GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 167 ISCEKOILGII STI lililO. N°. 289. Leiden, 17 November 1902. De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij, wanneer door U wordt besloten tot uitvoering van de in het voorstel van Burgemeester en Wet houders van 8 November j.l. (Ingek. Stukken n°. 283) bedoelde werken ter verruiming van de bestaande kaasmarkt, geen be zwaar heeft tegen de vaststelling van den overgelegden staat van af- en overschrijving op de begrooting voor den dienst van 1902. Zij geeft U daarom in overweging in dat geval tot de vast stelling van den staat over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 290. Leiden, 17 November 1902. De commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 November j.l. (Ingek. Stukken n°. 281) om in art. 1 der verordening van den 27 Januari 1898°P ^ie^ing eener plaatselijke directe belasting alhier (Gem.blad n°. 5), in plaats van 210000.te lezen f275000.-. Zij geeft U derhalve in overweging dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 291. Leiden, 21 November 1902. Ingevolge het bepaalde bij art. 8 der Verordening op het beheer en bestuur van het krankzinnigengesticht »Endegeest" en het sanatorium voor zenuwlijders »Rijngeest" hebben wij de eer U, na raadpleging der commissie van beheer, de volgende voordracht aan te bieden ter benoeming van den geneesheer, die meer in het bijzonder met de behandeling der verpleegden in het sanatorium zal belast zijn: 1°. Dr. A. H. OORT, arts, tweede geneesheer aan het krank zinnigengesticht te Franeker; 2°. J. M. REITSEMA, arts, geneesheer aan het krankzinnigen gesticht «Meerenberg". Onder mededeeling dat het door de commissie van beheer uitgebracht advies in de Leeskamer ter inzage ligt, verzoeken wij u tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 292. Leiden, 19 November 1902. Bij uw besluit van den 20sten Juni 1901 (Zie Ingek. Stuk ken n°. 153) tot reorganisatie van het onderwijs aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, alhier, werd o. a. besloten de tijdelijk aangestelde leeraren bij het in werking treden der reorganisatie bf definitief te benoemen öf wel, voor zoover hunne diensten niet meer noodig mochten zijn, te ontslaan. Aan dit besluit werd tot dusverre geen uitvoering gegeven ten aanzien van den heer J. G. Enders, tijdelijk leeraar in het schrijven, aangezien deze destijds zeer ernstig ongesteld was, en het zelfs twijfelachtig was of hij ooit zijne lessen weder zou kunnen hervatten. De heer Enders is thans echter weer geheel hersteld en heeft zijn taak dan ook sedert geruimen tijd weder op zich genomen. Mitsdien zal thans ook te zijnen aanzien tot de uitvoering van het bovenvermeld besluit kunnen worden overgegaan, waartoe wij de eer hebben u ingevolge art. 4 der Verorde ning op de Kweekschool (Gemeenteblad n°. 8 van dit jaar) de volgende, na overleg met den Districts-Schoolopziener en den Directeur opgemaakte, voordracht aan te bieden: 10. J. G. ENDERS. 2°. S. P. PERDIJK, onderwijzer aan de jongensschool ie klasse. Wij verzoeken U thans tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 293. Leiden, 22 November 1902. Tegen inwilliging van het verzoek van J. de Jong om eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare lagere school der 3de klasse n°. 5, bestaat bij ons college evenmin als bij het hoofd der school bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan J. de Jong op zijn verzoek met ingang van 1 Januari 1903 eervol ontslag te verleenen als onderwijzer aan de openbare lagere school der 3de klasse n°. 5. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 19den November 1902. Edelachtbare Heeren, Bij deze heb ik de eer, U te berichten, dat er tegen de inwilliging van het verzoek van den Heer J. de Jong om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de Openbare School der derde klasse, n°. 5 alhier, met ingang van den eersten Januari 1903, geen bezwaar bestaat. Met verschuldigden eerbied, Het Hoofd der O. L, S. III, 5, W. Koops Azn. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren, De ondergeteekende vraagt beleefd, wegens eene benoeming in Haarlem, met ingang van 1 Januari 1903 eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de Openbare Lagere School 3de klasse n°. 5. Met verschuldigden eerbied UEd. dw. dn. J. de Jong. Leiden, 15 November 1902. N°. 294. Leiden 22 November 1902. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van J. Noest, onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse n°. 2, en het daaromtrent door het Hoofd der school uitgebracht advies, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan J. Noest op zijn verzoek met ingang van 1 Januari 1903 eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking als onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse n°. 2. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 18 November 1902. Naar aanleiding van bijgaand adres, hem toegezonden om te dienen van bericht en raad, heeft ondergeteekende de eer te adviseeren tot toekenning van het door den Heer J. Noest aangevraagd eervol ontslag. Behalve dat de Heer J. Noest reeds eenige jaren zijne aanspraken op pensioen wegens volbracht aantal dienstjaren kan doen gelden, kan ook met het oog op zijne lichaams gesteldheid gezegd worden, dat de tijd van rust voor hem is aangebroken. Het Hoofd der Openbare L. School der 3de klasse n°. 2, M. van Wamelen. Aan den Heer Burgemeester der Gemeente Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Onderge teekende Jacob Noest, onderwijzer aan de Openbare Lagere School der 3de klasse no. 2 alhier, dat hij wegens vergevor derden leeftijd (68 jaar met ruim 43-jarigen diensttijd), uit dien hoofde verzoekt, hem met ingang van 1 Januari 1903 a.s. zijn eervol ontslag als zoodanig wel te verleenen willen, met alle aansprake daaraan verbonden. 't Welke doende, J. Noest. Leiden, 17 Novb. 1902. N°. 295. Leiden, 26 November 1902. Wij hebben de eer U hiernevens ter vaststelling aan te bieden de verordeningen, »regelende de heffing en de invor dering van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 1