GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
iraEKonra stukken.
143
N°. 248. Leiden, 30 September 1902.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Mej. W.
van Steenbergen om eervol ontslag uit hare betrekking van
hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool aan de
Groenesteeg en onder mededeeling, dat tegen inwilliging daar
van bij ons college zoo min als bij de Commissie voor de
Bewaarscholen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging
aan Mej. W. van Steenbergenop haar verzoek, met ingang
van 1 Januari 1903 op de meest eervolle wijze ontslag te ver-
leenen als hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool
aan de Groenesteeg, alhier, onder dankbetuiging voor de vele
goede diensten, gedurende haar 32-jarige werkzaamheid in
dienst der gemeente bewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 29 September 1902.
Door mejuffrouw W. van Steenbergenhoofdonderwijzeres
van de openbare bewaarschool in de Groenesteeg alhier, is
wegens hoogen leeftijd eervol ontslag uit hare betrekking
tegen 1 Januari 1903 aangevraagd. Mej. van Steenbergen heeft
over een reeks van jaren het bewaarschoolonderwijs gediend.
Eerst was zij '16 jaren hoofd van de bijzondere bewaarschool;
daarna, sedert 1 Januari 1871, toen deze inrichting door de
gemeente werd overgenomen, nog 32 jaren van de opénbare
bewaarschool, d. i. 48 jaren te zamen.
Mej. van Steenbergen heeft haar lang leven met ijver aan
de opvoeding van jonge kinderen besteed. Zij heeft daardoor
aanspraak op den dank van velen, wier eerste ontwikkeling
zij heeft geleid.
De Commissie voor de Bewaarscholen stelt U voor aan mej.
W. van Steenbergen tegen 1 Januari" 1903 op de meest eer
volle wijze uit hare betrekking van hoofdonderwijzeres van
de openbare bewaarschool aan de Groenesteeg ontslag te ver-
leenen onder dankbetuiging voor de vele en goede diensten,
aan het bewaarschoolonderwijs in deze gemeente bewezen.
De Commissie toor de Bewaarscholen
J. A. van Hamel, Voorzitter.
J. Wuyster, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Leiden, 25 September 1902.
De ondergeteekende geeft met verschuldigden eerbied te
kennen Wilhelmina van Steenbergen, hoofdonderwijzeres van
de openbare bewaarschool Groenesteeg alhier, dat zij wegens
hoogen leeftijd hare betrekking wenscht neer te leggen, reden
waarom zij U beleefd verzoekt haar eervol ontslag te verlee-
nen tegen 1 Januari 1903 a. s.
't Welk doende, enz.
W. van Steenbergen.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°, 249. Leiden, 4 October 1902.
Ten gevolge van het besluit Uwer Vergadering, genomen
bij de vaststelling der «Verordening betreffende de inwendige
regeling van het herhalingsonderwijs en de toelating van de
leerlingen" op 2 September jl., om het herhalingsonderwijs
voor meisjes in het vervolg te geven in de school aan de
Langebrug in plaats van in die aan de Van der Werfstraat,
zullen de localen in eerstgenoemde school niet langer ter be
schikking kunnen worden gesteld van de Leidsche fabrieks
school, door wie daarvan gebruik werd gemaakt krachtens
de door U bij uw besluit van den 16en Maart 1899 (Ingek.
St, n°. 34) verleende vergunning.
Door het bestuur der fabrieksschool wordt daarom bij nevens
gaand adres verzocht in het vervolg eenige localen van de
school in de Van der Werfstraat te mogen gebruiken.
Naar ons bij onderzoek bleek, bestaat daartegen geenerlei
bezwaar. Mitsdien geven wij U in overweging uw besluit van
den 16en Maart 1899 in dier voege te wijzigen, dat daarin
zal worden gelezen «School aan de Van der Werfstraat" in
plaats van «School aan de Langebrug".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van loeiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekenden Mr. H. L. Drucker, A. E. van KempenKarei van
Wensen, Dr. A. H. Pareau, F. Driessen en J. Wuyster,
te zamen uitmakende het Bestuur der Fabrieksschool,
dat hun bij besluit van uwen Raad van 16 Maart 1899 voor
de meisjesafdeeling van genoemde school het gebruik is toe
gestaan van enkele lokalen der openbare school aan de
Langebrug
dat zij thans deze localen moeten verlaten, omdat ze voor
het gemeentelijke herhalingsonderwijs worden in gebruik
genomen
dat het alleszins in het belang der gemeente is, het door
hen gegeven, voor fabriekarbeidsters zoo onontbeerlijke on-
dérwijs voort te zetten,
dat zij daarom beleefd verzoeken, op Maandag, Dinsdag,
Woensdag en Donderdag des avonds van halfacht tot halftien
gebruik te mogen maken van enkele lokalen der openbare
school aan de Van der Wérfstraat.
Hetwelk doende,
H. L. Drucker.
A. E. van Kempen.
Karel van Wensen.
Leiden, September 1902. A. H. Pareau.
Fel. Driessen.
J. Wuyster.
N°. 250. Leiden, 4 October 1902.
Aangezien de verordening op de heffing van schoolgeld
aan de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen
geen terugbetaling van schoolgeld toelaat aan hen, die in
den loop van het kwartaal de school verlatengeven wij U
in overweging afwijzend op het hierbijgaand verzoek van W.
Landzaat te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtb. Heeren!
Geef met verschuldigde eerbied te kennen, Willem Land
zaat, gep. Hoofdinspecteur van politie alhier, wonende Witte
Singel No. 66,
dat mijn zoon Willem Pieter, leerling der kweekschool voor
Onderwijzers etc., thans is geplaatst als volontair bij het
Instructie Bataillon te Kampen, en sedert de 11. vacantiege
noemde school niet meer heeft bezocht.
Redenen waarom adressant UEdel achtbaren beleefd ver
zoekt het door hem betaalde schoolgeld voor het 2e kwartaal
wel te willen restitueeren.
'tWelk met de meeste achting is doende,
Leiden1791902. W. Landzaat.
N°. 251. Leiden, 4 October 1902.
Ingevolge het bepaalde bij de le alinea van art. 5 der
Verordening van den 15en Mei 1902 tot regeling van de
jaarwedden der leeraren aan het gymnasiumwordt voor tijde
lijke leeraren het bedrag hunner jaarwedde telkens bij hunne
aanstelling bepaald.
Bij de onlangs plaats gehad hebbende benoeming van Dr.
de Graaff tot leeraar in de Natuurlijke Historie aan het gym
nasium werd verzuimd dit artikel na te leven.
Dit verzuim laat zich verklaren, doordien een tijdelijke be
noeming aanvankelijk niet in de bedoeling lag, maar Dr. de
Graaff zelf bij zijne sollicitatie eene benoeming voor één jaar
heeft verzocht.
Intusschen zal thans alsnog het bedrag zijner jaarwedde
door Uwe Vergadering moeten worden bepaald. En aangezien
nu de oproeping van sollicitanten uit den aard der zaak op
het door de verordening voor buitengewone leeraren (dat zijn
zijdie in den regel minder dan 10 lesuren 's weeks hebben)
vastgestelde tractement heeft plaats gehad, schijnt het ons
regelmatig, dat thans ook het salaris op dat bedrag worde
bepaald, te weten op f 900,— voor 9 wekelijksche lesuren
(waaronder begrepen één, waarmede het werkelijk gegeven
aantal lesuren wordt verhoogd, omdat het het onderwijs in
de Natuurlijke Historie betreft).
Onder mededeelingdat curatoren van het gymnasium geheel
van hetzelfde gevoelen zijn, geven wij u dus in overweging
de jaarwedde van Dr. de Graaff te bepalen op f 900,—.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.