GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
135
1STCjJ-E KOMEN STIJKKEJf.
N°. 316. Leiden, 20 October 1903.
Naar aanleiding van het door Burgemeester en Wethouders
gedane voorstel (Ingekomen Stukken n°. 302) om de kosten,
aan dezen verbouw verbonden, te vinden uit geldleening, komt
het der Commissie gewenscht voor, dat voor deze uitgave de
aflossing in minder tijd zal geschieden, dan in den regel bij
het aangaan van leeningen wordt bepaald. Zij zou daarom in
deze hetzelfde stelsel wenschen toe te passen als gevolgd is
ten aanzien van de verbouwing van het Politiebureau (Raads
besluit 15 November 1900), van den bouw van een 4e Wet
houderskamer ten Raadhuize (Raadsbesluit 14-November 1901)
en van de vernieuwing van den onderbouw der Kraaierstraats-
brug (Raadsbesluit 30 Januari 1902).
Zij adviseert U daarom te besluiten dat gedurende 5 jaren,
te beginnen met het jaar 1903, telken jare een vijfde van
f 1200 of f 240.op de begrooting in uitgaaf zal worden
gebracht op den postBijzondere aflossing van eenige uitbuiten
gewone ontvangsten bekostigde werken, Hoofdstuk XI.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 317. Leiden, 20 October 1903.
Wij hebben de eer U, in overleg met de Commissie van
Fabricage, alsnog de navolgende wijzigingen en aanvullingen
voor te stellen in de concept-voorwaarden voor de verpach
ting van het reinhouden der gemeente.
In Art. 13, 9e regel, te lezen:
«zinkers der gas-, duinwater-, telefoonleidingen en die
voor electrische licht- of krachtsoverbrenging."
In Art. 16 de 6e alinea te lezen als volgt:
«Indien van gemeentewege eventueel tot besproeiing der
marktterreinen met duinwater wordt overgegaan, zullen de
werklieden der pachters daarmede kunnen worden belast.
Alsdan ontvangen zij de daarvoor noodige gereedschappen,
als slangen, straalpijpen, enz. van de verpachters."
en daaraan als 2de alinea toe te voegen:
«Onder deze werkzaamheden zijn ook begrepen het leveren,
stellen en weder opruimen van de hokken, benoodigd voor de
bediening der marktwaag en alle met deze bediening in ver
band staande bezigheden, behalve het wegen van het vee, dat
van gemeentewege zal geschieden
In Art. 17 als 2e alinea toe te voegen:
«Het is verboden het gebezigde stroo na afloop der markt
opnieuw op te bossen. Alle gebezigde stroo of zaagsel moet met
den mest worden gemengd en van de markt worden verwijderd."
en daaraan alsnog toe te voegen een nieuwe 4e alinea, luidende:
«De pachters zullen moeten gedoogen dat, hetzij door andere
leveranciers of door de gebruikers der markt stroo of zaagsel
ter markt wordt gebracht. Daarentegen zullen de marktge-
bruikers alleen gebruik mogen maken van de door de pachters
geleverde hokken."
Aan Art. 22 alsnog als 2e alinea toe te voegen
«Dit personeel zal worden belast o. a. met de regeling en
aanwijzing der standplaatsen van het vee, het bewaken der
toegangen, het uitgeven en innen der marktpenningen, het
tellen van het vee en alle overige door den marktmeester
noodig geachte werkzaamheden, in verband met de bediening
en de controle der markt."
In Art. 31 te laten vervallen de woorden:
«en buiten de gemeente brengen."
De 2e alinea van Art. 34 te lezen als volgt:
«Verzuimen de pachters op behoorlijken tijd en teraange-
duider plaatse de schuiten voor het verzamelen der speciën
ter beschikking te stellenzoo hebben de verpachters" enz.
In den Sen regel van art. 38 tusschen «een" en «pet" in te
voegen
«voor rekening der pachters aan te schaffen."
In Art. 39 al. 2 in plaats van «hunne woningen of althans
de woning van een hunner" te lezen«de stadsbelt."
In den 3en regel van art. 46 te schrappen het woord «uit
sluitend."
In Art. 53 in plaats van «één of beide" te lezen »de".
Aan Art. 54 toe te voegen:
«De pachters zijn verplicht bij het einde van den pachttijd
of bij ontbinding der pachtovereenkomst dit terrein in behoor
lijken staat, d. i. ontdaan van verzamelingen van vuil, mest
en dgl. aan de pachters wederom terug te geven.
Indien de pachters op dit terrein nieuwe gebouwen, werk
plaatsen enz. willen plaatsen of eenige verandering willen
brengen in de inrichting of bestemming der ter hunner be
schikking gestelde terreinen of opstallen, behoeven zij daartoe
de goedkeuring der verpachters. Bij het einde van den pacht
tijd of bij ontbinding der pachtovereenkomst gaan deze ter
reinen met alle gemaakte wijzigingen en verbeteringen kosteloos
over in handen der verpachters."
Alsnog op te nemen een nieuw Art. 55 luidende:
«Indien de pachters tot uitoefening van hun bed rijf nog andere
dan de in Art. 54 al. 1 genoemde terreinen wenschen te bezigen
behoeven zij daartoe de goedkeuring der verpachters.
Bij het einde van den pachttijd of bij ontbinding der
pachtovereenkomst zijn de pachters verplicht, deze terreinen
met alle zich daarop bevindende gebouwen, werkplaatsen of
andere opstallen, voor zoover de verpachters zulks wenschen,
aan de gemeente Leiden over te dragen tegen betaling door
deze van de waarde dezer terreinen en opstallen, volgens
taxatie docr 3 deskundigen, waarvan één door de verpach
ters, één door de pachters en de derde door de beide benoem
den, of bij verschil door den Kantonrechter, benoemd wordt."
De artikelen 55 en 56 worden dan 56 en 57.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 318. Leiden, 20 October 1903.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het le suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting
voor^ 1903 met 178 aanslagen, een belastbaar inkomen van
f 135560.— en eene opbrengst van f 3535.77.
De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden
toegezonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.