GEMEENTERAAD YAN LEIDEN.
123
NO. 213.
IJfGEKOIIEJï STUKKEHf.
Leiden, 19 Augustus 1902.
Aan den Gemeenteraad.
No. 214.
Leiden20 Augustus 1902.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelendat zij, wanneer door U wordt besloten tot
beschikbaarstelling van gelden voor de herstelling van de ver
warmingsinrichting in de Stads-Gehoorzaal (lngek. Stukken
n°. 193) en tot toekenning van eene subsidie in de kosten van
de restauratie van de kerkramen der Hervormde Kerk te
Oudshoorn (Ing. Stukken n°. 185), geene bedenking heeft tegen
de vaststelling der overgelegde begrootingsstaten, zoodat zij U
in dat geval in overweging geeft tot de vaststelling dier staten
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
N°. 215. Leiden, 21 Augustus 1902.
Ter vervulling der plaats, die in September e. k. in ons
college zal openvallen door de periodieke aftreding van den
heer Mr. H. L. Drucker, hebben wij de eer U, overeenkomstig
art. 2 der Verordening van 7 Mei 1896, aan te bevelen:
lo Mr. H. L. DRUCKER.
20. Mr. A. VAN DER ELST.
De Commissie van Toezicht op het
M iddelbaar Onderwijs
H. A. Lorentz, Voorzitter.
H. M. A. Coebergh, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 216. Leiden, 22 Augustus 1902.
Ingevolge art. 2 van het «Reglement op het beheer en be
stuur van het gesticht «Endegeest", hebben wij de eer U, ter
vervulling der vacature, welke zal ontstaan door de periodieke
aftreding van Mr. E de Vries als lid der Commissie van Be
heer, na raadpleging dier commissie de volgende aanbeveling
aan te bieden
lo. Mr. E. DE VRIES.
20. Mr. L. M. J. H. KERSTENS.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 217.
Leiden, 22 Augustus 1902.
Na daaromtrent met den Minister van Financiën gevoerde
onderhandelingen zijn wij er, blijkens diens in de Leeskamer
ter inzage liggend schrijven, in geslaagd Zijne Excellentie te
bewegen de beide voor den dienst der Rijksbelastingambte
naren in het administratiegebouw van het openbaar slacht
huis aangewezen vertrekken namens het Rijk tegen een jaarlijk-
schen huurprijs van ƒ300.— in huur te nemen voor den tijd
van 10 jaren, «onder voorwaarde, dat voor rekening der ge
meente wordt voorzien in de meubileering, verwarming, ver
lichting en het schoonhouden der lokalen en in het gratis
verstrekken van duinwater, terwijl mede door de gemeente
aan den inspecteur der directe belastingen, wiens kantoor-
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten,
dat het onderzoek dei' rekening van de ontvangsten en uit
gaven der gemeente over het jaar 1901 haar tot geene beden
kingen aanleiding heeft gegeven.
Zij adviseert U mitsdien die rekening goed te keuren door
vaststelling van het besluit, opgenomen in n°. 211 der Inge
komen Stukken.
Voorts heeft de Commissie geene bezwaren tegen de door
Burgemeester en Wethouders in hun rapport van 31 Juli jT.
(Ingek. St. n°, 195) voorgestelde verhooging van de begrooting
voor 1902 met een bedrag van ƒ243212.005 ten behoeve van
de daarbij genoemde werken.
Zij adviseert daarom tot vaststelling van den daarop betrek
king hebbenden staat model C te besluiten.
De Commissie van Financiën.
lokalen gevestigd zijn in het belastinggebouw aan de Steen-
schuur, de middelen moeten worden verschaft om zich kosteloos
telephonisch in verbinding te stellen met de aan het slacht
huis vertoevende ambtenaren."
Het komt ons voor dat deze voorwaarden alleszins aanne
melijk mogen worden geacht.
Immers, dat de gemeente zorgt voor de meubileering der
haar toebehoorende vertrekken spreekt, dunkt ons, van zelf.
Bovendien kan die meubileering zeer eenvoudig zijn. En de
verlichting en verwarming zullen geen hooge uitgaven eischen,
aangezien de vertrekken des avonds niet gebruikt worden. En
evenmin kan het schoonhouden der beide vertrekkenwaar
immers het geheele gebouw van gemeentewege wordt schoon-
gehoudengroote uitgaven medebrengen. Ook tegen het gratis
verschaffen van duinwater, kan, dunkt ons, bij de overgroote
massa duinwater, welke op het slachthuis verbruikt wordt,
-geen bezwaar bestaan. En de eisch, dat de ontvanger in het
belastinggebouw aan de Steenschuur kosteloos in de gelegen
heid worde gesteld zich telefonisch met zijn beambten aan
het slachthuis te onderhouden, kan zeker allerminst onbillijk
worden geacht. g
Bedenkt men nu verder, dat het voor den goeden gang van
zaken op het slachthuis van het grootste belang is, dat de
rijksbelastingambtenaren, die met de inning van en de veri
ficatie voor den accijns zijn belast, op het terrein van het
slachthuis zitting houden en dat bij de U vroeger overgelegde
raming der exploitatiekosten van het slachthuis slechts op eene
tegemoetkoming voor dit doel van het Rijk van ƒ50.— sjaars
werd gerekenddan mogen de voorwaardenwaaronder het
Rijk bereid is de bedoelde vertrekken te huren, zeker alles
zins in het belang der gemeente worden geacht. Ook de duur
van de huur, door den Minister bepaald op 10 jaren, kan dan
ook zeker geen bezwaar ontmoeten.
Mitsdien geven wij U in overweging de beide in het admi
nistratiegebouw van het openbaar slachthuis voor de rijksbe
lastingambtenaren aangewezen vertrekken aan het Rijk te
verhuren voor den tijd van 10 jaren, ingaande op een nader
in overleg met den Minister van Financiën te bepalen tijdstip,
tegen een huurprijs van ƒ300.'sjaars en overigens onder
de door den Minister noodig geachte U bovenmedegedeelde
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 218. Leiden26 Augustus 1902.
In overleg met den arrondissements-schoolopziener en na
ingewonnen bericht van het hoofd der school, hebben wij de
eer U de volgende voordracht aan te bieden voor de benoeming
van eene 3e onderwijzeres in de handwerken aan de openbare
lagere school der 3e klasse n°. 5, ter voorziening in de vacature
ontstaan door het aan Mej. M. G. A. van Sermondt verleend
eervol ontslag:
1°. Mej. A. E. DRIESENS, 4e onderwijzeres aan de school 3e
klasse n°. 5;
2°. Mej. S. E. VAN DER WIEL, 4e onderwijzeres aan de
school 4e klasse n°. 1 en
3°. Mej. S. C. J. DE WEKKER, 4e onderwijzeres aan de school
3e klasse n°. 1.
Wij verzoeken U alsuu tot eene benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 219. Leiden, 26 Augustus 1902.
Ter vervulling van de vacature van onderwijzeres aan de
openbare lagere school der 3e klasse n(). 3, ontstaan tengevolge
van het aan Mej. J. E. Pillard verleend eervol ontslag, hebben
wij de eer U, in overleg met den arrondissements-schoolop
ziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school, de
volgende voordracht aan te bieden
1°. Mej. M. K. VAN WIJK, tijdelijk werkzaam aan de school
3e klasse n°. 3;
2°. Mej. M. C. VAN CAMPEN, tijdelijk werkzaam aan de school
3e klasse n°. 1; en
3°. Mej. M. S. DEN BLAAUWEN, tijdelijk werkzaam aan de
school 2e klasse voor Jongens en Meisjes.
Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de Lees
kamer ter inzage liggen, verzoeken wij U alsnu tot eene be
noeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.