448 Art. 48. Alle ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de inrich tingen geschieden door of namens den Geneesheer-Directeur, die daarvoor de volle verantwoordelijkheid draagt. Indien de geldenwelke hij uit dien hoofde onder zich heeft, de som van f 4000— overschrijdenis hij verplicht het surplus zoo spoedig mogelijk ten kantore van den Gemeente- Ontvanger te deponeeren. Art. 19. In verband met art. 12 zal de Geneesheer-Directeur, wat de beschikking over de verschillende posten van uitgaaf der begrooting betreftzich te gedragen hebben naar de voorschriften, hem daartoe door de Commissie van Beheer verstrekt. Art. 20. Na afloop van elk kwartaal wordt door den Geneesheer- Directeur zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand aan de Commissie van Beheer een staat overgelegd van het geen over dat kwartaal op de verschillende artikelen der be grooting moet worden ontvangen of uitgegeven. Art. 21. Hij benoemt, schorst en ontslaat de beambten, niet genoemd in art. 44, de bedienden en de werklieden, onverminderd zijne verplichting om aan de Commissie alle door haar verlangde inlichtingen dienaangaande te verschaften. Behoudens hetgeen elders in dit reglement omtrent den boekhouder en den huismeester wordt bepaaldregelt ook hij de wijze, waarop bij ontstentenis, ziekte of afwezigheid van de andere ambtenaren en beambten tijdelijk in hunnen dienst zal worden voorzien. Moet die tijdelijke voorziening langer dan acht dagen duren, dan beslist daaromtrent de Commissie. Art. 22. Met inach tneming van het bepaalde bij art. 15, eerste alinea, is de Geneesheer-Directeur met de overige geneesheeren be last met de verzorging en de genees-, heel- en zielkundige behandeling der verpleegden, alsmede met de genees- en heel kundige behandeling van het in de inrichtingen of op de daarbij behoorende terreinen wonende personeel. Hij regelt de verdeeling dier taak tusschen zicbzelven en de overige geneesheeren, behoudens hetgeen dienaangaande in hunne instructie mocht worden bepaald. Tot hunne taak behoort verder de opleiding van het ver plegend personeel, een gestadige controle van dat personeel, ook des nachtsen de bevordering van het verrichten van ar beid door de verpleegden. Zij zorgen voor het tijdig inroepen van geestelijken bijstand voor de verpleegden. Art. 23. De Geneesheer-Directeur brengt jaarlijks vóór den4sten Maart aan de Commissie van Beheer een omstandig schriftelijk ver slag uit, betreffende den toestand van de beide inrichtingen gedurende het vorige jaar. Art. 24. Hij is verplicht de voor hem bestemde woning op het kasteel j>Endegeest" te betrekken. Hij is bevoegd gedurende ten hoogste twee achtereenvol gende dagen, doch nooit meer dan een nacht, zonder verlof afwezig te zijn, mits hij hiervan den Voorzitter der Commissie vooraf kennis geve en behoudens zijne verantwoordelijkheid voor den goeden gang van zaken. Voor eene afwezigheid van langeren duur behoeft hij verlof van de Commissie van Beheer. In spoedeischende gevallen kan dit echter door haren Voorzitter worden verleend. Ingeval hij door ziekte verhinderd is zijn dienst waar te nemen, geeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan den Voor zitter der Commissie. HOOFDSTUK IV. Van de overige geneesheeren. Art. 25. Onverminderd hetgeen reeds ten aanzien der overige genees heeren bepaald is in de artikelen 15 en 22, zijn zij verplicht den Geneesheer-Directeur in alles, wat den geneeskundigen dienst betreft, hun bijstand te verleenen. Voor den geneesheer op y>Rhijngeesten den geneesheer, die hem vervangt, geldt bovendien diezelfde verplichting tegenover den hoogleeraar in de psychiatrie, voor zoover het de genees kundige behandeling der zenuwlijders betreft. Art. 26. Bij ontstentenisziekte of afwezigheid van den Geneesheer- Directeur neemt de oudste in diensttijd der overige genees heeren diens betrekking waar, zoolang geene andere regeling is getroffen. Art. 27. Voor zoover hun geen woning op de terreinen der inrich tingen is aangewezen, zijn zij verplicht zich te vestigen in de onmiddellijke omgeving daarvan, ter beoordeeling van de Commissie. Art. 28. Het uitgaan der geneesheeren wordt door den Voorzitter der Commissie in overleg met den Geneesheer-Directeur, en voor zoover noodig, na raadpleging van den Hoogleeraar, ge regeld. Verlof van langeren duur dan 4 etmalen wordt hun door de Commissie verleend, of in spoedeischende gevallen door haren Voorzitter. Dit moet echter steeds door tusschenkomst van den Geneesheer-Directeur worden aangevraagd. Voor kor- teren tijd kan het worden verleend door den Geneesheer- Directeur. Art. 29. De assistent van den hoogleeraar in de psychiatrie wordt buiten bezwaar van de gemeentekas aangesteld tot geneesheer van het krankzinnigengesticht vEndegeest.''' HOOFDSTUK V. Van de geestelijken. Art. 30. De geestelijken voorzien in de godsdienstige behoeften der verpleegden in Endegeest. Daartoe wordt door hen op den wekelijkschen rustdag en groote kerkelijke feestdagen eene algemeene godsdienstoefening gehouden, moeten zij de hun aangewezen verpleegden van tijd tot tijd afzonderlijk toespreken en zijn zij verplicht den zieken en stervendenbij wie zij ge roepen worden, geestelijken bijstand te verleenen. Bij hunne toespraken tot de verpleegden moeten zij rekening houden met den raad en de voorlichting der geneesheeren, terwijl ieder geestelijke voorts verplicht is zich te onthouden van bemoeiingen met verpleegden, die niet tot zijn kerkge nootschap behooren. Art. 31. Verlof van langeren duur dan 4 etmalen wordt hun door de Commissie, of in spoedeischende gevallen door haren Voor zitter, verleend en door tusschenkomst van den Geneesheer- Directeur aangevraagd. HOOFDSTUK VI. Van den administratie ven- en huisdienst. Art. 32. De Geneesheer-Directeur wordt in zijne administratieve en huishoudelijke werkzaamheden bijgestaan door een boekhouder en een huismeester. Deze zijn, behalve met die werkzaamheden, welke hun bij instructie of, bij gebreke daarvan, door den Geneesheer- Directeur mochten worden opgedragen, meer in het bijzonder belast met de werkzaamhedenwelke uit de volgende bepalingen voortvloeien. Art. 33. De boekhouder is den Geneesheer-Directeur behulpzaam: a. in het bijhouden der boeken, staten en registers, welke door de wet of dit reglement worden voorgeschreven of door de Commissie van Beheer worden verlangd; b. in het ontwerpen der jaarlijksche begrooting van ont vangsten en uitgaven en het opmaken der jaarlijksche rekening en verantwoording c. in het uitschrijven der rekeningen ten bate en in het verifieeren van die ten laste van de inrichtingen. Art. 34. Behoudens het in het 2e lid van dit artikel bepaalde, ge schieden geene betalingen, dan krachtens bevelschrift van de Commissie van Beheer. De uitbetaling van kleine dagelijksche behoeften en van de loonen der bedienden en werklieden kan op afzonderlijke quitanties of betaalsrollen geschieden en door den Geneesheer- Directeur aan den Boekhouder worden opgedragen. Deze laatste is mede belast met het opmaken der in het 4e lid bedoelde mandaten. Art. 35. De boeken en de kas moeten desverlangd aan de leden van de Commissie worden vertoond. De maandcommissaris is ver plicht daarvan ten minste tweemaal per maand inzage te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 6