160 DONDERDAG 30 OCTOBER 1902. De heer Drucker. M. d. V. Evenmin als de heer van Hoeken ben ik geneigd de belasting hooger te maken dan noodig is. Maar de gemeentelijke dienst heeft zijne eischen. Uit onder vinding weet ik, als lid van de Commissie van financiën let ik daarop allicht eenigszins meer dan een ander lid van den Raad, dat er in den loop van een jaar altijd opkomende behoeften zijn. Er komen in zoo'n tijdsverloop altijd zaken voor, waartegen ook de heer van Hoeken absoluut geen bezwaar kan maken, omdat ook hij erkennen moet dat zij nood wendig zijn. Wordt nu deze post te laag geraamd, dan weet men geen raad; wanneer er bijv. stormschade komt, om iets te noemendan moet er geld wezen om dat te betalen. Over cijfers kan men twisten, maar mij dunkt dat f 12000.niet te hoog is. Het voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 11 stemmen. Voor stemmen de heeren van Tol, Kerstens, Kroon, de Vries, van Dissel, Fockema Andreae, Sijtsma, Witmans, de Goeje, Drucker, Kaiser, L. Driessen, Zaaijer, Van Lidth de Jeude, Aalberse, van Hamel, en de Voorzitter. Tegen stemmen de heerenA. Mulder, Bots, P. J. van Hoeken, Hasselbach, Bosch, Dekhuyzen, Timp, J. P. Driessen, Pera, A. J. van Hoeken J.Jzn. en P. J. Mulder. De Voorzitter Als gevolg van deze beslissing zal deze post moeten worden uitgetrokken op 12678. De Voorzitter. Aan de orde is thans Volgn.36; nplaalse- lijke directe belasting." Ten gevolge van de in de begrooting aangebrachte wijzi gingen moet deze post worden uitgetrokken op 247025.— De heer Witmans. M. d. V. Uw antwoord op mijne vraag heeft mij niet bevredigd, maar ten opzichte van de progressie althans leg ik mij bij dit antwoord neder, omdat naar het mij voorkomt het gevaar niet denkbeeldig is, dat bij hoogere progressie vele vermogenden wellicht de stad zullen verlaten. Maar wel dring ik er nogmaals op aan, of het geen overweging zou verdienen degressie in te voeren voor hen die een minder inkomen hebben dan ƒ900.Dergelijke inkomens te belasten met 4 is werkelijk eene te zware belasting. De Voorzitter. Ik behoef niet te zeggen, dat eene dergelijke vermindering door degressie alleen zou kunnen geschieden door wijziging van de verordening. Burg. en Weth. zullen overwegen of zij termen kunnen vinden, om de verordening in dat opzicht te wijzigen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgn. 36 volgens het voorstel van Burg. en Weth. gewijzigdwordt zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. De begrooting der inkomsten wordt aangenomen met alge- meene stemmen. De begrooting der uitgaven wordt aangenomen met alge- meene stemmen. De begrooting in haar geheel, in ontvangst en uitgaaf ten bedrage van ƒ1215884.— wordt aangenomen met algemeene stemmen. Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergade ring gesloten. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 10