100 III. 1° ABRAHAM BOEK WIJT, woonplaats Leiden, ge boren 21 Februari 1828, stucadoor; 2° WILLEM CORNELIS MIJLDER, woonplaats Leiden, geboren 28 Februari 1850, architect,. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 189. Leiden, 11 Juli 1902. Aangezien noch bij de commissie van fabricage, noch bij ons college bezwaar bestaat tegen de inwilliging van nevens gaand verzoek van Gebrs. M. en N. Couvee, mits daaraan de gebruikelijke voorwaarden worden verbonden, geven wij Uwe Vergadering in overweging: a. aan de Gebrs. M. en N. Couvee, behoudens rechten van derden, vergunning te verleenen tot demping van een ge deelte der sloot langs den Witten Singel, over een lengte van 22 Meter, gelegen vóór de perceelen nis. 47a, 476, 47c en 47d, onder de navolgende voorwaarden: 1°. dat het te dempen gedeelte sloot worde ontdaan van bodem- en drijfvuil en worde aangevuld met zuiver zand tot nader door ons college aan te geven hoogte; 2°. dat over de lengte van het gedempte gedeelte sloot een riool worde gelegd, inwendig wijd 40X60 cM. van cementen bodem en kruinstukken op doorgaande grondplank en met den bodem binnenwerks op 1.15 M. N. A. P.; 3°. dat het riool aan het Zuidelijk uiteinde worde voorzien van een aan het overwelfde gedeelte sloot aansluitende ruim- damkast van klinkers in sterke trasspecie op een houten rooster werk en met eene inwendige wijdte van 3X^ M. en een hoogte van 1.20 M., een wand-en bodemdikte van 27 cM., met den bodem binnenwerks op 1.30 M. N. A. P., welke ruimdam- kast moet worden afgedekt met gegalvaniseerd gegolfd ijzeren platen en zoodanig ingericht, dat zoowel de overwelfde sloot als het riool daarin uitmonden en elk dezer afzonderlijk kun nen worden afgedamd; 4°. dat tot afvoer van hemelwater in den Singelweg vóór de gedempte sloot een gegoten ijzeren straatkolk worde geplaatst van het model, bij de gemeente in gebruik, en deze door middel van verglaasd Engelsch-aarden buizen, wijd inwendig 20 cM., met het riool worde verbonden; 5°. dat het materiaal eigendom worde van de gemeente en deze bevoegd zal zijn in de ligging van het riool ten allen tijde zoodanige wijzigingen te brengen als noodig zullen blijken; 6°. dat aan het noordelijk uiteinde van de gedempte sloot een houten schoeiing worde gesteld, voorzien van een ijzeren hek van voldoende sterkte, ter beoordeeling van ons college; 7°. dat alle werken ten genoegen van ons college worden uitgevoerd 8°. dat daags vóór den aanvang van het werk daarvan kennis worde gegeven op het bureau van Gemeentewerken; 9°. dat deze vergunning vervalt wanneer daarvan vóór 15 October 1902 geen gebruik is gemaakt. b. den door demping verkregen grond aan Gebrs. Couvee voornoemd tot wederopzeggens ten gebruike af te staan, ten einde tot tuin te worden ingericht, tegen betaling van 0 05 per M.J, en onder voorwaarde: 1°. dat de grond van den openbaren weg worde afgescheiden door een ijzeren hek op steenen voet, waarvan teekening en constructie vooraf door ons college moeten worden goedge keurd 2°. dat de gemeente ten allen tijde in de gelegenheid gesteld worde om, zoo noodig, het riool te doen reinigen of daarop aansluitingen te maken en voorts onder mededeeling, dat op de eerste aanzegging van ons college de tuintjes moeten worden opgeruimd en het terrein weder ter beschikking van de gemeente moet worden gesteld, zoodra daaraan, hetzij ten behoeve van ver breeding van den Singelweg of uit anderen hoofde behoefte zal ontstaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Met verschuldigden eerbied verzoeken ondergeteekenden M. Couvee en N. Couvee, eigenaren van de perceelen aan den Witten Singel n°. 47 A, B, C en D, om de sloot, liggende voor voornoemde perceelente mogen dempen en rioleerenden verkregen grond af te sluiten met een ijzeren hekwerk van den openbaren weg en dezen grond te mogen gebruiken als voortuintjes. Uw onderdanige Dienaren M. Couvée. N. Couvée. Leiden, 27 Juni 1902. N°. 190, Leiden, 16 Juli 1902. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen dat zij tegen de in hare handen gestelde staten van af- en overschrijving op de begrootingen van het R. C. Weeshuis en van net R. C. Armbestuur, beide het dienstjaar 1901 be treffende, geene bedenkingen heeft. Zij stelt U voor beide staten goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 191. Leiden, 17 Juli 1902. Wij hebben de eer U mede te deelen dat er bij ons tegen de inwilliging van bijgaande verzoeken van de besturen der Scherm- en Gymnastiekvereenigingen »Prins Hendrik" en «Excelsior'1, geen bezwaar bestaat, mits aan de vergunningen de gebruikelijke voorwaarden verbonden worden. Wij geven U derhalve in overweging aan beide vereeni- gingen tot wederopzeggens toe vergunning te verleenen om het gymnastieklokaal van de school 3e klasse No. 2 te ge bruiken voor het houden van oefeningen, de vereeniging «Prins Hendrik" op Vrijdag en de vereeniging «Excelsior" op Zaterdag des avonds van 8 tot 10 uur, onder voorwaarde, dat de kosten van verwarming, verlichting, bediening en van herstel van aan het gebouw of het meubilair eventueel toe gebrachte schade door haar worden vergoed, dat een bedrag van f 0.20 per oefeningsavond worde betaald voor het schoon maken van het lokaal en dat alle ter zake van het gebruik door ons te geven voorschriften door haar worden nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 19 Juni 1902. Aan den WelEdele Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Bestuur der Scherm- en Gymnastiekvereeniging «Prins Hendrik", dat zij U EdelAchtbare verzoekt voor hun een Gymnastieklokaal beschikbaar te willen stellen ten einde te kunnen oefenen. Hopende, dat uw EdelAchtbare het in een goede overweging mogen nemen, zoo blijven wij in eerbiedige afwachting, Namens het Bestuur, Uwe dienstwillige dienaar, H. J. Gorree, lste Secretaris. Leiden, 7 Juli 1902. Aan den EdelAchtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. EdelAchtbare Heeren Ondergeteekenden, Jan van Stralen, wonende Langegracht 184 en Jacobus Plu, wonende Tweelingstraat No. 6, respec tievelijk Voorzitter en Secretaris der opgerichte Gymnastiek- en Schermvereeniging «Excelsior'1, geven met verschuldigden eerbied te kennendat zij door het besluit hunner vergade ring van 3 Juli gemachtigd zijn aan UEd.Achtb. te verzoeken, om tot het houden van hunne oefeningen de Gymnastiekzaal der school van de Van der Werfstraat ten gebruike te mogen erlangen op voorwaarden, welke UEdelachtbare daarvoor zouden stellen. Na onderzoek is het hun gebleken, dat genoemd lokaal Zaterdagavond disponibel is, welke avond zij zich zeer gaarne zouden willen oefenen. Dat het UEdelachtbaren moge behagen in deze voor ons gunstig te beschikken, verblijven wij met de meest verschul digde hoogachting, J. van Stralen, Voorzitter. J. Plu, Secretaris. N°. 192. Leiden, 26 Juli 1902. Ter vervulling der vacature van le onderwijzeres in de hand werken aan de school 3e klasse No. 1hebben wij de eer U in overleg met den arrondissements-schoolopziener. na inge wonnen bericht van het hoofd der school, de volgende voor dracht aan te bieden: 1°. Mej. J. KEEREWEERNieuwenburg, 2e onderwijzeres aan de school 3e klasse No. 1 2°. Mej. M. TILLEMA, 2e onderwijzeres aan de school 3e klasse No. 5; en 3°. Mej. P. J. KLIKEE, 2e onderwijzeres aan de school 4e klasse No. 2.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 2