DONDERDAG 20
AUGUSTUS 1003.
107
missie stel ik voor tot toelating van genoemde heeren te
besluiten.
Daartoe wordt bij acclamatie besloten.
(De vier heeren hadden gedurende de behandeling hunner
geloofsbrieven de vergadering tijdelijk verlaten).
De heer de Vries. Ook omtrent de geloofsbrieven van de
heeren Ee Poole, van der Eist, Meuleman en Vergouwen is de
Commissie tot dezelfde conclusie gekomenzij stelt mitsdien
voor tot hunne toelating te besluiten.
De Voorzitter. Ik stel voor om ook tot toelating van deze
heeren te besluiten na afloop van den bij de wet gestelden
termijn van 8 dagen.
Daartoe wordt bij acclamatie besloten.
II. Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op
het Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 228).
De Voorzitter. Mag ik den heeren Aalberse, van Dissel en
Witmans verzoeken met mij het stembureau uit te maken?
Benoemd wordt met algemeene (22) stemmen de heer H.
P. Th. van Wensen.
III. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofd-
acte aan de school der 2de klasse voor jongens en meisjes.
(Zie Ing. St. n°. 242).
Wordt benoemd de heer A. Dobbelsteijn met 12 stemmen.
De heer J. Huge verkreeg 9 stemmen en de heer P. C. Schreuder
1 stem.
IV. Benoeming van eene derde onderwijzeres in de hand
werken aan de school der 3de klasse n°. 5.
(Zie Ing. St. n°. 2i 1
Benoemd wordt met 21 stemmen Mej. F. E. Pen. Mej. W. G.
Dee verkreeg stem.
V. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der
3de klasse n°. 3.
(Zie Ing. St. ri°. 243)
Benoemd wordt met 21 stemmen Mej. M. de Jong. Mej.
S. C. W. Bader verkreeg 1 stem.
VI. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 4de
klasse n°. 2.
(Zie Ing. St. n°. 244).
Benoemd wordt met algemeene (22) stemmen de heer A.
Vogelaar.
VII. Benoeming van een leeraar in de Natuurlijke Historie
aan de Hoogere Burgerschool voor jongens en aan de beide
laagste klassen van het Gymnasium.
(Zie Ing. St. n°. 245 en 246).
Benoemd wordt met 15 stemmen de heer Dr. J. M. Ruys;
de heer Dr. J. C. C. W. van Nooten verkreeg 7 stemmen.
VIII. Verzoek van Mej. B. Alter, geb. de Jong om conti
nuatie in de betrekking van Stadsvroedvrouw.
(Zie Ing. St. n°. 233).
Wordt met algemeene stemmen als zoodanig gecontinueerd.
IX. Voorstel tot continuatie van H. II. Breuning als tijde
lijk leeraar in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burger
school voor jongens.
(Zie Ing. St n°. 236).
Wordt met algemeene stemmen als zoodanig gecontinueerd.
X. Voorstel tot continuatie van Mej. I. Oort als tijdelijk
leerares in de Hoogduitsche taal aan de Hoogere Burgerschool
voor meisjes.
(Zie Ing. St. n°. 236).
Wordt met 21 stemmen als zoodanig gecontinueerd1 briefje
was van onwaarde.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne
welwillende medewerking.
XI. Suppletoire Staat van begrooting en Staat van af- en
overschrijving beide dienst 1902, van bet Roomsch-Katholiek
Armbestuur.
(Zie Ing. St. n«. 232).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
XII. Suppletoire Staat van begrooting en Staat van af- en
overschrijving, beide dienst 1902, van het Roomsch Katho
liek Wees- en Oudeliedenhuis).
(Zie Ing. St. n°. 232).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
XIII. Verzoek van de firma M. Langezaal en Zoon, om kwijt
schelding van opgelegde boete wegens te late oplevering van
twee urinioromkastingen.
(Zie Ing. St. n°. 229).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt.
XIV. Voorstel tot beschikbaarstelling van de groote zaal
van het zoogenaamde cholerahospitaal voor de oefeningen van
het muziekkorps van het 4e Regiment Infanterie.
(Zie Ing. St. n°. 235).
De heer de Goeje. M. d. V. Ik heb tegen het voorstel niet
het minste bezwaar. Maar toch zou ik wel naar aanleiding
van het voorstel in overweging willen gevenbij de inwilliging
van het verzoek den wensch uit te spreken, dat het muziek
corps wat meer van zich laat hooren. De burgerij merkt zoo
weinig van het bestaan van het muziekcorps; vroeger passeerde
het nog eens langs de straten en gaf een tint van vroolijk-
heid aan de stadtenzij ik mij vergis, geschiedt dit tegen
woordig zeer zelden. Misschien dat de voorkomendheid, van
wege Burgemeester en Wethouders en den Raad wederom
aan het muziekcorps betoond, een woord van U, Mijnheer de
Voorzitter, in dien zin geuit, eene gunstige opname zal doen
vinden.
De Voorzitter. De heer de Goeje heeft woorden in mijn
geest gesproken. Dat deel der Burgerij van Leiden, die de
tegen entrée-prijs gegeven concerten niet bezoekt, ervaart
nauwelijks dat hier een staf-muziekcorps is, en ik wil gaarne,
als de Gemeenteraad het toestaat, aan den heer Kolonel deze
opmerking van den heer de Goeje mededeelen, opdat het groote
publiek in den vervolge zoo mogelijk iets meer merkt van het
bestaan van het muziekcorps.
Verlangt iemand nog het woord over dit voorstel?
Niemand
Dan is het gebruik van het lokaal toegestaan onder de be
staande voorwaarden.
XV. Verzoek van M. van Blankenstein om wijziging van
tarief voor het keuren van paardenvleesch.
(Zie Ing. St. n°. 238).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming afwij
zend op beschikt.
XVI. Verzoek van Regenten van de Roomsch-Katholieke
Armen en van het Wees- en Oudeliedenhuis om toekenning
van eene subsidie in de kosten van verbouwing van het onder
haar beheer staand gesticht.
(Zie Ing. St. n°. 237).
De heer J. P. J. Driessen. M. d. V. Naar aanleiding van
deze voordracht en het adres van H.H. Regenten van het Wees-
en Oudeliedenhuis, kan ik bij ondervinding van de laatste
jaren mededeelen, hoe moeilijk het is om aan oude lieden,
ongelukkigen, gebrekkigen of halve weezen een onderkomen
hier te verschaffen.
In den regel doet men daaromtrent het verzoek aan het
R. K. Parochiaal Armbestuur of aan de Regenten van het Wees-
en Oudeliedenhuis. De eerste zegt, dat hunne middelen hen
niet veroorloven hierin te voorzien, en de anderen zeggen:
hoe gaarne ookzij niet kunnen beschikken over ruimte en
gelegenheid. Als de noodzakelijkheid dan toch dwingt hierin
te handelen, alsdan moet men zijn toevlucht nemen tot par
ticuliere liefdadigheid en ik mag met voldoening zeggen, dat
alsdan de Vereeniging van den H. Vincentius a Paulo alhier
altijd bereid is om mede te werken en hulp te verleenen;
niet, dat die Vereeniging het geld maar voor het grijpen heeft,
maar zij ziet dit zooveel mogelijk in eigen boezem bij elkaar
te brengen en alsdan vraagt zij eene bijdrage aan het R.-K.
Parochiaal Armbestuur, hetwelk dan ook gewoonlijk wordt
verstrekt en voor het ontbrekende wendt zij zich tot de Ge
meente. En, Mijnheer de Voorzitter, ik mag hier met dank
baarheid constateeren, dat onder uw voorganger, Burgemeester
en Wethouders altijd bereidwillig en welwillend ter hulp
kwamen en als bewijs hiervoor kan ik mededeelen, dat ik over
het jaar 1902, in mijn qualiteit als penningmeester van de
Vereeniging van den H. Vincentius a Paulo, van de Gemeente
eene som mocht ontvangen van drie honderd vijftien gulden
als bijdrage voor verschillende personen, die in verschillende
gestichten, buiten deze gemeente worden verpleegd. Nu, mijn
heer de Voorzitter, de Regenten van het Wees- en Oudelieden
huis bij de Gemeente eene aanvrage doen voor eene subsidie