150 No. 365. Leiden, 4 December 1903, Overeenkomstig het ons ingevolge art. 11 litt. b der Woningwet door de gezondheidscommissie kenbaar gemaakt advies, is door ons krachtens art. 14 dier wet den eigenaren van bet. privaat in het Paradijshof op den hoek van de Lange Bouwe louwensteeg en van het perceel Bouwelouwensteeg n°. 17 aangeschreven het genoemde privaat en dat in het perceel Bouwelouwensteeg n°. 17 te verwijderen en ten behoeve van het perceel n°. 17 een nieuw privaat buiten die woning te maken, een en ander te verrichten vóór den 29en December a s. Tegen dit besluit is ingevolge het 2e lid van art. 17 der Woningwet door de eigenaars Gebrs B. J. C. en F. B. Werner bij hunne missive van 17 November 1.1., en alzoo binnen den bij de wet gestelden termijn van 30 dagen, bij Uwe Vergadering voorziening gevraagd. Op deze voorziening moet binnen 6 weken, alzoo vóór 29 December, door U worden beslist. In het hierbij aan Uwe Vergadering overgelegd bezwaar schrift wordt door de eigenaren aangevoerd, dat van de be woners van het perceel Bouwelouwensteeg n°. 17 nimmer klachten over het zich in de woonkamer bevindende privaat zijn vernomen, en dat aan het bezwaar, ontleend aan het zich in het Paradijshof bevindende ongebruikte privaat, ge makkelijk zou zijn tegemoet te komen door dat privaat door een schutting van de openbare straat af te scheiden en bij het perceel Bouwelouwensteeg 17 te trekken, waardoor dat perceel dan tevens in het bezit van een privaat buiten de woning zou komen. Bij onderzoek is ons gebleken, dat met de door adressanten aangegeven oplossing geen genoegen kan worden genomen. De toestand is op het oogénblik onhoudbaar en moet dus veranderd worden. En nu zou wel door het plaatsen eener schutting in het Paradijshof aan de door de gezondheids commissie geopperde bezwaren voor een deel worden tege moet gekomen, maar dat ten koste van een ander niet minder groot bezwaar. De toegang tot het Paradijshof toch, thans slechts 3.60 Meter breed, zou dan nog door de te plaatsen schutting met de breedte van het bestaande privaat worden vernauwd. Bovendien zou dat ondoelmatige privaat, waarover thans reeds en terecht wordt geklaagd, dan toch bestendigd blijven. En tegen het bouwen van een nieuw privaat buiten de woning van perceel Bouwelouwensteeg 17 kan geen bezwaar bestaan, omdat het aangrenzende perceel n°. 16, bij Raads besluit van 14 Maart 1901 onbewoonbaar verklaard, aan dezelfde eigenaars toebehoort. Op grond van een en ander geven wij U dan ook in over weging de door ons tot de gebroeders Werner gerichte aan schrijving te handhaven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 November 1903. Aan den Wel Edel Achtbare Heeren Leden, der Gemeente Leiden. Wel Achtbare Heeren. Ondergeteekenden Gebr. B. J. C. Werner en F. B. Werner, wonende Kooilaan no. 25 te Leiden, geven met verschuldigden eerbied te kennen aan UEdel Achtbaren, dat zij vanwege de gezondheidscommissie ontvangen hebben een missive, waarin genoemde commissie te kennen geven, dat wij ondergeteekenden een woning hebben gelegen in de Lange Bouwelouwesteeg hoek Paradijshof No. 17, waarin zich bevindt in den woonkamer een privaat het welke volgens genoemde commissie schadelijk zouden zijn voor de gezondheid mitsdien aanraden tot oprui ming van genoemden Privaatnimmer hebben ondergeteekenden van de bewoners klachten van stank iets dergelijks vernomen aangezien deze privaat met de buitenlucht in directe corres- pondentiën is. Ten 2e zegt de commissie dat wij hebben staan een ongebruikt privaat aan naast het bedoelde pand dat ook stank zouden opleveren: in dezen kunnen wij beslits zeggen dat zij onwaarheid schreven, aangaande het gebruik en ten tweeden wanneer dit stank oplevert wat door omwoonenden bevestigd word" maar waar volgens onze meening wel een anderen zaak achterschuilt" is met een kleine verandering te verhelpen, om boven staanden redenen wenschen wij U Edel Achtbaren te verzoeken indien de commissie met hun besluit mogen doorgaan, willen wij overgaan het door ons voor eenige jaren gesloten deurcozijn van pand, No. 17 weder te doen openen en het plaatsen van een schutting op ons eigen Parti culier grond toestemming te verleenen, om dat het verbeterden privaat komen aan genoemd pand met bijvoeging door het plaatsen eener schutting een vrij plaatsje verkrijgt. In afwachting van U Edel Achtbaren een gunstig advies te mogen ontvangen Verblijven wij Hoogachtend, B. J. C. Werner. F. B. Werner. N°. 366. Leiden, 4 December 1903. Bij de behandeling der gemeente-begrooting voor 1904 werd in Uwe Vergadering gewezen op het bezwaar, dat ver schillende straten en stegen in deze gemeente dezelïde namen dragen. Door ons werd toegezegd zooveel mogelijk aan dat bezwaar te zullen tegemoet komen. Bij onderzoek bleek ons nu dat in deze gemeente voorkomen a. 2 Bakkersstegen b. 2 Bolwerkstraterr c. 2 Heerenstegen; d. 2 Moriaanstegen e. 2 Prinsenstegen f. 2 Singelstraten; g. 2 Waardstraten h. 2 Vestwallen; i. 2 Vrouwenstegen j. 2 Breepoorten k. 3 Groenepoorten l. 2 Hendrikstraten; m. 2 Sanderspoortenen n. 2 Tuinmanspoorten. De sub j tot n genoemde straten en poorten, alsmede één Singelstraat en één Waardstraat behooren intusschen aan particulieren. In de namen dier straten en poorten kan dus door de gemeente geen verandering worden gebracht. Voor het overige stellen wij U voor de volgende naams veranderingen aan te brengen: a. de Bakkerssteeg bij de Haarlemmerstraat weder als voor heen te noemen Pelikaanstraat b. de Bolwerkstraat bij de Langegracht, te noemen Noor derstraat; c. de Heerensteeg bij de Hooigracht, te noemen St. Pancras- steeg, naar de nabij gelegen Hooglandsche of St. Pancraskerk d. de Moriaansteeg bij de Haarlemmerstraat weder uitslui tend naar haar ouden naam St. (Jrsulasteeg te noemen; e. de Prinsensteeg aan den Ouden Singel te noemen Markt- steeg f. de Singelstraat bij de Waardgracht te noemen Wevers straat, ter herinnering aan het hier vroeger zoo belangrijke weversbedrijf; h. den Vestwal nabij het Plantsoen te noemen Jan van Iloutkade, naar den bekenden secretaris uit den tijd van het beleg. Hierdoor zullen de namen van der Werff, Douza en van Hout in 3 bij elkander gelegen stadsgedeelten vereeuwigd blijven. En eindelijk i. de Vrouwensleeg aan de Hoogewoerd te noemen Nieuwe- brugsteeg, als een herinnering aan de thans verdwenen Nieuwe- brug over de Geeregracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 2