GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
81
etiEKOMEK STUKKEN.
No. 137. Leiden, 2 Juni 1902.
In Uwe Vergadering van den 15den Mei werd tot onder
wijzer-plaatsvervangend hoofd aan de Jongensschool 2e klasse
benoemd de heer B. Th. Avenarius, onderwijzer te Vlissingen.
Be heer Avenarius heeft ons echter kennis gegeven dat hij
voor die benoeming bedankt aangezien hij inmiddels is be
noemd tot Hoofd eener school te Maassluis.
In verband hiermede hebben wij de eer L', ter vervulling
der vacature van onderwijzer-plaatsvervangend hoofd aan
bovengenoemde school, de navolgende voordracht aan te bieden,
opgemaakt in overleg met den arrondissements-schoolopziener,
na ingewonnen bericht van het Hoofd der schoolals
1°. H. OBERMAN, onderwijzer-plaatsvervangend hoofd aan
de school voor meer uitgebreid Lager Onderwijs te Lochem
2°. J. PAS, Hoofd eener bijzondere school te Enschedé en
3°. W. P. MINDERMAN, onderwijzer le klasse aan eene
openbare lagere school te 's Hage.
Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de
Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, verzoeken wij U tot
eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
NO. 138. Leiden, 31 Mei 1902.
De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen het
voorstel van Burgemeester en Wethouders dd. 24 Mei j.l.
(lng. Stukken n°. 126) tot het verstrekken van een voorschot
uit de Gemeentekas aan den Commandant der brandweer
voor de uitkeering der belooningen van hen die bij het
blusschen van brand of bij het beproeven der brand blusch-
middelen diensten hebben gepraesteerd.
Zij geeft U derhalve in overweging tot de vaststelling van
den overgelegden suppletoiren begrootingsstaat over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 139. Leiden2 Juni 1902.
De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering
mede te deelen dat zijwanneer door U wordt besloten tot
beschikbaarstelling van gelden voor de benoeming van een
ambtenaar ter gemeente-secretarie en tot verhooging van de
voor den bouw van het Sanatorium Rijngeest en bijbehoo-
rende dokterswoning toegestane gelden, geen bezwaar heeft
tegen de vaststelling van de overgelegde begrootingsstaten
zoodat zij in dat geval U in overweging geeft tot de vast
stelling dier staten over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 140. Leiden, 3 Juni 1902.
Wij geven Uwe Vergadering in overweging gunstig te be
schikken op het hierbijgaand verzoek van Mr. D. W. K. de
Roo de la Faille om terugbetaling van schoolgeld tot een be
drag van ƒ5.aangezien zijn zoontje wegens vestiging in de
gemeente eerst sedert 21 Mei de Jongensschool le klasse heeft
bezocht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft beleefd te kennen Mr. D. W. K. de Roo de la Faille,
Oost-Indisch ambtenaar met verlof, tijdelijk alhier vertoevende:
dat hij met ingang van 21 Mei j.l. zijn zoontje heeft doen
inschrijven als leerling der Jongensschool le klasse;
dat hij den 26 Mei j.l. heeft gestort het schoolgeld over het
volle 4e kwartaal AprilJuni;
Reden waarom hij Uwen Raad beleefd verzoekt hem van
het schoolgeld over de maand April 1902 teruggave te willen
verleenen.
't Welk doende,
Leiden, 28 Mei 1902. de Roo de la Faille.
N°. 141. Leiden, 3 Juni 1902.
De hierbij overgelegde verzoeken om terugbetaling van school
geld over de maanden Mei en Juni betreffen alle leerlingen
der Meisjesschool 2e klasse, die in de maand April die school
hebben verlaten ten einde van Mei af de lessen aan de Kweek
school te volgen.
Werd dus afwijzend op die verzoeken beschikt, dan zou
voor die leerlingen over hetzelfde tijdvak tweemaal schoolgeld
voor het bezoeken eener gemeentelijke onderwijsinrichting
worden betaald. En hoewel nu de desbetreffende verordening
alleen vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld toelaat we
gens tusschentijdsch vertrek uit de gemeente, kunnen wij toch
wel vrijheid vinden U gunstig op deze verzoeken te adviseeren,
omdat het hier een geval geldt, waarin bij het ontwerpen der
verordening nog niet kon worden voorzien.
Vroeger toch kon dit geval zich niet voordoen, omdat toen
de cursus aan de Kweekschool onmiddellijk aan dien van de
lagere school aansloot. Thans evenwel vangt, tengevolge van
de onlangs in de verordening op de kweekschool gebrachte
wijzigingen, de cursus op de kweekschool in plaats van met
1 Juli met 1 Mei aan.
Hiermede zal dus door eene wijziging der verordening, rege
lende de heffing van schoolgeld op de lagere scholen moeten
worden rekening gehouden.
In afwachting daarvan geven wij U echter in overweging
aan C. van Gulik, A. van Tellingen en J. Dijkhof terugbetaling
van schoolgeld te verleenen, resp. tot een bedrag van f 2.33,
3.— en ƒ4
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Ondergeteekende. C. van Gulik, Hoogewoerd 97 alhier, is zoo
vrij ter Uwer kennis te brengen, dat zijne dochter Johanna
Dorothea Geertruida einde April de school van Mejuffrouw
S. Winkler heeft verlaten en van af Mei de Kweekschool voor
Onderwijzers en Onderwijzeressen bezoekt, reden waarom hij
zoo vrij is UEd.achtb. vrijstelling van schoolgeld te verzoeken
van eerstgenoemde school over de maanden Mei en Juni.
Met de meeste hoogachting,
UEd.achtb. dw. Dr.
Leiden, 6 Mei 1902. C. van Gulik.
Leiden, 1 Mei 1902
Den WelEd. Achtbaren Heeren Burgemeester
en Wethouders der gemeente Leiden.
WelEid. Heeren.
De ondergeteekende verzoekt beleefd terugbetaling van het
schoolgeld van mijn dochter Femmetje Engelina van Tellingen,
die 15 April 1.1. de school der 2e klasse heeft verlaten en den
2en Mei de Kweekschool gaat bezoeken.
Teeken hoogachtend
Uw dw. dr.
A. van Tellingen H.Pzn.
Aan Burgemeester en Wethouders der
Gemeente Leiden.
geeft ondergeteekende J. Dijkhof beleefd te kennendat zijn
dochtertje Corn. Alida met 1 Mei de school 2e klasse voor
meisjes heeft verlaten en sedert de lessen aan de Kweekschool
voor Onderwijzers en Onderwijzeressen volgt.
Redenenwaarom ondergeteekende beleefd terugbetaling ver
zoekt van het schoolgeld over de maanden Mei en Juni van
het loopende schooljaar.
Hoogachtend enz.
Leiden, 5 Mei 1902. J, Dijkhof.
N°. 142. Leiden, 4 Juni 1902.
Bij de Commissie van Financiën bestaan geene bedenkingen
tegen den dooi* het Bestuur der Stedelijke Werkinrichting
ingedienden suppletoiren staat van begrooting, over het dienst
jaar 1901.
Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van dien staat te
besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 143. Leiden, 4 Juni 1902.
Tegen den door het Bestuur van het H.G. of Arme Wees-
en Kinderhuis ingedienden suppletoiren staat van begrooting