DONDERDAG 29 OCTOBER 1903. 147 Zitting vmi Donderdag 29 October 1903. Geopend des namiddags te 1 uur. Voorzitter: de heer Mr. N. DE RIDDER, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool aan de Oude Vest. (320) 2° Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse n°. 1. (319) 3° Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse n°. 2. (319) 4° Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse n°. 3. (319) 5° Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van hoornen. (321) 6° Verzoek van het Bestuur der gemeentewerkliedenvereeni- ging »Recht en Plicht" om verhooging van de loonen der gemeentewerklieden en wijziging van de verordening op het verleenen van pensioen aan gemeenteambtenaren. (322) 7° Begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1904. (280 en 281) 8° Vaststelling der verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom der rijks personeele belasting te Leiden. (289) 9° Eerste suppletoir kohier der Plaatselijke directe belasting, dienst 1903. (318) Tegenwoordig zijn alle leden, als de heerenBosch, de Goeje, Kaiser, Fockema Andrea:, van Lidth de Jeude, Vergouwen, Paul, van der Lip, Bots, Driessen, Le Poole, van der Eist, Witmans, A. J. van Hoeken JJzn., Korevaar, van Hamel, Timp, Juta, Pera, Sijtsma, A. Mulder, van Tol, van Dissel, Aalberse, de Vries, Meuleman, P. J. van Hoeken, Kerstens, P. J. Mulder, Basselbach en Verhey van Wijk, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 22 October worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot aankoop van een strookje grond, gelegen achter het terrein van het Openbaar Slachthuis en tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1903, ter be strijding van de kosten van dien aankoop. 2°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot wijziging van de gemeentebegroo ting, dienst 1903, voor de verhooging van den post«Onvoor ziene Uitgaven" en voor de kosten van oprichting van een nieuwen gashouder. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Bezwaarschriften van A. van Rosmalen Jr. en J. Bavelaar tegen hunnen aanslag in de plaats, directe belasting, dienst 1903. 2°. Verzoek van de Wed. J. A. Kors geb Dee om of haar geheel te ontheffen van de betaling van haar aandeel in de kosten van bestrating en rioleering van de Heerenlaan tegen afstand aan de gemeente van het haar toebehoorend gedeelte dier laan of haar te belasten met een uiterst laag bedrag, in termijnen te betalen. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter deelt alsnog mede-: dat aan den eervol ontslagen agent van politie H. Sirag wegens meer dan 55 jarigen leeftijd met ingang van 1 No vember 1903 een pensioen is verleend van ƒ310.per jaar, berekend naar eene jaarwedde van ƒ707.60 en een diensttijd van 19 jaren en 8| maand. Aan de orde is: I. Benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool aan de Oude Vest. (Zie Ing. St. n° 320). De Voorzitter. Mag ik den heeren van Dissel, de Goeje en Pera verzoeken met mij als stembureau te fungeeren? Benoemd wordt Mej. E. G. de Haan met 24 stemmen 1 biljet was van onwaarde. II. Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de hand werken aan de school der 3e klasse n°. 1. (Zie Ing. St. n°. 319). Benoemd wordt Mej. J. E. Krieger met 24 stemmen, tegen 1 op Mej. M. van den Ameele. III. Benoeming van eene vierde onderwijzeres in de hand werken aan de school der 3e klasse n°. 2. (Zie Ing. St. n°. 319). Benoemd wordt Mej. M. van den Ameele met 24 stemmen tegen 1 op Mej. J. E. Krieger. IV. Benoeming van een vierde onderwijzeres in de hand werken aan de school der 3e klasse n°. 3. (Zie Ing. St. n°. 319). Benoemd wordt Mej. A. M. E. Aghina met 22 stemmen, tegen 4 op Mej. M. A. Horree. De Voorzitter. Ik dank de heeren van het stembureau voor de genomen moeite. V. Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van boomen. (Zie Ing. St. n°. 321) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. VI. Verzoek van het Bestuur der gemeentewerkliedenver- eeniging «Recht en Plicht" om verhooging van de loonen der gemeentewerklieden en wijziging van de verordening op het verleenen van pensioen aan gemeenteambtenaren. (Zie Ing. St. n°. 322). De heer Witmans. M. d. V. Slechts een enkel woord over het praeadvies, dat uitgebracht is naar aanleiding van dit adres. Dit praeadvies toch heeft mij leed gedaan. Ik geloof, dat de daarin geuite bewering, dat de gemeentewerklieden een behoorlijke bezoldiging genieten, gemakkelijk te weerleggen is. De staat van de loonen, die is overgelegd, is door mij niet behoorlijk gecontroleerd kunnen worden. Ik maak daar niemand een verwijt vanmaar deelmede namens de heeren Sijtsma en van der Eist mededat wij binnenkort bij den Raad hopen te komen met een motie. Wat het rapport zelf betreftdit is op verschillende punten wel te weerleggen. Zoo is het feitelijk niet een aantal van 77 werklieden, die verhooging van loon vragen. Het request is wat algemeen gesteld, en daardoor zal het antwoord van Burg. en Weth. ook wat algemeen zijn. Maar het zijn feitelijk 41 arbeidersde vakarbeiders, die loonsverhooging vragen. En als men de loonen van dezen gaat vergelijken met die van de arbeiders bij particulieren, dan zal men verschil zien. Dat aan den anderen kant de gemeentewerklieden in gun stiger conditie zijn dan de arbeiders bij particulieren, is waar; zij hebben steeds vast werk en recht op pensioen, eventueel ook voor hun weduwen en kinderen. Maar voor dat laatste moeten zij stortenen die storting gaat af van een klein loon. Men moet zelf een klein ambtenaar zijn geweest om te weten hoe moeilijk dat is. Ik heb zelf ondervonden wat het is, als men van een klein traktement betrekkelijk veel moet storten. Dan komt op den staat een werkman voor met een weekloon ƒ16.52. Die had men er wel af kunnen laten. Dat is de tuin man in gemeentedienst, en deze is eigenlijk meer een opzichter; aan hem is het geheele plantsoenwezen toevertrouwd. Het gaat dus niet aan te zeggen, dat een zelfs ƒ16.52 verdient. Verder wil ik iets zeggen naar aanleiding van het verzoek om na 30-jarigen diensttijd te worden gepensionneerd. Er wordt de vrees uitgesprokendat die gepensionneerden dan ergens anders dienst zullen gaan doen als onderkruiper. Want dat zou het toch feitelijk wezen. Zij zouden geen werk vinden bij een particulier patroon tegen lager loon; ik kom tegen die bewering op, omdat die menschen vragen gepensionneerd te worden, wanneer zij dertig dienstjaren hebben en derhalve in den regel den zestigjarigen leeftijd zullen hebben bereikt, wanneer zij den dienst der gemeente met pensioen verlaten want gewoonlijk zijn zij, die in dienst genomen worden door de gemeente, reeds 30 jaar oud. Ik betwijfel het sterk, of er één particuliere patroon is, die een dergelijken afgeleefden man in dienst wil hebben. Ik ga in dat opzicht niet met het praeadvies van Burg. en Weth. mede. Ik zal nu niet verder op de zaak ingaan, maar hoop haar later nog eens van alle kanten te kunnen bezien, wanneer de heeren Sijtsma en van der Eist en ik met een motie bij den Raad zullen komen, opdat wij zullen worden verlost van den telkens wederkeerenden adressenregen. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik wensch slechts enkele kant- teekeningen te maken op het praeadvies van Burg. en Weth. Ik kan mij voorstellen, dat de samenstellers van het prae advies hebben gedacht: zie zoo, daarmede kunnen de werk lieden en de heeren, die voor hen in de bres springen, het nu doen! Ik moet bekennen, dat ik bij het lezen van het prae advies ook een oogenblik stil ben geweest. Ik heb mij zeiven afgevraagd, of wij, als die menschen dan werkelijk zooveel verdienen als Burg. en Weth. als het gemiddelde loon opgaven, er ons nog warm voor moesten maken; maar toen ik in de leeskamer de lijst eens vluchtig naging, kwam ik tot een ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 1