169
plaats worden nl. voor export steeds meer dieren tegelijk ge
slacht; iri de tweede plaats is de behandeling van hetvan die
dieren afkomstige vleesch gemakkelijker, omdat daarop minder
goedkeuringsmerken worden aangebracht dan op ander vleesch.
De commissie voor de huishoudelijke verordeningen deed
ons de vraag of het wel noodig was onder de voorwaarden
voor dit lagere tarief ook deze op te nemen, dat het vleesch
na de slachting onmiddellijk naar het buitenland zou worden
gevoerd. Zij vroeg of het niet voldoende was indien het vleesch
aanstonds buiten de gemeente werd gebracht. Inderdaad is dit
niet voldoende, omdat juist in het feit dat het vleesch voor
export, d. i. voor het buitenland bestemd is, het verlaagde
tarief zijn reden van bestaan heeft. De directeur moet dus
zooveel mogelijk zekerheid hebben, dat het vleesch daar ook
werkelijk heengaat.
Het sub VI vermelde koelhuistarief is hetzelfde, dat reeds werd
toegepast in onze memorie van antwoord van Juli 1900. Het
koeltijdperk is langer naarmate dê weersgesteldheid vroegere
opening en latere sluiling van het koelhuis noodig maakt. In
het koude jaargetijde moet het koelhuis gedurende eenigen
tijd gesloten zijn, ten einde dit ten minste eenmaal 'sjaars
aan eene grondige reiniging te kunnen onderwerpen. Voor
het behoud van het vleesch in een volgende koelperiode is dit
volstrekt noodzakelijk.
Sub X treffen wij een afzonderlijk tarief aan voor die ge
vallen, waarin iemand zijn vee niet in Leiden wil laten slachten,
maar het daar niettemin gekeurd wil hebbenalsmede voor
zieke dieren, die in strijd met de verordening op de vleesch-
keuring worden ingevoerd en aan het slachthuis aan een on
derzoek moeten worden onderworpen.
In de onder XI en XII opgenomen regeling zijn, wij zeiden
het boven reeds, de tarieven voor de keuring van ingevoerd
vleesch iets hooger gesteld, dan in de memorie van antwoord
het geval was Dit scheen ons noodzakelijk, in de eerste plaats
omdat de keuring van ingevoerd vleesch, juist omdat men de
dieren, waarvan het afkomstig is, niet vóór de slachting kan
onderzoeken, veel meer zorg en tijd vereischt, dan die van
vóór de slachting goedgekeurde dierenin de tweede en voor
naamste plaats, omdat de vleeschverkoopers in de gemeente niet
in een ongunstiger conditie mogen worden gebracht, dan die
buiten de gemeente. Indien toch het keurloon voor ingevoerd
vleesch belangrijk lager is dan het slachtloon (met inbegrip
van het keurloon) voor in de gemeente geslacht vee, wordt als
het ware een premie gesteld op het slachten van vee buiten
de gemeente. Dit nu is niet alleen niet raadzaam, maar boven
dien met het oog op de keuring zelve ook volstrekt afkeurens
waardig. Vandaar dat er voor gezórgd moet worden, dat het
vleesch afkomstig van in Leiden geslachte dieren niet zwaarder
belast wordt dan dat, hetwelk van buiten wordt ingevoerd.
Met dezen eisch nu werd in de ontworpen tarieven rekening
gehouden, zooals duidelijk uit tarief XI blijkt. Het keurloon
van geheele ingevoerde dieren bedraagt iets minder dan het
slachtloon (met inbegrip van het keurloon) van in Leiden ge
slachte dieren; dat voor halve dieren is eveneens iets minder
of het is daaraan gelijk.
Eindelijk wordt sub XIII het recht bepaald, dat zal wor
den geheven van iemand, die varkensvleesch op trichinen
wenscht onderzocht te hebben. Een verplicht onderzoek op
trichinen wordt door den benoemden Directeur van het open
baar slachthuis voorloopig onnoodig geacht en wordt dan ook
in geen enkel der nieuwere slachthuizen in ons land voorge
schreven.
De commissie voor de huishoudelijke verordeningen deed
ons de vraag of het in de bedoeling lag het recht voor dit
onderzoek ook dan te heffen, wanneer de Directeur in bijzon
dere gevallen termen aanwezig acht om dit onderzoek in te
stellen. Het komt ons met den Directeur voor, dat het antwoord
op deze vraag ontkennend moet luiden. Zoolang toch een
verplicht onderzoek op trichinen uit hygiënisch oogpunt on
noodig is gelooven wij met hem dat een onderzoek op tri
chinen, dat de Directeur in bijzondere gevallen meent te
moeten instellentot het gewone onderzoek behoort, waarvoor
het gewone keurloon betaald wordt.
Voor het overige geven ons de voorgedragen verordeningen
geen aanleiding tot nadere toelichting, zoodat wij U in over
weging geven thans tot hare vaststelling over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
VERORDENING regelende de heffing van belastingen
voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis
te Leiden.
Artikel 1.
Van ieder, die voor een der hierna omschreven doeleinden
gebruik maakt van het Openbaar Slachthuis, of van diensten,
vanwege de gemeente op het Openbaar Slachthuis verstrekt,
wordt eene belasting geheven naar het in artikel 2 omschreven
tarief.
Artikel 2.
I. Voor het gebruik maken van de stallen
a. voor een paard, muildier, muilezel, stier, os, koe, vaars
of pink
zonder voeder f 0.10
met
0.50
b.
voor een
zonder
010
met
0.60
c.
voor een
graskalf, ezel of veulen.
zonder
0.10
met
0.35
d.
voor een
nuchter kalf
zonder
0.05
met
0.30
e.
voor een
zonder
0.05
met
0.25
f-
voor een
schaap, lam, bok of geit
zonder
0.05
met
0.15
alles per etmaal of gedeelte er van.
Voor de berekening van het verschuldigde bedrag gaat het
etmaal, indien de dieren niet gevoederd worden en wel overnach
ten, in des avonds bij het sluiten van het Openbaar Slachthuis;
voor die, welke niet overnachten, onmiddellijk na de plaatsing
in de stallen. Voor dieren, welke van den aanvang af op de
gewTone wijze gevoederd worden, gaat het etmaal eveneens in
onmiddellijk na de plaatsing in de stallen.
Voor dieren, welke ongeslacht worden weggevoerd, wordt
het dubbele der hiervoren aangegeven gelden geheven.
Onder voeder wordt verstaan: hooi, graan of van graan
afkomstige voedingsmiddelen en melk.
De aard van het voeder, de wijze van voedering en de
hoeveelheid voedsel wordt door den Directeur geregeld.
Voedering van vette en nuchtere kalveren met door den
eigenaar aan te geven hoeveelheden volle melk geschiedt, tenzij
bij den Directeur daartegen bezwaren bestaan, tegen betaling
van ten minste f 0.10 per liter melk boven het per etmaal
verschuldigde voor het gebruik maken van de stallen zonder
voeder.
Drinkwater en ligstroo worden naar behoefte kosteloos ver
strekt in hoeveelheden door den Directeur te bepalen.
II. Voor het gebruik maken van de gelegenheid tot slachten,
voor het gedurende den bepaalden tijd laten verblijven van
vleeschvoor het gebruik maken van penserij en darmwasscherij
voor het keuren van het slachtvee vóór en na de slachting:
a. voor een paard, muildier, stier, os, koe, vaars of pink f 3.
b. voor een vet kalf, ezel, muilezel of veulen 1.75
c. voor een graskalf1.50
d. voor een varken1.80
e. voor een schaap of lam0.80
f. voor een bok. geit, nuchter kalf of speenvarken 0.40
III. Het onder II omschreven tarief wordt voor dieren, voor
export geslacht en welke dus na de slachting in hun geheel,
behalve de inwendige organen, rechtstreeks van het Openbaar
Slachthuis naar het buitenland worden gevoerd, indien ten
minste 5 dieren van dezelfde soort van denzelfden eigenaar
tegelijk ter slachting worden aangegeven, vastgesteld als volgt:
voor de dieren genoemd onder aop 1.50
b0.75
c0.75
d0.80
e0.40
f0.25
IV. Voor het wegen van levend of geslacht vee:
avoor een stuk groot vee (stier, os, koe, vaars,
pink, paard, ezel, muilezel, muildier) f 0.25
b. voor een stuk klein vee (kalf, varken, schaap,
lam, bok, geit)0.15
V. Voor het wegen van vleesch, vet, afval en huiden:
a. voor eene partij vleesch, vet of afval boven
100 K.G. f 0.20
b. voor eene partij vleesch, vet of afval boven
50 tot en met 100 K.G0.15
c. voor eene partij vleesch, vet of afval boven
25 tot en met 50 K.G0.10
d. voor eene partij vleesch, vet of afval tot en
met 25 K.G005
e. voor eene huid0.05
VI. Voor het gebruik maken van het koelhuis en het voor-
lcoelhuis, of wel van het koelhuis alleen
Voor een jaarlijksch koeltijdperk, aanvangende
1 April, of zooveel .vroeger als de weersgesteldheid
noodig maakt, en eindigende 30 September of zooveel
later als de weersgesteldheid medebrengt, of voor
een gedeelte van dat tijdperk, per vierkanten Meter
koelcel-oppervlaktef 20.