36
Vergadering aan den wensch van adressanten behoorde te
worden tegemoet gekomen.
Dientengevolge stellen wij U thans voor de namen Fierste
straat, Middenstraat, Laatste straat, Dwarsstraat en Trekvliet
te doen vervallen en respectievelijk door de navolgende namen
te doen vervangenBilderdijkstraat, Hugo de Grootstraat,
Gerard Gouwstraat, Jan van Goyenstraat en Vreewijkkade.
Voor zoover de naam van Jan van Goyen U wellicht minder
bekend mocht zijn, merken wij op, dat ook deze een, zij het
dan minder bekend, toch zeer verdienstelijk Leidsch schilder
was uit de 17e eeuw.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 115. Leiden, 6 April 1903.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging gunstig te be
schikken op het hierbij overgelegd verzoek van P. J. Oosthoek,
te Alfen a. d. Rijn, om vrijstelling van de betaling van school
geld over het laatste kwartaal van den loopenden cursus, aan
gezien zijn zoon aan het einde van de maand Maart de
Hoogere Burgerschool voor Jongens wegens ongesteldheid heeft
verlaten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
Ondergeteekende, P. J. Oosthoek, fabrikant te Alfen a. d. Rijn,
heeft de eer UEd. hierbij mede te deelen dat zijn zoon wegens
gezondheidsredenen de H. B. School niet meer kan bezoeken.
Beleefd verzoekt ondergeteekende de betaling van school
gelden op heden te mogen eindigen.
Hoogachtend,
UEd. dr.
Alfen a d. Rijn, 31 Maart 1903. P. J. Oosthoek.
N". 116. Leiden, 11 April 1903.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van J. G. J.
Brands, alhier, en onder verwijzing naar onze praeadviezen
opgenomen onder nis. 102 en 103 der Ingekomen Stukken
van dit jaar, geven wij U in overweging aan adressant, be
houdens rechten van derden, tot wederopzeggens toe vergun
ning te verleenen tot demping en rioleering van het gedeelte
sloot langs den Hoogen Rijndijk, gelegen vóór het perceel,
kadastraal bekend onder Sectie M n°. 1847, gemeente Leiden,
onder de navolgende voorwaarden
1°. dat het te dempen gedeelte sloot vooraf worde ontdaan
van bodem- en drijfvuil en, nadat de beide schoeiingen van
de belendende perceelen zijn verwijderd, worde aangevuld
met zuiver zand tot nader door Bur gemeester en Wethouders
aan te geven hoogte;
2°. dat over de geheele lengte der te dempen sloot worde
gelegd een cementriool, inwendig wijd 40X60 cM., op een
doorgaande grondplank van voldoende zwaarte;
30. dat dit riool aan weerskanten worde aangesloten op de
riolen der aangrenzende perceelen, terwijl, wat de aansluiting
in westelijke richting betreft, tevens een gemetselde put met
plaatijzeren afdekking, volgens nader door Burgemeester en
Wethouders aan te geven afmetingen, moet worden gemaakt,
waarin adressants huisriool kan loozen
4°. dat het materiaal eigendom worde van de gemeente en
deze bevoegd zal zijn in de ligging van het riool ten allen
tijde zoodanige wijzigingen te brengen als noodig zullen blijken,
andere aansluitingen op het riool te doen tot stand brengen
en het riool te doen schoonmaken;
50. dat de grond van adressant van den gemeentegrond
worde afgescheiden, ter halver breedte van de gedempte sloot,
door een ijzeren hek op steenen voet volgens door Burgemeester
en Wethouders vooraf goed te keuren teekening en constructie;
6°. dat alle wei ken ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders worden uitgevoerd en onderhouden
7°. dat daags vóór den aanvang van het werk daarvan ken
nis worde gegeven op het Bureau van Gemeentewerken
8°. dat deze vergunning vervalt, zoo daarvan vóór of op
den Jen Juli 1903 geen gebruik is gemaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de EdelAchtbare Heeren Burgemeester
en Wethouders van Leiden.
Ondergeteekende wenscht behoudens Uwe gewaardeerde goed
keuring te mogen dempen en rioleeren (voor eigen rekening)
een gedeelte sloot voor het perceel Hoogen Rijndijk N°. 98,
kadastraal bekend Sectie M n°. 1847 te Leiden, zoomede ook
het maken van het riool van dit perceel binnenshuis.
Met de meeste hoogachting
Rijndijkstraat 37, alhier. J. G. J. Brands.
N°. 117. Leiden, 11 April 1903.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van J. Botermans
geven wij Uwe Vergadering, overeenkomstig het advies der
Commissie van Fabricage, in overweging:
a. aan J. Botermans, behoudens rechten van derdenver
gunning te verleenen tot demping en rioleering van het ge
deelte der sloot langs den Zoeterwoudschen Singel, gelegen
vóór het perceel, kadastraal bekend onder Sectie M n°. 1381,
gemeente Leiden, onder de navolgende voorwaarden:
1°. dat het bedoelde slootgedeelte vooraf worde ontdaan van
bodem- en drijfvuil en worde aangevuld met zuiver zand, tot
nader door Burgemeester en Wethouders aan te geven hoogte;
2°. dat in het gedempte slootgedeelte worde gelegd een
cementen riool, inwendig wijd 40X60 cM., bestaande uit
bodem en kruinstukken op doorgaande grondplank van vol
doende zwaarte en met den bodem binnenwerks op 1.15 M.
-f- N. A. P.;
3°. dat het riool aan beide einden worde voorzien van
gemetselde ruimdamkasten, inwendig wijd 0.65 X 1>50 M., op
houten roostervloerdeze kasten te metselen van klinkers in
sterke trasspecie, vloer en wanden zwaar 27 cM., de bovenkant
der vloeren op 1.30 M. N. A. P. en op nader door.Burge
meester en Wethouders aan te geven ho tgte af te dekken met
gegalvaniseerd gegolfd ijzeren platen van voldoende zwaarte;
tusschen beide ruimdamkasten te maken een ruimkast, geheel
gelijk aan de omschreven ruimdamkasten, doch met een
wanddikte ter zwaarte van 18 cM.;
4°. dat aan beide einden der te dempen sloot worden ge
plaatst houten beschoeiingen van voldoende zwaarte en con
structie, volgens nadere aanwijzing en goedkeuring van Bur
gemeester en Wethouders en elk voorzien van een ijzeren hek
van voldoende sterkte;
5°. dat tot afvoer van het hemelwater volgens nadere aan
wijzing van Burgemeester en Wethouders in den singelweg
worden geplaatst zes stuks gegoten ijzeren kolken (gemeente
model), die met het nieuwe riool moeten worden verbonden
door verglaasd Engelsch aarden buizen, wijd 20 cM.;
6°. dat het materiaal eigendom worde van de gemeente en
deze bevoegd zal zijn in de ligging van het riool ten allen
tijde zoodanige wijzigingen te brengen als noodig zullen blijken;
7°. dat alle werken ten genoegen van Burgemeester en Wet
houders worden uitgevoerd en onderhouden;
8°. dat daags vóór den aanvang van het werk daarvan kennis
worde gegeven op het bureau van gemeentewerken;
9°. dat deze vergunning vervalt, zoo daarvan vóór of op den
len Juli 1903 geen gebruik is gemaakt.
b te besluiten, dat de grond van de gedempte sloot, nadat
die door adressant op de vereischte hoogte is gebracht, voor
rekening van de gemeente zal worden verhard.
Ook zijn wij met de commissie van fabricage van meening,
dat de door demping verkregen grond niet aan adressant
ten gebruike behoort te worden afgestaan (hetgeen trou
wens door dezen ook nog niet is gevraagd) maar ter verbree
ding van den weg bij den singel behoort te worden getrokken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Met versehuldigden eerbied verzoekt ondergeteekende ver
gunning tot demping en rioleering van de sloot, liggende voor
het perceel, kadastraal bekend Sectie M n°. 1381 aan den
Zoeterwoudschen Singel.
Uw onderdanige dienaar
Leiden, 9 Februari 1903. Jan Botermans.
Gedrukt bij J. J. GROEN &ZOON, te Leiden.