der zaak
al weder niet onbelangrijke uitgaven vereischen.
Zoo komen wij dan tot het grootste bezwaar tegen de
tegenwoordige regeling: de fmancieele quaestie. Een koelhuis,
uitsluitend ten gerieve en in het belang van de slagers op
gericht, reeds onder alle omstandigheden een schadepost voor
een openbaar slachthuis, wordt een bron van zeer aanmer
kelijk verlies, waar het wordt geëxnloiteerdzooals hier te
Leiden het geval is. Door den Directeur wordt berekend
dat het geheel noodeloos openstellen van de koelinrichting
gedurende drie maanden van het jaar aan steenkolen, olie,
zout, zwavelig zuur, enz. een uitgave meebrengt van ruim
1000.Daar komen dan nog bij de meerdere onderhouds
kosten der koelinrichting tengevolge van het langduriger
gebruik en de kosten van het extra-personeel voor de rei
niging. Bedenkt men nu, dat de jaarlijksche uitgaven van
het koelhuis bedragen, aan steenkolen ƒ4000.aan zout
en machinemateriaal 800.aan arbeidsloonen 1800.
en aan rente en aflossing, tegen 41/* 4250.dus in het
geheel 10850.- en dat daar slechts als ontvangst tegen
over staat de opbrengst van 192.60 M2. a 10.— per MB.
koelceloppervlakte, dat is 1926dan blijkt op het koel
huis een jaarlijksch verlies te worden geleden van bijna
9000.— en kan het toch inderdaad niet onredelijk worden
geacht, indien maatregelen worden getroffen, die zonder de
slagers te zwaar te treilen, het geldelijk verlies voor
de gemeente althans binnen wat engere grenzen beperken.
Indien door verkorting van de koelperiode eenerzijds ruim
1000.wordt bespaard en door verhooging van het recht
tot 20.— per M2. anderzijds een hoogere opbrengst van
bijna 2000.— wordt verkregen, dan kan het door de ge
meente op het koelhuis te lijden verlies althans tot/6000.—
worden teruggebracht.
Dit zijn dan ook de maatregelen, welke door de com
missie voor het openbaar slachthuis volstrekt noodzakelijk
worden geacht. En daarbij wenscht zij tevens de mogelijkheid
te openen, dat te allen tijde door ons college tot de buiten
gebruik stelling van het koelhuis kan worden overgegaan,
wanneer dit in het belang van de exploitatie van het slacht
huis mocht noodig blijken. Voor het geval toch (wat wij in-
tusschen allerminst verwachten) dat eene verhooging van het
tarief het gebruik van het koelhuis dermate mocht doen ver
minderen, dat het daarop te lijden geldelijk verlies nog
grooter worden zou, moet het middel aan de hand worden
gedaan om dit verlies te keeren.