184 tijde in de sub be genoemde lokalen met wetenscliappelijken arbeid bezig te houden en van de daar aanwezige hulp middelen gebruik te maken. Art. 6. In de beide, in art. 5. genoemde, laboratoria wordt aan studenten gelegenheid gegeven om wetenscliappelijken arbeid te verrichten. De uren, waarop deze laboratoria voor hen zijn opengesteld, worden vastgesteld door den Directeur in overleg met den hoogleeraar. Tot de kamer van den hoogleeraar en tot die voor het geneeskundig onderzoek worden geen studenten toegelaten dan met toestemming van den hoogleeraar, onverminderd de bevoegdheid van den Directeur om, zoo hij daartoe reden heeft, aan eenigen student den toegang tot de laboratoria of tot de andere hierbedoelde lokalen te ontzeggen, na gehouden beraad met den hoogleeraar. Geen der overige vertrekken, noch ook de terreinen van het .sanatorium zijn voor studenten toegankelijk. Aan ten hoogste twee sub-assistenten van den hoogleeraar kan echter met toe stemming van den Geneesheer-Directeur, doch slechts onder diens geleide of dat van den hoogleeraar of van een der ge- neesheeren, toegang tot die vertrekken verleend worden. Art. 7. De hoogleeraar is bevoegd een of meer patiënten aan zijn auditorium voor te stellen, wanneer hij dat voor zijn onderwijs dienstig acht, Lijders, die voor particuliere rekening worden verpleegd, moeten daarvoor persoonlijk hunne toestemming geven. Art. 8. De door of onder leiding van den hoogleeraar gemaakte ziektegeschiedenissen, sectieprotocollen, anatomische en micros copische praeparaten blijven, onder het beheer van den hoog leeraar, eigendom van het Rijk, doch zijn ook ter beschikking van den Directeur en van de gemeentelijke geneeskundige ambtenaren van »Endegeest" en »Rhijngeest Art. 9. Indien de assistent van den Hoogleeraar het verlangen te kennen heeft gegeven om tot buitengewoon geneesheer aan het krankzinnigengesticht »Endegeest" te worden benoemd en hij door Burg. en Welh. van Leiden, gehoord de commissie van beheer, voor de vervulling dier betrekking geschikt geacht wordt, dragen zij hem aan den gemeenteraad voor ter benoeming. Den assistent-buitengewoon geneesheer van «Endegeest"' wordt van gemeentewege het gebruik van twee gemeubelde vertrekken in het sanatorium, alsmede vuur, licht en pension kosteloos verschaft. Art. 10. De hoogleeraar zal, indien hem zulks verzocht wordt, de commissie van beheer van advies dienen over alle zaken, het sanatorium betreffende.' Hij zal de belangen dezer inrichting zooveel mogelijk be vorderen. Art 11. Omtrent aangelegenheden waarbij overleg tusschen den hoogleeraar en den Directeur vereischt wordt doch geen over eenstemming tusschen hen verkregen wordt, beslissen Burge meester en Wethouders, de commissie van beheer gehoord. In spoedeischende gevallen kan de beslissing door den Voorzitter dezer commissie gegeven worden. Art. 12. Bij het in gebruik nemen der in art. 5 genoemde laboratoria, vervallen de bepalingen der overeenkomst tusschen Curatoren der Rijks-Universiteit en Burg. en Weth. van Leiden betref fende het krankzinnigengesticht »Endegeest", voor zooveel die bepalingen betrekking hebben op het gebruik van de laboratoria van dat gesticht ten dienste van het onderwijs. Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon. v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 7