niet in strijd te zullen komen met het latere plan. Men moet niet vergeten, dat daardoor de belangen van de bouwondernemers en van de werklieden zeer worden geschaad. Ik heb een termijn van 8 a 9 maanden genoemd voor het tot stand komen van het uitbreidingsplan, doch nu gaat het toch niet aan alle onder geschikte bouwplannen zoolang uit te stellen. Ik zou dat een zeer harde beslissing vinden, door den localen toestand niet gerechtvaardigd. Dit moet wel degelijk in aanmerking ge nomen worden. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. d. V. De meerderheid van de commissie van fabricage heeft wel degelijk met den wensch van den heer Drucker rekening gehouden, om zooveel mogelijk geen nieuwe stratenplannen in behandeling te nemen, maar zij is op het laatst gezwicht voor de vele aanvragen, die van verschillende ondernemers zijn gekomen en heeft gemeend die stratenplannen in behandeling te moeten nemen, waarbij geconstateerd kan worden dat zij in overeenstemming waren met het plan van den heer de Jongh, dat zeker in hoofdzaak bij het uitbreidingsplan zal worden gevolgd. Dat het voor den heer Drucker moeilijk is zich in te denken, waar die straten op uit zullen loopen, kan ik mij begrijpen. Maar voor de commissie van fabricage is dit niet zoo moeilijk, en zij heeft wel degelijk met die lijntjes rekening gehouden. De tweede aanvrage betreft een stratenplan in aansluiting van een reeds bestaande straat; en wat de dwarsstraten be treft, die zullen een uitgang krijgen op de straten, die een maal zullen komen bij de Oosterstraat en de Rijnkade. De overweging, óók door u uitgesproken, dat het beter is voor de werklieden om, voor zoover dit mogelijk is, stratenplannen in behandeling te nemen, die niet in strijd zijn met het groote plan, heeft de Commissie er toe geleid tot de goedkeuring van deze plannen te adviseeren. De heer Drucker. M. d. V. Voor een deel wil ik toegeven, dat uitstel bezwaren medebrengt. Voor een deel, want de kleine belemmering, aangedaan aan de bouwlustigen, weegt bij mij niet zwaar. De ondervinding heeft waarlijk voldoende geleerd, dat aan bouwterrein zulke ontzaglijke sommen worden ver diend, dat een renteverlies van eenige maanden weinig gewicht is, dat later het officieele stratenplan vastgesteld wordt in verband met bestaande stratenplannen. Wij hebben getoond te gevoelen, dat het wenschelijk is ingrijpende stratenplannen uit te stellen en de Raad heeft zich daarmede vereenigd. Maar dit ook uit theoretische consequentie toe te passen op kleine bouwplannen, vind ik toch te hard. De heer Hasselbach. M. de V. Ik behoor tot de minderheid van de Commissie van fabricage, hetwelk zonneklaar blijkt, nu de heer van Hoeken zegt dat hij tot de meerderheid be hoort. Ik heb dezelfde bezwaren geopperd als de heer Drucker. Nu spreekt U over de belangen van de werk lieden, maar ik geloof niet dat dezen bij goedkeuring van die plannen gebaat zijn. Het kan na de goedkeuring nog wel eenige tijd duren voor dat men met bouwen begint. Dat zien wij met den bouwgrond bij het openbaar slachthuisdie ligt al twee jaar te koop en er komt geen enkele kooper. De "straatdie de gemeente overgenomen heeft, wordt in de sloot gewerkt en de steenen weggenomen. Het is daar een desolate toestand. Vandaar dat ik meen dat er niet zulk een haast gemaakt behoeft te worden. De Voorzitter. Moet ik daaruit opmaken, dat U de twee plannen, die nu aan de orde zijn, ook wilt uitstellen? Dan maak ik er U opmerkzaam op, dat U in tegenspraak komt met uw eigen rapport. Daarin toch lees ik Tegen vaststelling van het plan is met het oog op het uitbreidingsplan o. i. evenmin bezwaar. Principieel bent U er vroeger wel tegen geweest, en prin cipieel zullen wij allen er wel tegen zijn. Dat hebben wij ge toond door met algemeene stemmen punt 14 van de agenda te verwerpen. Maar U bent niet tegen het toestaan van de verzoeken, voorkomende onder de punten 15 en lö geweest; in het rapport wordt niet gesproken van een meerderheid en een minderheid, en U hebt dus geadviseerd wat Burg. en Weth. thans aan den Raad adviseeeren. De heer Hasselbach. M. d. V. Het is best mogelijk, dat een kleine vergissing is begaan bij het opmaken van de notulen. Ik ben tegen het goedkeuren van beide plannen ge weest, omdat ik niet inzie, dat, wanneer die plannen worden goedgekeurd, daar onmiddellijk zal worden gebouwd. Dat kan soms jaren duren. m _j nn in u.i.u

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 5