144
DONDERDAG 2
OCTOBER 1902.
De heer Pera. Het verbaast mij dat de heer Mulder niet
op dezelfde wijze geredeneerd heeft toen daar straks aan de
orde was het voorstel om den heer van der Jagt eene gratificatie
te verleenen van f 200.voor de tijdelijke waarneming
van het bestuur eener school. Die tijdelijke toestand heeft nu
ook opgehouden en de heer van der Jagt ontvangt weder zijn
vroeger tractement. Volgens de redeneering van den heer
Mulder, zou nu ook de heer van der Jagt die ^OO.—boven
zijn tractement moeten blijven behouden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Art. 2 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De artikelen 3 tot en met 9 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Verordening in haar geheel wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
XXI. Vaststelling van de verordening, houdende Reglement
op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht
»Endegeest" en het Sanatorium voor zenuwlijders «Rhijngeest".
(Zie Ing. St. n<>. 233).
Er worden geen algemeene beschouwingen gevoerd.
Beraadslaging over art. 1 luidende:
»Het gesticht Endegeest is bestemd voor de verpleging van
ten hoogste 377 krankzinnigen van de derde klasse en zal
behooren te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de
Provinciale Staten der provincie Zuid-Hollandin hunne ver
gadering van 12 Juli 1895.
Hel sanatorium Rhijngeest is bestemd voor de verpleging
van lijders aan organische en functioneels zenuwziekten.
De Gemeenteraad bepaalt, voor zooveel het gesticht Endegeest
betreft met inachtneming van het bovenvermelde besluit der
Provinciale Staten, het bedrag der verplegingskosten en de
verdere voorwaarden tot opneming en verpleging."
De heer van Dissel. Uit de laatste alinea van art. 1 zooals
die hier staat, zou men kunnen opmaken dat de Gemeente
raad enkel voor het gesticht Endegeest de verpleegkosten en
de verdere voorwaarden tot opneming vaststeltdoch niet voor
Rhijngeest. Daarom zou ik in die alinea eenige woorden
willen omzetten en aldus lezen: »De Gemeenteraad bepaalt
het bedrag der verplegingskosten en de verdere voorwaarden tot
opneming en verpleging; voor zooveel het gesticht Endegeest
betreft met inachtneming van het bovengemelde besluit der
Provinciale Staten.
De Voorzitter. Burg. en Weth. kunnen zich met deze om
zetting wel vereenigen.
Het gewijzigde art. 1 wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Art. 2—15 en de Verordening in haar geheel worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.