68 waar ieder hunner een afzonderlijke kamer heeft en een ge zelschapszaal te hunner beschikking is. Zij gebruiken de maaltijden gezamenlijk, tenzij de behan delende geneesheer afwijking van dezen regel wenschelijk acht. Zij kunnen van alle wandelingen op het landgoed Rhijn- geest gebruik maken. Art. 6. De verpleegden der tweede klasse zijn gehuisvest in het hoofdgebouw. Zij hebben slaapkamers, ingericht voor twee, drie of vier verpleegden of afzonderlijke slaapkamers. De plaatsing der verpleegden in de verschillende vertrek ken wordt geregeld in verband met hetgeen uit een genees kundig oogpunt voor hen wenschelijk geacht wordt. Er zijn gezelschapszalen ten gebruike van de verpleegden ingericht. In elke der beide afdeelingen gebruiken de verpleegden de maaltijden gezamenlijk, tenzij de behandelende geneesheer afwijking van dezen regel wenschelijk acht. Zij kunnen gebruik maken van het landgoed Rhijngeest met uitzondering van een voor de verpleegden der le klasse bestend gedeelte. Art. 7. De kosten van verpleging in de eerste klasse bedragen naar gelang van de kamer, welke de verpleegde in gebruik heeft, ƒ35 of ƒ42 per week. Onder deze verplegingskosten zijn begrepen pension met bediening, het eerste onderzoek van den hoogleeraar, de ver dere geneeskundige behandeling door den geneesheer van Rhijn geest, versterkende middelen, medicamenten en baden. Latere consulten met den hoogleeraar worden afzonderlijk aan dezen gehonoreerd. Het bedrag der kosten voor den overeengekomen verpleegtijd moet vooruit betaald worden. Bij verbintenis tot een verblijt van langeren duur dan 3 maanden kunnen de kosten telkens voor drie maanden vooruit betaald worden. Wanneer omtrent den duur van het verblijf niet wordt overeengekomen, worden de verplegingskosten wekelijks in vooruitbetaling voldaan. Aan de patiënten wordt door den Geneesheer-Directeur des- verlangd afzonderlijk verplegend personeel verschaft; aan man nelijke patiënten echter alleen indien verplegers voor de inrich ting beschikbaar zijn. Voor een afzonderlijke verpleegster of verpleger is ƒ3 per dag verschuldigd. Art. 8. De kosten van verpleging in de tweede klasse bedragen, wanneer wordt overeengekomen omtrent een verblijf van kor- teren duur dan eene maand, of wel wanneer omtrent den duur van het verblijf niet wordt overeengekomen, ƒ21 per week; waarbij een gedeelte van eene week voor eene geheele week gerekend wordt. Voorts is verschuldigd, wanneer wordt overeengekomen om trent een verblijf: van korteren duur dan 3 maanden, doch niet korter dan 1 maand, een bedrag, berekend naar ƒ60 per maand; van korteren duur dan een jaar, doch niet korter dan 3 maanden, een bedrag, berekend naar ƒ160 per kwartaal; gedurende een jaar of langer, een bedrag berekend naar 550 per jaar. Onder deze verplegingskosten zijn begrepen pension met bediening, geneeskundige behandeling, versterkende middelen, medicamenten en baden. Het bedrag voor den overeengekomen verpleegtijd moet vooruit betaald worden. Bij verbintenis tot een verblijf gedurende ten minste een jaar kan de betaling in 4 termijnen, telkens voor 3 maanden, geschieden, met dien verstande dat elke der eerste 3 termijnen 160 en de vierde termijn 70 bedraagt. Wanneer omtrent den duur van het verblijf niet wordt overeengekomen, worden de verplegingskosten wekelijks in vooruitbetaling voldaan. Aan de patiënten wordt door den Geneesheer-Directeur des- verlangd afzonderlijk verplegend personeel verschaft; aan man nelijke patiënten echter alleen, indien verplegers voor de inrich ting beschikbaar zijn. Voor een afzonderlijke verpleegster of verpleger is f 2.50 per dag verschuldigd. Wanneer het gebruik eener afzonderlijke slaapkamer wordt gewenscht, kan, zoolang de beschikbare ruimte dit toelaat, aan dat verlangen worden voldaan tegen betaling van f900 per jaar, f275 per kwartaal, f 100 per maand en f35 per week. Art. 9. Wanneer de financieele omstandigheden van den lijder daar toe aanleiding geven, kan de Commissie van beheer in bijzondere gevallen de kosten van verpleging in de tweede klasse op een lager bedrag bepalen, doch op niet minder dan: 15 per week, 40 per maand, 110 per kwartaal, en 400 per jaar. Indien, bij verbintenis tot een verblijf gedurende ten minste een jaar, de betaling in termijnen geschiedt, wordt het bedrag daarvan door den Geneesheer-Directeur bepaald. Art. 10. Onder week, maand, kwartaal en jaar wordt verstaan het tijdsverloop gerekend met ingang van den dag der opneming tot den overeenkomstigen dag in de volgende week of tot den zelfden datum in de volgende maandkwartaal of jaar. Art. 11. Iedere verpleegde moet in het bezit zijn van de noodige kleedingstukken, in overeenstemming met zijn stand en levens wijze. Doorgaans zullen van onderkleederen zes stuks van elk vol doende zijn. Elk kleedingstuk moet behoorlijk gemerkt zijn, terwijl een nauwkeurige opgave moet worden overgelegd van die, welke de lijder medebrengt. De verpleegden voorzien zeiven in het wasschen van hun lijf- en linnengoed; desgewenscht wordt hun eene geschikte gelegenheid aan de hand gedaan, waar zij dat kunnen doen verrichten. Voor de betaling der waschrekeningen en voor andere kleine uitgaven als voor herstelling van kleeding en schoeisel, of voor schrijfbehoeften, welke laatste ten behoeve van de lijders voor den kostenden prijs bij den portier a contant verkrijgbaar zijn, is het gewenscht dat de lijders voorzien zijn van eene kleine som gelds, die desverlangd door de hoofdverpleegster der af- deeling zal worden beheerd. Art. 12. Bezoeken aan verpleegden mogen in het sanatorium alleen plaats hebben op de daarvoor vastgestelde dagen en uren en met toestemming van den behandelenden geneesheer. Ter voorkoming van teleurstelling dient in den regel die toestemming vooraf schriftelijk te worden aangevraagd. Art. 13. De Commissie van Beheer is bevoegd verpleegden, die zich onbehoorlijk gedragen of bij wie zich verschijnselen eener be smettelijke ziekte of van krankzinnigheid voordoen, uit het sanatorium te verwijderen. In de beide laatste gevallen zal dit, zoo mogelijk, in overleg met de naaste familieleden geschieden. Art. 14. Indien de verpleegde binnen den overeengekomen verpleeg tijd vertrekt zonder de goedkeuring van den behandelenden geneesheer, wordt geen teruggave van verplegingskosten verleend. Vertrekt hij binnen den overeengekomen verpleegtijd met goedkeuring van den geneesheer, dan is voor de verpleging van den lijder verschuldigd het bedrag, dat voldaan had moeten worden, indien omtrent den tijd, gedurende welken hij wer kelijk verpleegd is, vooraf was overeengekomen. Ingeval van overlijden of indien de verpleging eindigt omdat zich bij den lijder verschijnselen eener besmettelijke ziekte of van krankzinnigheid voordoen, zijn de verplegingskosten ver schuldigd tot en met den dag van het overlijden of van het vertrek. Bij het eindigen van de verpleging in de gevallen, genoemd in het tweede en in het derde lid van dit artikel, wordt het te veel betaalde teruggegeven. Art. 15. In de begrafeniskosten van verpleegden wordt niet door het sanatorium voorzien. N°. 202. Leiden, 29 Juni 1903. Onder overlegging van bijgevoegd adres, waarbij G. van Herwaarden Azn. te Leiden gedeeltelijk restitutie en gedeel telijk vrijstelling verzoekt van de betaling van schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens, geven wij Uwe Ver gadering in overweging om, daar adressants zoon eerst op 1 April j 1. gemelde inrichting verlaten heeft, afwijzend te be schikken op het verzoek om restitutie van schoolgeld over liet 3e kwartaal van den loopenden cursus, maar hem vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld over het 4e kwartaal. Wat voorts aangaat de bij het adres tegen den Directeur kenbaar gemaakte grief, als zoude deze, met overschrijding

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1903 | | pagina 4