GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 183 OG£KOMEIIf STIKKEI. Vertrouwelijk. N°. 818*. Leiden, 27 December 1902. Ten einde deze, evenals dit destijds met de overeenkomst betreffende de beschikbaarstelling van het krankzinnigenge sticht »Endegeest'' ten behoeve van het onderwijs in de psy chiatrie het geval was, in eene besloten vergadering van den Raad te doen behandelen, hebben wij de eer U hierbij eene concept-overeenkomst met het Rijk betreffende de beschikbaar stelling van lokaliteiten en hulpmiddelen in het Sanatorium »Rhijngeest" ten behoeve van het onderwijs in de neurologie aan te bieden. Zooals u uit de in de Leeskamer ter inzage liggende, met Curatoren der Rijks- Universiteit te dezer zake gevoerde cor respondentie blijken zal, is in het u thans aangeboden con cept aan de beide tegen een vroeger ontwerp door den Minister van Binnenlandsche Zaken gerezen bedenkingen tegemoetge komen. Met grond mag dan ook worden verwacht, indien ook Uwe Vergadering zich met dit concept kan vereenigen, dat thans bij den Minister geen bezwaar meer zal bestaan Cura toren der Rijks-Universiteit tot het sluiten der overeenkomst te machtigen. Het eerste der door den Minister aangevoerde bezwaren (ten gevolge waarvan in den aanhef van art. 5 werden toegevoegd de woorden: y>ten dienste van het onderwijs in de psychiatrie en de neurologiewas van geheel ondergeschikt belang en kan hier dan ook onbesproken blijven. Omtrent het tweede bezwaar kan een nadere uiteenzetting niet achterwege blijven en dit te minder omdat dientengevolge in art. 29 van het reeds vastgestelde Huishoudelijk Reglement voor het krankzinnigengesticht »Endegeest" en het sanatorium voor zenuwlijders »Rijngeest" alsnog eene wijziging zal moeten worden aangebracht. Zooals u uit de stukken blijken zal is hot Ie lid van art. 9, ten einde aan de bezwaren van den Minister tegemoet te komen, in de plaats getreden van twee zinsneden van den volgenden inhoud: Bij het opmaken van een voordracht ter benoeming van assistent vergewist de hoogleeraar zich, dat tegen de benoe ming van den door hem voor te dragen persoon geen be zwaar bestaat bij de commissie van beheer. Hij draagt slechts ter benoeming tot assistent voor een artsdie tot buitengewoon geneesheer aan het gesticht Ende geest wenscht aangesteld te worden en zich daardoor zal onder werpen aan de betreffende dien geneesheer door den Gemeente raad vastgestelde bepalingen." Tegen deze bepalingen werd door Curatoren namens den Minister het bezwaar geopperd, dat hoewel tegen een even- tueele benoeming van den assistent tot buitengewoon genees heer van »Endegeest" geen bezwaar bestond, de Minister zich toch niet bij overeenkomst in de keuze van een assistent wenschte te beperken. De beide eerste leden van art. 9 zouden daarom moeten vervallen. De commissie van beheer was van oordeel, en wij deelen geheel haar gevoelendat met dit bezwaar van den Minister behoorde te worden rekening gehouden. Waar zij echter die bepalin gen in de overeenkomst had opgenomen, ten einde de zeker heid te hebben dat de gemeente, in verband met art. 29 van het Huishoudelijk Reglement, niet verplicht zou zijn tot buitengewoon geneesheer van »Endegeest" iemand te benoe men, dien zij voor de vervulling dier taak niet geschikt achtte, meende zij die bepalingen niet zonder meer te mogen laten vervallen, maar deze te moeten vervangen door de bepaling, thans in het le lid van art. 9 opgenomen. De ge meente behoorde zich toch het recht voor te behouden om den assistent niet tot buitengewoon geneesheer van Endegeest te benoemen, wanneer zij zich met de keuze van den Minister niet kon vereenigen. In verband met deze wijziging zal thans echter ook de im peratieve bepaling van art. 29 van het Huishoudelijk Regle ment die (waar men van de veronderstelling uitging, dat bij den Minister tegen de reeds in de maand Juni bij hem ingediende concept-overeenkomst geen bezwaar zou bestaan) als volgt werd vastgesteld: »De assistent van den hoogleeraar in de psy chiatrie wordt buiten bezwaar van de gemeentekas aangesteld tot geneesheer van het krankzinnigengesticht »Endegeest" moeten worden vervangen door eene van den volgenden inhoud: »De assistentenz. kanenz. worden aangesteld tot geneesheer enz." Ten slotte merken wij nog op, dat ter voldoening aan een door den geneesheer-directeur en den hoogleeraar in de psy chiatrie uitgesproken verlangen, op voorstel van de commissie yan beheer door ons alsnog, nadat het concept reeds van Cura toren was terugontvangen, aan art. 6 de laatste zinsnede is toegevoegd. Aangezien evenwel het daarbij bepaalde zeer zeker niet in strijd is met de belangen van het onderwijs maar deze veeleer zal bevorderen, kan daartegen bij den Minister moeielijk eenig bezwaar bestaan. Op grond van een een ander geven wij U daarom in over weging 1°. ons te machtigen tot het sluiten der hierbij aangeboden overeenkomst met het Rijk over te gaan; 2°. te besluiten art. 29 van het Huishoudelijk Reglement voor »Endegeest en Rijngeest" alsnog in den boven aangegeven zin te wijzigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. CONCEPT. Curatoren der Rijks-Universiteit te Leiden, daartoe gemach tigd door den Minister van Binnenlandsche Zaken bij beschik king van den en Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden, handelende ter uitvoering van het besluit van den Raad dier gemeente d d. Zijn overeengekomen als volgt: Ten behoeve van het Rijk worden door de gemeente Leiden localiteiten en hulpmiddelen in het sanatorium Rhijngeest" te Oegstgeest kosteloos ter beschikking gesteld van den hoogleeraar in de psychiatrie aan de Rijks-Universiteit te Leiden, ten dienste van het onderwijs in neurologie; en zulks onder de navolgende voorwaarden en bepalingen Art. 1. Het sanatorium wordt beheerd en bestuurd door eene Commissie overeenkomstig de desbetreffende verordening van den gemeenteraad, onder welke commissie de dagelijksche leiding van den huisdienst, den administratieven dienst en den verplegingsdienst berust bij een Directeur. Deze zal omtrent hetgeen den verplegingsdienst betreft in overleg treden met den hoogleeraar. Art. 2. In het sanatorium worden opgenomen uitsluitend lijders (van beiderlei kunne) aan organische en functioneele zenuw ziekten. Die opneming van lijders wordt, met inachtneming van de dienaangaande door den gemeenteraad vastgestelde bepalin gen, door den Directeur, in overleg met den hoogleeraar, geregeld. Art. 3. De hoogleeraar belast zich met de leiding van de genees kundige behandeling der patiënten, welke opgedragen is aan een of meer door de gemeente aangestelde geneesheeren waarvan ten minste één op het terrein der inrichting zal wonen. Bij verhindering of ontstentenis van den hoogleeraar heeft de Directeur de leiding van de geneeskundige behandeling. Art. 4. De hoogleeraar heeft toegang tot alle vertrekken waar patiënten verpleegd worden. Hij zal, bij het bezoeken van patiënten en bij het geven van voorschriften in zake verpleging, zooveel mogelijk rekening houden met de regelingen betreffende den huishoudelijken dienst van het sanatorium en daartoe in overleg treden met den Directeur. Art. 5. In het hoofdgebouw van het sanatorium worden den hoog leeraar ten dienste van het onderwijs in de psychiatrie en de neurologie, zes lokalen ter beschikking gesteld, te weten: a. een werkkamer. b. een kamer voor geneeskundig onderzoek. c. twee laboratoria. d. een photographisch atelier. e. een lokaal voor de bewaring van pathologisch-anatomische praeparaten. Het Rijk voorziet in de inrichting, voorzooveel die noodig mocht blijken, zoomede in de meubileering dezer lokalen en in de benoodigde ustensiliën, instrumenten, chemicaliën, boekwerken en dergelijken. De gemeente voorziet in de verwarming, verlichting en het schoonhouden der lokalen. Zonder goedkeuring van Burg. en Weth., gehoord de com missie van beheer, wordt aan deze lokalen geen andere bestemming gegeven. De Directeur en de gemeentelijke geneeskundige ambtenaren van" »Endegeest" en »Rhijngeest" zijn bevoegd zich te allen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 6