DONDERDAG 20 NOVEMBER 1902. 167 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd en misschien ook nog door den een of den ander een beroep op de Kroon is gedaan, zullen wij niet verder mogen gaan voordat dit alles is afgeloopen. Daarom begrijp ik niet waarom de heer Drucker spreekt van »als de plannen den Raad hebben bereikt." Tusschen indienen en de laatste uitspraak van de Kroon ligt een lange tijd. De beraadslaging wordt gesloten. De motie van uitstel van den heer Drucker wordt in stemming gebracht en met 20 tegen 8 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren: Timp, de Lange, Pera Fockema Andreae, van Hamel, P. J. Mulder, Kroon, J. P. Driessen, Bots, van Tol, Kaiser, Sijtsma, Witmans, Bosch, A. Mulder., A. J van Hoeken J.Jzn., Aalberse, P. J. van Hoeken, Kerstens en Juta. Voor stemmen de heeren: Drucker, van Lidth de Jeude, de Goeje, van Dissel, Zaaijer, Hasselbach, Dekhuyzen en de Vries. Op het verzoek wordt hierop zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt. XVI. Verzoek van P. J. van Hoeken om goedkeuring van een stratenplan voor het terrein in de Waard, kadastraal bekend onder Sectie K, nis. 727, 728 en 729, gemeente Leiden. (Zie Ing. St. n°. 287). De motie van uitstel van den heer Drucker wordt in stemming gebracht en met 17 tegen 9 stemmen verworpen, terwijl de heeren A. J. en P. J. van Hoeken buiten stemming blijven. Tegen stemmen de heerenTimpde LangePera Fockema Andreae, van Hamel, P. J. Mulder, J. P. Driessen, Bots, van Tol, Kaiser, Sijtsma, Witmans, Bosch, A. Mulder, Aalberse, Kerstens en Juta. Voor stemmen de heeren: Drucker, Kroon, van Lidth de Jeude, de Goeje, van Dissel, Zaaijer, Hasselbach, Dekhuyzen en de Vries. Op het verzoek wordt hierop zonder hoofdelijke stemming gunstig beschikt. XVII. Voorstel tot wijziging van art. 1 der verordening op de heffing eener plaatselijke directe belasting. (Zie Ing. St. n°. 281). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XVIII. Voorstel om aan de eigenaren van gedeelten van de Heerenlaan en van de Gasthuislaan en aan die van de WTittelaan den last te verstrekken, om door de uitvoering van eenige werken, verbetering in den toestand dier lanen te brengen. (Zie Ing. St. n°. 279). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XIX. Voorstel tot: a. openbare verpachting van het voor koffiehuis bestemde gedeelte van den Burcht en van de graanbeurs; b. beschikbaarstelling van gelden voor het uitvoeren van eenige werken, wanneer de sub a bedoelde inrichtingen aan éénzelfden persoon worden verhuurd. (Zie Ing. St. n». 271). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. XX. Verzoek van J. de Jong c. s. om de Kaasmarkt van de Vischmarkt naar de Papengracht of Hooigracht te verplaatsen. (Zie Ing. St. n°. 283). Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt op het verzoek afwijzend beschikt, het voorstel van Burg. en Weth. tot beschikbaarstelling van f 650.voor de uitvoering van eenige werken aangenomen en de staat van af- en over schrijving vastgesteld. XXI. Verzoek van de Maatschappij tot exploitatie van tramwegen om vergunning tot doortrekking van de tramlijn den HaagLeiden, van de ambachtsschool tot het Noord- eindsplein. (Zie Ing. St. n». 275). De beraadslaging wordt geopend. De heer Fockema Andrew. M. d. V. Wij hebben een dergelijk voorstel in eenigszins anderen vorm reeds eerder hier gehad. Ik heb mij toen daar tegen verklaard en zal mij tenzij de argumenten die ik hoor mij meer overtuigen dan toen ook tegen dit voorstel verklaren. Het kan zijn, dat het een beetje lastig is voor reizigers, wanneer op het oogenblik dat zij naar de tram gaan, de brug wordt opengedraaid, dat is voor andere voetgangers ook onaangenaam. Maar zij zullen daardoor de tram niet missen, want deze schijnt er geen bezwaar tegen te hebben om te wachten; zij zou immers zelf moeten wachten als zij aan den anderen kant van de brug was. Dat de menschen wat verder moeten loopen is waar en het zou zeker gemakkelijker zijn als de tram voor de brug stondhet zou voor ons ook gemakkelijker zijn als de Hollandsche Spoor afreed van af de Breestraat. Maar tegen het eene en het andere bestaan bezwaren en al zijn die nu wel tegen het eerste niet zoo groot als tegen het laatste, ik geloof dat zij toch niet zonder beteekenis zijn. Al verbiedt men het staan van losse wagens op dat terrein, men laat dan toch toe, dat de aankomende tram daar staat te blazenen al zal deze geen rook mogen uitblazenik help wenschen dat dit niet zal geschieden: bij het aanstoken van de vuren zal het toch wel gebeuren. In elk geval zal toch elk uur ongeveer een kwartier lang een tram, bestaande uit een locomotief, goederenwagens en personenwagens, daar staan, misschien zoowat voor de Witte Singel, hetgeen zal leiden tot ontsiering van die plek en bemoeilijking van het verkeer. Tegenover die lasten staat geen voordeel van beteekenis. Laat ons dus dat aardige plantsoen en den toegang tot den Singel niet bederven door het geven van deze toestemming. De heer P. J. van Hoeken. M. de V. Bij mij is de vraag gerezen aan welken kant de rails worden gelegd. Uit de stuk ken is dat niet op te maken. Ik zou er bezwaar tegen hebben als de rails aan de zijde van het bebouwde gedeelte kwamen. Komen zij aan de zijde van de kweekschool dan is dat be zwaar niet zoo groot. Gesteld dat de bedoeling is de rails te leggen bij het hek van de Kweekschool, is het dan van zoo over wegend belang de tramlijn door te trekken tot binnen in de stad? Zou het niet beter zijn dat de maatschappij daar een behoorlijk wachtlocaal bouwt? Ik voor mij gevoel wel wat voor de bezwaren van den heer Andreae en meen ook, dat de toestand er niet op zal verbeteren. De heer de Lange. M. de V. De bedoeling is de rails langs de kweekschool te leggen. Als ik mij goed herinner het is reeds lang geleden dat dit plan in de Commissie van fabricage is behandeld is ook een wachthuisje geprojec teerd naast de kazerne, in den tuin van de kweekschool. De Voorzitter. Het wachthuisje is vervallen. Daarvan is ontheffing verleend om zoo weinig mogelijk ruimte van de openbare straat weg te nemen. De menschen kunnen in de tram zelf gaan zitten. De heer A. J. van Hoeken J.Jz. M. de V. Ik heb op de teekening gezien dat er een waterkraan ter hoogte van de kweekschool voor Zeevaart zou komen. Is deze denzelfden weg gegaan als het wachthuisje? Wanneer daar water aan de locomotief moet verstrekt worden, vrees ik dat het daar bij winter een gladde boel wordt. Ik deel de bezwaren van den heer Fockema Andreae; ik wensch de tram niet in de binnenstad te hebben. Zelfs zijn de rails geprojecteerd bij het huis van den heer Zwaan. Het kan niet ontkend worden, dat de locomotief, daar stoppende, sintels zal laten vallen. De toestand zal daar zeer onrein worden. Ik ben er dus sterk tegen om deze vergunning toe te staan. De heer Kerstens. M. d. V. Is aan de bezwaren niet te gemoet te komen door de tram door te trekken tot de Rem- brandtstraat Dan is alle vuile boel uit het gezicht verdwenen. Misschien zou daar ook gelegenheid zijn om een wachtlokaal te plaatsen; dit zou onderzocht moeten worden. De Voorzitter. De heer Fockema Andreae zegt, dat een dergelijk voorstel in anderen vorm afgewezen is. Dat is waar. maar die vorm was geheel anders. Toen was voorgesteld de tram door het Noordeinde te laten doorloopcn tot de Varken markt. Nu is bovendien sedert dien tijd voor de reizigers een bezwarende omstandigheid gekomen in het openen van de nieuwe vaart, waardoor die brug dikwijls geopend moet worden en de menschen buiten moeten wachten. Er is dus meer reden dan vroeger om de tram door te laten rijden tot het Noordeinds- plein. Wat het wachtlocaaltje betreft: aan dat bij de ambachts school hebben de menschen niets, want zij moeten wachten aan deze zijde der geopende brug, en om een tweede locaaltje te bouwen, aan deze zijde van de brug is niet aanbevelens waardig; de menschen, die wat te vroeg komen, kunnen een voudig in de gereedstaande tram gaan zitten. De heer Fockema Andrese spreekt van een beetje lastig, maar de menschen, die veel gebruik moeten maken van die tram, zullen dat niet met hem eens zijn. Het kan soms met slecht weer zeer erg lastig zijn. De heer Fockema Andrese heeft zijn afwijzend advies ge motiveerd door te zeggen, dat het ook gemakkelijker zou zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 7