het slachthuis zijn. Dus wanneer uwerzijds auiaeujK oiijki, dat wel degelijk uwe bedoeling is, dat met koud, vriezend weer niet kan worden geëischt openstelling van het koelhuis, dan heb ik daartegen zooveel bezwaar niet. De heer Pera. Mag ik dan even eonstateeren. M. d. V., dat wat u nu hebt gezegd mijne bedoeling uitdrukt. De Voorzitter. Dan hebben Burg. en Weth. geen bezwaar om het denkbeeld van den heer Pera over te nemen, alleen wat aangaat den tijd van het koelen. Wat nu betreft het voorstel om het gebruik van het koel huis te stellen op 10.— per M2, ik zou zeggen, dat daarop ook van toepassing is, wat ik in het begin heb gezegd, n. 1., dat het zeer bedenkelijk is om, nu eenmaal een begrooting van het slachthuis is aangenomen, waartegen indertijd geen bezwaar is gemaakt, thans dit tarief met zoo'n aanzienlijk bedrag te verminderen, waardoor wij toch gevaar loopen, dat de exploitatie van het slachthuis met een aanzienlijk deficit zal sluiten. Naderhand, indien de ondervinding mocht hebben aangetoond, dat 20.te hoog is, of dat dien tengevolge geen voldoend gebruik van het koelhuis wordt gemaakt, kan deze prijs altijd nog worden verminderd. De heer Pera. M. d. V. Ik moet opkomen tegen hetgeen u opmerkt. Ik ben het geweest, die u destijds gevraagd heeft, of wij toen reeds gebonden werden aan deze regeling. Toen is uw antwoord geweest, dat wanneer de zaak later behandeld werd, de Raad alle gelegenheid zou hebben tot wijziging. Ik meen dus, dat wij de vrijheid hebben thans veranderingen aan te brengen. Nu zou ik niet mee willen gaan om wijziging te brengen in de prijzen voor slachten enz. omdat deze uitmaken een zekere vaste basis voor de inkomsten. Dit kan echter m. i. niet gezegd worden van het koelhuis, omdat het de vraag is welk gebruik daarvan zal worden gemaakt. De opbrengst van het koelhuis is geheel afhankelijk van het gebruik dat er van gemaakt zal worden. Te verwachten is dat van het koelhuis een grooter gebruik zal worden gemaakt bij de vaststelling van een lager tarief. Nagaande wat overal geschiedt, meen ik dat wij meer kans zullen hebben op een groot gebruik bij vaststelling van een niet te hoog tarief, en dat zulk eene regeling zal blijken voor de gemeente voordeeliger te zijn. De Voorzitter. Wij meenden, dat een tarief van 20 per M2 niet zoo schrikbarend hoog is. In Maastricht is het 25, in Utrecht en Nijmegen 20. Wij hebben dus niet geheel op losse gronden het bedrag zoo vastgesteld. Wij moeten dunkt mij eerst eens afwachten hoe het loopt en dan later zien wat wij verder moeten doen. Wij zijn ten opzichte van het gebruik niet zoo pessimistisch als anderen. De heer P. J. van Hoeken. Ik meen, dat er wel reden is om den prijs te verminderen. De heeren weten wat een vier kante Meter is. Men zal al heel spoedig verscheidene M2 noodig hebben. De Voorzitter. Neen, men heeft niet veel vierkante Meters noodig. De heer Pera. Ik wil nog zeggen wat mij mede aanleiding heeft gegeven voor te stellen den prijs tot 10 per M2. te verlagen. Ik heb n.l. een opgave bij mij van een der slagers in Leiden, die zeer nauwkeurig aangeteekend heeft de kosten van zijn slagerij gedurende een week, waarbij hij komt tot een bedrag van 6.16. Daarnaast is door hem aangegeven wat hij voor het slachten van diezelfde dieren had moeten betalen, indien hij dat in het slachthuis had moeten laten doen volgens het voorgestelde tarief; en dan komt hij op ƒ19.40. Dus 6.16 wordt ƒ19.40; en daarom zou ik juist het bijkomende want gebruik van het koelhuis is hier niet bij berekend zoo goedkoop mogelijk willen geven, ook omdat ik meen, dat dat voor de exploitatie van het slachthuis geen schade zal zijn. De heer Bosch. M. d. V. Ik kom nog eens terug op hetgeen ik daar straks ben begonnen te zeggen, toen ik de zaak heb beschouwd in verband met het slachten. Het blijft mij twijfel achtig voorkomen, of er altijd voldoende plaats zal zijn om het vleesch te laten besterven, zoodat het dan noodzakelijk zou wezen gebruik te maken van het voorkoelhuis, en de slagers dus gedwongen zullen worden deze belasting te betalen door er een koelcel bij te nemen. Wanneer men deze kwestie beschouwt in dat verband, dan wordt het noodig, ook omdat dit is in het belang der vleeschetende burgerij, om daaraan zooveel mogelijk tegemoet te komen. Daarbij doet zich ook deze vraag voorhoeveel is de minimum ruimte, die door de slagers kan worden gehuurdis dat 1 M2 of zijn zij verplicht tot het huren van eene grootere ruimte? ik heb hooren spreken van een minimum van 3 M2., in welk geval de kosten dus reeds zouden bedragen ƒ60.Dat zou de zaak dan nog zooveel erger maken, want 1 M2. is voor bëuwkëiiiy i.,. De Voorzitter. Ik maak u opmerkzaam, dat in de slacht- hal toch voldoende ruimte is om het vleesch te laten bester ven. De slagers hebben thans ook geen koelhuis, dus, willen zij absoluut geen gebruik maken van het koelhuis, dan kunnen zij het geslachte beest in de slachthal laten hangen. Maar ik vermoed, dat zij wel gaarne gebruik zullen maken van het koelhuis, omdat het vleesch daar lang kan bewaard blijven. Wat aangaat de berekening, opgemaakt door een slager, en welke de heer Pera ter tafel brengt ik heb daarvoor slechts betrekkelijk eerbied; om hier, staande de vergadering, eene berekening te beoordeelendie toch wel niet geheel onpartij dig zal zijn opgemaakt, van wat de kosten zullen zijn in het eene geval en in het andere geval dat vind ik toch wat veel gevergd. Wij zouden die dan moeten laten onderzoeken door een deskundige of door een slager, die van eene tegen overgestelde meening is dan hij, die deze rekening heeft op gemaakt; misschien kwamen we dan wel tot andere cijfers. In ieder geval is het toch wat heel gewaagd, om uit deze cijfers eene conclusie te trekken. De heer Sijtsma. Mag ik u vragen, mijnheer de Voorzitter, of het koelhuis ook alleen kan worden gebruikt, of dat daaraan ook is verbonden het huren van een of meer koelcellen? De Voorzitter. Ja, het koelhuis kan wel alleen worden gebruikt, maar dan moet daarvoor toch worden betaald. Maar bij het huren van een cel kan gratis gebruik worden gemaakt van het voorkoelhuis. Indien echter het voorkoelhuis alleen gratis kon worden gebruikt, dan zou het zeker heel spoedig veel te klein worden. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Het is natuurlijk een feit, dat de slagers nu geen koelhuis hebben. Maar wat is het verschil tusschen het openbaar slachthuis en de slachtstallen van de slagers? In deze laatste wordt slechts één koebeest geslacht, dat daarna in die ruimte blijft hangen, wat in het slachthuis niet het geval is: daar zullen twintig beesten te gelijk geslacht worden, de warme dampen blijven daardoor hangen en het vleesch zal geen gelegenheid hebben om te besterven. Wil een slager het vleesch laten besterven, dan zal hij gebruik moeten maken van het voorkoelhuis. De heer de Goeje. Van den heer Pera hooren wij dat men in Utrecht zeer met het koelhuis is ingenomen en dat er daar druk gebruik van gemaakt wordt. Nu zegt de Voorzitter, dat daar ook 20.per M2 betaald wordt. Dit is dunkt mij de proef op de som, dat een hoog tarief niet tot minder ge bruik leidt. De heer Pera. Ik wil hierop dit antwoorden, dat ik, wanneer ik Leiden geheel kon vergelijken met Utrecht, niet zou aan dringen op verlaging. Maar omdat Leiden niet Utrecht is, acht ik het voor Leiden beter den prijs op de helft te stellen. De Voorzitter. Ik wil den heer van Hoeken antwoorden, dat het aantal dieren, dat te gelijk zal worden geslacht, meestal wel minder zal zijn dan het getal door hem opgegeven. En als de heer van Hoeken een bezoek brengt aan de slachthal en ziet welk een groote ruimte dat is en en hoe goed men daar kan ventileeren, zal hij wel op zijn bezwaren terugkomen. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. U acht mijn bezwaren overdreven; maar U moet niet uit het oog verliezen, dat, al is het mogelijk de slachthal goed te ventileeren, dit dikwijls niet gewenscht zal zijn met het oog op de verschillende slagersknechts, die daar aan het werk zijn. Ik weet niet het juiste getal doch vrij zeker is het, dat er tusschen de 10 en 20 beesten te gelijk geslacht kunnen worden. Het slachthuis hier is geheel anders ingericht dan te Amsterdam en Rotterdam, waar iedere slager een afzonderlijke slachthal heeft voor een of twee beesten; en daardoor niet behoeft te wachten tot zijn collega gereed is, maar slacht wanneer het hem gelegen komt, terwijl hier te Leiden de een op den ander zal moeten wachten indien er in de groote slachthal, waar allen te zamen werken, geen gelegenheid is. Wil de slager dus niet dat het vleesch in die warme dampen blijft hangen, dan moet hij het naar het voorkoelhuis ver voeren, wat niet mag, of hij moet een koelcel huren. De Voorzitter. Er is nu een amendement ingekomen van den heer Pera, om het tarief van ƒ20 terug te brengen tot ƒ10 per M2. Wordt dit amendement ondersteund? Het amendement wordt voldoende ondersteund en kan dus verder een punt van behandeling uitmaken. De Voorzitter. Verlangt iemand hierover nog het woord? Zoo niet, dan zal ik het in stemming brengen. De heeren gelieven er alleen aan te denken, dat, indien naderhand het tarief moet worden verhoogd, dat groote ontevredenheid zal I verwekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 6