131
Art. 6.
De commissie kan, behoudens hare bevoegdheid zich zoo
te^bedienpn 5 V00rIichting van andere deskundigen
werta Spet e" ,a° direC,eU'' der «emeen,e-
Art. 7.
De commissie is bevoegd ten allen tijde voorstellen, die zij
!ht r j"8 van de onder haar beheer staande inrichtingen
acntbij den Raad in te dienen.
Art. 8.
hpneomTeesheer-d recteur en de overige geneesheeren worden
benoemd door den Raad uit een door Burgemeester en Wet-
Jwm' na( raadPleging der commissie, opgemaakte voor-
wprkh-pHVan A Per®onen- De overige beambten, alsmede de
werklieden worden door de commissie aangesteld, voor zoo-
iui Tg f h6t Huishoudelijk Reglement niet is
is toegekend aan den directeur.
De tot aanstelling bevoegde macht is tevens bevoegd tot
schorsing en ontslag, behoudens echter de bevoegdheid van
fjrZT 0nVn afvvachti"g van hetgeen nader door den
Raad mocht worden beslist, tot eene voorloopige schorsing
van den tweeden en verdere geneesheeren over te gaan
De commissie is verplicht zulk een door haar uitgesproken
voorloopige schorsing binnen tweemaal vierentwintig uren
ter kennis te brengen van den Raad.
Leideii, 17 September 1902.
Art. 9. A
De jaarwedden van den geneesheer-directeur en de overige
E-heeren worden door den Raad, op een daartoe door
t! Znee Wethouders, na raadgleging der commissie,
te doen voorstel, vastgesteld.
wJïrf, bezoldigingen der overige beambten en der werklieden
worden door de commissie geregeld.
Art. 10.
Het huishoudelijk reglement voor de beide inrichtinqen en
de instructien van den geneesheer-directeur en de overige
geneesheeren worden door den Raad vastgesteld.
De instructien van de overige beambten worden vastgesteld
door de commissie.
Art. 11.
De dagelijksche leiding van den dienst in de beide inrich
tingen berust bij den geneesheer-directeur, die daarbijvoor
zoover het sanatorium betreftin overleg treedt met den hoog
leeraar in de 'psychiatrie aan de rijks-universiteit te Leiden
aan wien de leiding der geneeskundige behandeling van de
zenuwlijders is opgedragen.
Bij ontstentenis of verhindering van den hoogleeraar heeft
de geneesheer-directeur de leiding van de behandeling dezer
De overige geneesheeren en het geheele verdere personeel
der inrichtingen zijn den geneesheer-directeur ondergeschikt
behoudens het opperbestuur van de commissie.
Art. 12.
De commissie zendt jaarlijks vóór 1 Juni eene begrooting
van ontvangsten en uitgaven betreffende de exploitatie der
beide inrichtingen voor het eerstvolgende jaar aan Buree-
meester en Wethouders in.
Art. 13.
Jaarlijks vóór 1 Mei legt de commissie de rekening over
het vorige jaar, vergezeld van de noodige bescheiden, aan
Burgemeester en Wethouders over, door wie de rekeriin* ter
goedkeuring aan den Gemeenteraad wordt aangeboden
Zij doet deze vergezeld gaan van een verslag omtrent den
toestand van de beide inrichtingen en den gang der exploitatie.
Bit verslag zal in druk aan de leden van den Raad worden
toegezonden.
Art. 14
De modellen voor de begrooting en de rekening worden
door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
Art. 15.
Binnen veertien dagen na -alloop van elk kwartaal wordt
door de commissie aan Burgemeester en Wethouders een
staat ingezonden van de op den laatsten dag van ieder kwar
taal in »Endegeest" aanwezige verpleegden, met vermelding
worden11 en voor wiens rekening zij verpleegd
No. 234.
Overeenkomstig dé u vroeger gedane toezegging hebben
wij de eer u hierbij een tweetal concept-verordeningen aan
te bieden, regelende de eene het onderwijs in de gymnastiek
aan het gymnasium, de middelbare scholen, de kweekschool
en de openbare lagere scholen, en de andere het onderwijs
in het teekenen aan de middelbare scholen, de kweekschnnl
en de openbare lagere scholen, alhier.
In deze ontwerpen, waaraan thans ook het onlangs voor de
leeraren van het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool
aangenomen stelsel van salariëering gedeeltelijk ten grond
slag ligt, zijn de bezoldigingen der verschillende leeraren en
leeraressen thans zoodanig geregeld, dat zij in verband met
de aan de andere leeraren van Gymnasium en Hoogere
Burgerschool toegekende verhoogingen, voor het tegenwoordige
personeel een billijke verhooging zullen ondergaan
Indien toch deze wijziging in de salarisregeling door Uwe
Vergadering wordtaangenomen, dan zal, wat het onderwijs in
de gymnastiek betreft, de heer Bader, die thans 36 lesuren
geeft, een wedde erlangen van 36 X ƒ50.— 1800 texren
school en ƒ1120.- aan de lagere schoi^) de heer'deViSS
38 V /40Uren' Tta9°n aan l1onAgymr'asium, eene van
38 X /40.— /lo20.—tegen ƒ1200— thans (nl. ƒ100—
aan de H. B. S.; 200.— aan het gymnasium; 100—
aan de kweekschool en 800.- aan de lagere scholen); de
heer Henner bij 38 lesuren, waaronder 2 aan het gymnasium
eveneens eene van f 1520- tegen 1200- gfhans (nb
200.— aan het gymnasium, f40— aan de H. B. S ƒ80
aan de kweekschool en f 680— aan de lagere scholen be
nevens eene personeele toelage van ƒ200-), terwijl eindelijk
P .R'®eeuw blJ 25 lesuren een wedde van 25 X 50
i u~n Zc erlangen. tegen 1000— thans (nl 300—
/nn /°,°r melsJes- 240— aan de kweekschool
en f 460.aan de lagere scholen).
En wat het ondervnjs in het teekenen betreft zoo zal de heer
Kosters, die thans een vaste wedde heeft van f 2100 inl
1800- aan de H B. S. en 300- aan de kweekschool),'
bil een aantal van 3j lesuren een wedde erlangen van 35 X
US'Twvh r? vefdient de heer Kosters op dit oogen-
U Hpiui? ?'7. Tw gevo]g van de hem verstrekte
tijdelijke opdiacht tot het geven van 9 lesuren aan de kweek
school, vroeger door mej. Tonnet gegeven, welke lessen over
eenkomstig uw besluit van 23 Mei 1901 (Ing. Stukken n» 1311
met die aan de meisjesschool 2e klasse in het vervolg aan
een afzonderlijke leerares zullen moeten worden opgedragen.
Het behoeft dan ook geen betoog, dat het overladen van een
zelfden persoon met 44 a 46 wekelijksche lesuren op den duur
met anders dan schadelijk op het onderwijs zou kunnen werken.
V andaar dan ook dat nu in deze verordening eene afzonderlijke
leerares wordt genoemd voor de kweekschool en de meisjes
school 2e klasse, wier wedde bij het tegenwoordig aantal van
15 wekelijksche lesuren (9 aan de kweekschool en 6 aan de
meisjesschool) zal afwisselen van 750.tot 1050al
naar het aantal harer dienstjaren.
Eindelijk zal de wedde van de leerares aan de H B S
o-j°7 overeenkomstig uw bovengenoemd besluit van
23 Mei 1J01, bij een maximum van 14 lesuren ƒ700— bedragen
na 2 jaren dienst tot 800— te verhoogen, waaraan thans
nog overeenkomstig den wensch der Commissie van Toezicht
toegevoegd? Verh°°ging Van f 10°- na 4W« dienst is
Met de thans voorgestelde regeling, waarmede blijkens het
boven medegedeelde een niet onbelangrijke verbetering in de
financieele positie der leeraren gepaard gaat, kunnen zich
zoowel het Col ege van Curatoren als de Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs en de Plaatselijke Schoolcom
missie, blijkens hunne in de Leeskamer ter inzage liggende
rapporten, in hoofdzaak vereenigen. Aan de meeste der door
hen geopperde bedenkingen is dan ook in de thans voorge
dragen concepten te gemoet gekomen. Voor zoover wij echter
gemeend hebben aan enkele dier opmerkingen geen gevolg
te doelen" S6Ven' Wenschen wij hier nog het volgende mede
Zoo schijnt bij curatoren nog wel eenig bezwaar te bestaan, dat
door ons geen onderscheid gemaakt is in de bezoldiging van het
onderwijs in de gymnastiek aan het gymnasium en de H. B S
en aan de lagere scholen. Te dien aanzien merken wij even
wel op, dat het met wel mogelijk is bij de vaststelling
van een algemeene, uniforme regeling van dit onderwijs voor
de verschillende onderwijsinrichtingen tevens onderscheid te
maken in de bezoldiging, al naar de uren aan de eene dan
wel aan de andere inrichting gegeven worden. Dan toch zouden
in de verordening verschillende tabellen van bezoldiging voor
de verschillende onderwijsinrichtingen moeten worden opge-
nomen, maar nog daargelaten dat een dergelijke regeling uit den
aard der zaak op een vrij willekeurigen grondslag zou moeten
steunen, ware het dan toch veel eenvoudiger en regelmatiger de
VdllCYllCYl.