158
wonnen bericht van het Hoofd der School, en dat de des
betreffende stukken in de leeskamer ter inzage liggen, geven
wij U in overweging tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 373. Leiden, 18 December 1903.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
den heer A. Vogelaar om eervol ontslag uit zijne betrekking
van onderwijzer aan de Openbare School der 4e klasse N°. 2
alhier, bestaat bij ons geen bezwaar.
Onder overlegging van het hieromtrent uitgebracht advies
van het Hoofd der School, geven wij Lwe Vergadering mits
dien in overweging aan den heer A. Vogelaar, op zijn ver
zoek, met ingang van 1 Februari 1904, eervol ontslag uit
zijn hierbovenvermelde betrekking te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 16 December 1903.
In antwoord op het verzoek, vervat in de apostille van 15
December 1903 N°. 10/584, hebben wij de eer U te berichten,
dat bij ons geen bedenkingen bestaan tegen het verleenen
van een eervol ontslag tegen 1 Febr. 1904 aan den heer
Ary Vogelaar, benoemd als onderwijzer bij het Lager Onder
wijs te 's Gravenhage. De heer Vogelaar heeft eerst 1 No
vember 11. zijne betrekking aan de school aanvaard en hij
heeft zich in dien korten tijd doen kennen als een zeer
geschikt, kalm onderwijzer, zoodat het mij voor de school
spijt, dat hij zoo spoedig weder naar elders vertrekt.
Het hoofd der O. S. vierde klasse 2,
P. Dikshoorn.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden.
Leiden, 14 December 1903.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Weledelachtbare Heeren.
Ondergeteekende, Ary Vogelaar, onderwijzer aan de Open
bare Lagere School der 4e Klasse N°. 2, verzoekt bij dezen
beleefd hem met ingang van 1 Februari 1904 uit bovenge
noemde betrekking eervol te willen ontslaan, uithoofde zijner
aanstelling als onderwijzer bij het Lager Onderwijs te 's Gra
venhage. Hoogachtend,
URd. Achtb. Dw. Dr.,
A. Vogelaar.
N°. 374. Leiden, 18 December 1903.
In overleg met den Arrondissements-Sehoolopziener en na
ingewonnen bericht van het Hoofd der school, hebben wij
de eer Uwe Vergadering de volgende voordracht aan te bieden
voor de benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofd-
acte aan de openbare school der 3e klasse n°. 6, ter vervulling
van de vacature, welke zal ontstaan tengevolge van het, met
gingang van 31 December a sverleend eervol ontslag aan
den heer C. W. Paap
1°. K. SIJDERIJUS, hoofd der school te Tiende veen, gemeente
Beilen.
2°. H. LAUTENBACH, onderwijzer met verplichte hoofdacte
aan de openbare school der 4e klasse n°. 2 te Leiden
3U. G. VERMEULEN, onderwijzer te Koog a/d. Zaan.
Onder mededeeling, dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U thans tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 375. Leiden, 19 December 1903.
Op een door J. A. F. Degon en anderen in Augustus 1901
ingediend verzoek om de Gedempte Koolgracht weder voor
het publiek verkeer open te stellen, werd bij Raadsbesluit
van 14 November d. a. v. besloten aan adressanten te berich
ten, dat hun verzoek niet voor dadelijke inwilliging vatbaar
was, omdat de grond van de Gedempte Koolgracht aan ver
schillende personen ten gebruike was afgestaan en aan dat
gebruik een opzeggingstermijn van twee jaar was verbonden
dat echter die opzegging thans had plaats gehad en dat in
middels nader zou worden overwogen of aan hun verzoek
zou kunnen worden tegemoet gekomen (Zie Ingek. Stukk.
no. 268 van 1901).
Aangezien nu de opzeggingstermijn op 1 Januari a. s. ver
streken is en de gemeente daarna weder vrijelijk over den
grond zal kunnen beschikken, zal dus thans een besluit moeten
worden genomen of de Gedempte Koolgracht, hetzij dan ge
heel of ten deele, tot publieke straat zal worden ingericht.
Reeds in ons boven aangehaald praeadvies deelden wij u
mede dat wijgeheel overeenkomstig het destijds door de
commissje van fabricage uitgebracht advies, die openstelling
alleszins in het belang der gemeente achtten, omdat daardoor
een verbinding tusschen de Koolgracht en de üostdwarsgracht
zou worden tot stand gebracht. Immers zoowel in het belang
der openbare gezondheid als met het oog op brandgevaar zou
die verbinding alleszins gewenscht zijn.
Toch gelooven wij niet, en ook hierin gaan wij geheel met
het thans door de commissie van fabricage uitgebracht advies
mede, dat het noodig is dat daarvoor de Gedempte Koolgracht
over haar volle breedte tot openbare straat worde ingericht.
Daarmede toch zou een uitgave van ongeveer 4000.— ge
moeid zijn en ook dan nog uit een welstandsoogpunt een zeer on
voldoende toestand worden verkregen. Immers de straat zou dan
eerst over een lengte van 88 M. gemiddeld 9 Meter breed worden,
dan plotseling in een 5 Meter breede straat overgaan over een
lengte van 12 Meter, om dan in een 35 Meter lange straat,
ter breedte van 7 Meter te eindigen. Maar dit behoeft ook
niet. Hoofdzaak is dat de verbinding tot stand kome en dat
kan op veel eenvoudiger en tevens minder kostbare wijze
geschieden. Daartoe behoeft, gelijk uit het rapport der com
missie van fabricage blijkt, slechts gebruik gemaakt te wor
den van den grondthans nog aan de aangrenzende eige
naren van Rooyen, Degon, de weduwe Korswagen en van
der Heyde ten gebruike afgestaan. De beide laatsten hebben
zich dan bovendien bereid verklaard den hun toebehoorenden
grond tusschen hunne huizen en de Gedempte Koolgracht
kosteloos aan de gemeente in eigendom af te staan, zoodat
de kosten van een scheidingsmuur langs die perceelen en
een c. q. door de gemeente daarin te verleenen bijdrage
dientengevolge komen te vervallen. De totaalkosten aan de
openstelling der Gedempte Koolgracht verbonden zullen in
dit geval slechts f 350.— bedragen, met inbegrip vaneen
vergoeding van f 180.aan van Rooyen voor de overneming
der bestrating, welke deze voor eigen rekening in den hem
in gebruik gegeven grond heeft doen leggen.
De overige grond van de Gedempte Koolgracht, die even
eens tegen 1 Januari 1904 is opgezegd, kan dan weder aan
de aangrenzende eigenaren ten gebruik worden afgestaan
tegen betaling van het bij Raadsbesluit van 30 Januari 1896
vastgesteld tarief (12-r cent per M2.) en onder de voorwaarden,
waaronder deze grond krachtens Raadsbesluit van 26 Mei
1887 in gebruik werd gegeven, behoudens deze wijziging dat
de grond niet 2 jaren, maar 3 maanden nadat het gebruik
zal zijn opgezegd, weder ter vrije beschikking van de ge
meente zal moeten komen.
Op grond van een en ander geven wij u daarom in over
weging te besluiten:
"1°. dat de grond van de Gedempte Koolgracht, tot dusverre
in gebruik bij van Rooyen, Degon, wed. Korswagen en van
der Heyde, tot openbare straat zal worden ingericht
2°. dat van de wed. Korswagen en H. C. van der Heyde
kosteloos in eigendom zal worden overgenomen de strook
gronds, gelegen tusschen hunne perceelen en de Gedempte
Koolgracht en dat ook deze grond tot openbare straat zal
worden ingericht; en
3°. dat de overige grond van de Gedempte Koolgracht,
indien de aangrenzende eigenaren dit wenschen, hun ook
weder na 1 Januari 1904 ten gebruike zal worden afgestaan
onder de hierboven nader omschreven voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 376. Leiden, 21 December 1903.
Krachtens Raadsbesluit van 13 Mei 1897 (Zie Ing. St. n°.
109), werd het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht
aan de gymnastiek- en schermvereeniging »Hercules" ten
gebruike afgestaan tegen betaling van f20.— 'sjaars per
wekelijksch uur en voorts onder bepaling dat alle kosten
van verwarming, verlichting, schoonhouden en bediening door
de vereeniging zouden worden gedragen.
Thans verzoekt de vereeniging bij nevensgaand adres haar
van af 1 Januari a.s. het gebruik der zaal onder eenigszins
gunstiger voorwaarden te willen toestaan.
Het komt ons voor, dat daarvoor wel termen aanwezig zijn.
Aangezien door de vereeniging 5 uren per week van de
zaal wordt gebruik gemaakt, bedraagt de door haar deswege
aan de gemeente verschuldigde vergoeding per jaar 100
Voorts bedragen de kosten van verwarming en verlichting
ongeveer f 25.— en die van het schoonhouden 20.—. In het