4
DONDERDAG 8 JANUARI 1903.
Ingeval het dier aan eenige ziekte blijkt te lijden, wordt het
van een of meer door Burgemeester en Wethouders vast te
stellen afkeuringsmerken op door hen te bepalen wijze voorzien.
Na afloop van het onderzoek en op Vrijdag na afloop van
de veemarkt kan het vee, in het vorige lid bedoelddoor den
eigenaar, houder of hoeder onder politietoezicht buiten de
gemeente worden gebracht.
Wordt met het oog op den toestand van het dier dit ver
voer door den Directeur onraadzaam geacht, dan zal, naar
de beslissing van den Directeur, het dier of in de stallen van het
Upenbaar Slachthuis verblijven, totdat het vervoer mogelijk
is geworden, öf geslacht worden, met verhaal van het stalgeld
of van het slachtgeld op den eigenaar, houder of hoeder, on
verminderd de kosten van het onderzoekbedoeld in het eerste
lid van dit artikel.
Wordt het dier gestald, dan eveneens van één of
meer afkeuringsmerken worden
Wordt het dier geslacht, dan zu hei' vleesch worden afge
keurd, tenzij de Directeur een andere beslissing gewenscht acht
In het laatste geval zal het vleesch op door Burgemeester
en Wethouders vast te stellen wijze van stempelmerken wor
den voorzien, en onder politietoezicht buiten de gemeente
gebracht.
Hij, die het dier of het daarvan afkomstige vleesch, zoo dit
niet wordt afgekeurd, onder zijn onmiddellijk toezicht heeft,
draagt zorg, dat de in dit artikel genoemde merken niet wor
den verwijderd of onzichtbaar gemaakt zoolang het dier of
het vleesch zich in de gemeente bevindt.
De bepalingen van dit artikel zijn mede van toepassing op
alle vee, waarvan de ambtenaren, belast met het opsporen
van overtredingen dezer verordening, vermoeden dat het in
strijd met de verordening wordt ingevoerd, vervoerd of voor
handen gehouden, of wel, dat het in strijd met artikel 42
der verordening op de markten ter markt gebracht wordt of
aanwezig is.
De heer Bots. In de 7e alinea staat: «tenzij de directeur
een andere beslissing gewenscht acht". In plaats van gewenscht
zou ik willen lezen «mogelijk". Het betreft hier' toch eigen
dom van een ander.
De heer Fockema Andre.®. Laten wij dan «gewenscht"
veranderen in «noodig".
De Voorzitter. Wij moeten oppassen geen chicanerij in
de hand te werken.
De heer Bots. Ik kan mij vereenigen met «noodig".
De heer van Hamel. Ik ben er tegen het woord «gewenscht"
te veranderen. Dit drukt niet hetzelfde uit als «noodig".
De heer Fockema Andrew. De Commissie voor de straf
verordeningen neemt het amendement van den heer Bots over.
De heer van Hamel. Ik wensch het woord «gewenscht" te
behouden.
De Voorzitter. Wordt dit ondersteund?
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Ik ondersteun het opdat
het in stemming kan komen.
De heer van Hamel. Dan trek ik het in.
Art. 3 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Art. 4 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over art. 5, luidende:
«Het is verboden vleesch in de gemeente in te voeren van
April tot 1 October tusschen 0 uur des avonds en 7 uur
des voormiddags, van 1 October tot 1 April tusschen 6 uur
des avonds en 8 uur des voormiddags en bovendien op Zondag,
den Goeden Vrijdag, den 2en Paaschdag, den Hemelvaartsdag,
den 2en Pinksterdag, de Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag
Volgen drie der genoemde dagen op elkander, dan is op
den 3en dag de invoer geoorloofd van des voormiddags 8 tot
des namiddags 12 uur.
Van het in het eerste lid van dit artikel bepaalde is uit
gezonderd
a vleesch, hetwelk per spoor de gemeente wordt doorge
voerd of ingevoerd, in welk laatste geval het in de uren,
waarop de invoer overigens verboden is, niet van het station
in de stad mag worden gevoerd;
b. vleesch, dat per postpakket wordt ingevoerd.
De Voorzitter. Op dit artikel is door de heer Bots een
amendement ingediend. Nu stelt de Commissie voor de straf
verordeningen voor aan dit art. toe te voegen sub c: «vleesch,
dat de gemeente wordt doorgevoerd door beurtschippers,
wier beurtvaart rechtstreeks door Leiden voert en aan wie
voor dien doorvoer door Burg. en Weth. tot vvederopzeggens
vergunning is verleend onder verplichting tot naleving der
door dezen gestelde voorwaarden." Kan dit nieuwe lid den
heer Bots aanleiding geven zijn amendement in te trekken?
De heer Bots M. de V. Ik heb de eer te verklaren, dat
ik zeer goed kan medegaan met de wijzigingen, welke de
Commissie voor de strafverordeningen heeft voorgesteldnaar
aanleiding van door mij ingezonden amendementen.
De heer Pera. Mijnheer de Voorzitter! Ik meen dat het
noodig is, dat wij notitie nemen van het verzoek der Slagers-
vereeniging, om den tijd van invoer te stellen van "s morgens
7 uur tot 's avonds 9 uren. Dat in de eerste plaats.
In de tweede plaats dit. In de 2e alinea staat: «volgen drie
der genoemde dagen op elkander, dan is op den 3en dag de
invoer geoorloofd van des voormiddags 8 tot des middags
12 uur". Ik weet niet, of ik mij heelemaal bedrieg, maar ik
meen, dat dit alleen met Kerstmis kan voorkomen en dan
zou ik toch zeggen dat de bepaling «op den 3en dag" niet
wenschelijk isdan is het beter om te zeggen «op den 2den dag."
De heer de Lange. M. de V.Ik zou willen voorstellen het
2e lid van art. 5 te lezen als volgt:
«Volgen 3 der genoemde dagen op elkander, dan is de in
voer geoorloofd op den derden dag, of indien dat een Zondag
is, op den eersten dag, van des voormiddags 8 tot des mid
dags 12 uur."
Mijne bedoeling is te bepalen, dat de invoer in geen geval
op Zondag geoorloofd is.
De heer Pera. M. d. V. Ik meen te moeten handhaven, wat
ik voorgesteld heb, nl. dat in geval 3 dagen op elkander,
volgen, de invoer geoorloofd is op den 2en dag. Ik meen dat
dit de goede weg is, dit kan dan nooit op Zondag wezen.
De heer Aalberse. Maar als wij nu het geval nemen, dat
de beide Kerstdagen volgen op een Zondag, dan zou volgens
het voorstel van den heer Pera de invoer geoorloofd zijn op
len Kerstdag, en mij dunkt, dat het beter is den uitvoer
toe te staan op den 2en Kerstdag dan op den len.
De heer van Dissel. M. d. V. Is het dan niet het eenvou
digste om alleen te bepalen, dat indien er met, Kerstmis
drie feestdagen op elkander volgen, de invoer geoorloofd is
op den tweeden Kerstdag?
De heer de Lange. Daarmede kan ik mij vereenigen en
trek ik dus mijn amendement in.
De heer Pera. Ook ik kan mij hierbij neerleggen.
De Voorzitter. Dan blijft dus alleen over de wensch van
den heer Pera om de gelegenheid tot invoer op andere uren
open te stellen. De door den heer van Dissel voorgestelde
regeling wordt overgenomen.
De heer Fockema Andreae. De Commissie voor de straf
verordeningen heeft den Directeur der vee- en vleeschkeuring
gevraagdof tegen de tot nu toe bestaan hebbende regeling
ooit bezwaren zijn ingebracht, en tot antwoord ontvangen,
dat tot heden nimmer bezwaren aan hem zijn kenbaar ge
maakt. Moeten wij nu deze bepaling, die reeds verscheidene
jaren heeft gegolden, wijzigen op grond van vermoedelijke
bezwaren, die zich nooit hebben voorgedaan? Ik zou aanraden
de bepaling zoo te laten. Wij moeten niet vergeten, dat elke
vermeerdering van de uren, waarop de invoer is geoorloofd,
een verzwaring van den dienst aan het slachthuis medebrengt.
De Voorzitter. Ik kan hier bijvoegen dat er nog een ander
bezwaar is tegen het voorstel van den heer Pera, n.l. dat
dan een groot gedeelte van het jaar de keuring eenigen tijd
bij lamplicht zou moeten geschieden, hetgeen met het oog op
een nauwkeurig onderzoek ongewenscht is. Wenscht de heer
Pera een amendement in te dienen?
De heer Pera. Ja, M. d. V. Ik stel voor om den tijd te
stellen van 7 uur 's morgens tot 9 uur 's avondsin overeen
stemming met het verzoek van de slagersvereeniging.
De Voorzitter. Wordt dit amendement ondersteund?
Het amendement wordt voldoende ondersteund en kan dus
een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De heer Witmans. M. d. V. De heer Fockema Andreae heeft
gezegd, dat het gesloten zijn van het keuringslokaal gedurende
een zeker gedeelte van den dag geen aanleiding heeft gegeven
tot bezwaren. Ik heb echter van winkeliers gehoord, dat zij
herhaaldelijk last daarvan hebben ondervonden, en dit vooral
in de zomermaanden belemmering in hun bedrijf veroorzaakt.
Ik gevoel daarom veel voor het amendement van den heer Pera.
De heer de Lange. Wij hebben bet nu over den invoer en
niet over de keuring; dat is niet hetzelfde.